Merkenrecht  

IEF 20212

Uitspraak ingezonden door Bert Gravendeel, Fruytier Lawyers in Business.

Merkenoverdracht geen gevolg, vergoeding toch mogelijk

Hof Den Haag 21 sep 2021, IEF 20212; ECLI:NL:GHDHA:2021:1787 (Appellant X tegen Havensluis ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/merkenoverdracht-geen-gevolg-vergoeding-toch-mogelijk

Gerechtshof Den Haag 21 september 2021, IEF 20212; ECLI:NL:GHDHA:2021:1787 (Appellant tegen Havensluis) Volgens appellant X heeft Havensluis inbreuk gemaakt op zijn merkrechten door gebruik van het teken 'Vestival'. Havensluis is echter van mening dat appellant X niet de merkrechthebbende is, omdat de merkoverdracht buitengerechtelijk vernietigd is. Verder is de vraag of appellant X zich kan beroepen op het auteursrecht en handelsnaamrecht voor de naam 'Vestival'. Havensluis is houder van de roze Beneluxmerken. Partij-C stond aan het begin van dit geschil geregistreerd als houder van het gele en zwarte merk. In eerste aanleg [zie IEF 19066] heeft appellant X gevorderd dat Havensluis wordt bevolen het gebruik van het teken 'Vestival' in de muziekbranche te staken en de roze merken over te dragen aan X.

IEF 20175

Beeldmerk te abstract om tot verwarring te leiden

Gerecht EU (voorheen GvEA) 1 sep 2021, IEF 20175; ECLI:EU:T:2021:530 (Sony tegen EUIPO ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/beeldmerk-te-abstract-om-tot-verwarring-te-leiden

Gerecht EU 1 september 2021, IEF 20175, IEFbe 3274; ECLI:EU:T:2021:530 (Sony tegen EUIPO) In 2017 heeft de andere partij in het geschil, Wai Leong Wong, een aanvraag tot inschrijving van het woordteken GT RACING ingediend. Sony heeft hier oppositie tegen ingesteld. Dit was gebaseerd op bovenstaand ingeschreven Uniebeeldmerk, alsmede een aantal niet-ingeschreven woordmerken. Deze oppositie is afgewezen en het beroep dat hierop volgde is verworpen. Sony voert in deze zaak onder andere aan dat de kamer van beroep een fout heeft gemaakt bij de vergelijking van de conflicterende tekens. Het relevante publiek, waaronder liefhebbers van videospelletjes, zou het ingeschreven merk opvatten als een gestileerde weergave van de hoofdletters 'G' en 'T'. Het Gerecht oordeelt dat de kamer terecht heeft gesteld dat bij gebreke van een duidelijke verwijzing of informatie waaruit blijkt dat dat element de letters in kwestie vertegenwoordigde, het onwaarschijnlijk was dat ze door het relevante publiek zouden worden herkend. Ook de andere middelen die verzoekster aanvoert worden ongegrond verklaard, waardoor het beroep in zijn geheel wordt verworpen.

IEF 20172

Boete na niet nakomen vaststellingsovereenkomst

Rechtbank Rotterdam 1 sep 2021, IEF 20172; ECLI:NL:RBROT:2021:8683 (Flexpower tegen Olimp), https://www.ie-forum.nl/artikelen/boete-na-niet-nakomen-vaststellingsovereenkomst

Rechtbank Rotterdam 1 september 2021, IEF 20172, LS&R 1984; ECLI:NL:RBROT:2021:8683 (Flexpower tegen Olimp) Flexpower is houdster van het Uniemerk FLEXPOWER en brengt onder deze naam medicinale sportcrème op de markt. Olimp is een Poolse farmaceutische onderneming, die zich onder meer bezighoudt met de productie en verkoop van voedingssupplementen. Eén van deze producten betreft collageen poeder onder de naam Flexpower. Op 10 januari 2020 is er tussen beide partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarbij is afgesproken dat Olimp niet langer gebruik zou maken van het merk Flexpower. Echter stelt Flexpower dat het Inbreuk-product sinds 8 juli 2020 online nog door tientallen distributeurs en wederverkopers van Olimp is aangeboden en dat Olimp daarom toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen. Olimp brengt hier tegenin dat zij zich slechts verbonden tot een inspanning, niet tot een resultaat. Daarnaast staat het Inbreuk-product nog op de Facebook en YouTube accounts van Olimp. Dit resulteert in een boete, die op grond van redelijkheid en billijkheid nog gematigd wordt. 

IEF 20167

Verwarringsgevaar beeldmerken

Gerecht EU (voorheen GvEA) 1 sep 2021, IEF 20167; ECLI:EU:T:2021:523 (FF IP srl tegen EUIPO), https://www.ie-forum.nl/artikelen/verwarringsgevaar-beeldmerken

Gerecht EU 1 september 2021, IEF 20167, IEFbe 3271; ECLI:EU:T:2021:523 (FF IP srl tegen EUIPO en Seven SpA)  EFFEGI Srl heeft een aanvraag tot inschrijving van het beeldteken ´the DoubleF´ ingediend bij het EUIPO. Interveniënte Seven SpA heeft bezwaar gemaakt tegen de inschrijving vanwege haar oudere beeldmerk ´THE DOUBLE´. Verzoekster voert in wezen één enkel middel aan, namelijk schending van artikel 8, lid 1, van verordeningnr. 207/2009, zoals gewijzigd, dat in vier alinea's is verdeeld. Zij betoogt dat de Kamer van Beroep 1) een beoordelingsfout heeft gemaakt m.b.t. het relevante publiek, 2) ten onrechte de waren en diensten heeft vergeleken waarop de betwiste merken betrekking hebben, 3) ten onrechte een hoge mate van visuele en fonetische gelijkenis en een zeer hoge mate van conceptuele gelijkenis, of zelfs quasi-identiteit, tussen de betrokken merken heeft vastgesteld, 4) had moeten vaststellen dat het oudere merk een laag onderscheidend vermogen had en verwarringsgevaar moeten uitsluiten. De Kamer van Beroep heeft niet ten onrechte geconcludeerd dat er verwarringsgevaar bestond. Het middel wordt afgewezen.

IEF 20165

Gerecht EU verwerpt beroep nietigverklaring e*message

Gerecht EU (voorheen GvEA) 1 sep 2021, IEF 20165; ECLI:EU:T:2021:522 (eMessage tegen EUIPO en Apple), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-verwerpt-beroep-nietigverklaring-e-message

Gerecht EU 1 september 2021, IEF 20165, IT 3642, IEFbe 3270; ECLI:EU:T:2021:522 (eMessage tegen EUIPO en Apple) eMessage Wireless Information Services heeft een aanvraag tot inschrijving van het Gemeenschapsmerk 'e*message' ingediend bij het EUIPO. Op verzoek van interveniënte Apple Inc. werd de inschrijving nietig verklaard. eMessage voert in beroep zeven middelen aan. Het eerste middel betoogt dat er geen geldige bepaling bestaat om het litigieuze merk ongeldig te verklaren. Het tweede middel klaagt over een onjuiste toepassing van de huidige uitlegging van artikel 7, lid 1, onder b) en c), van verordening 2017/1001. Het derde en het vierde middel gaan over fouten in de beoordeling van de figuratieve elementen van het litigieuze merk bij het onderzoek van het beschrijvende karakter ervan. Het vijfde middel klaagt over een onjuiste beoordeling van het onderscheidend vermogen van het litigieuze merk. Het zesde en het zevende middel gaan over een schending van artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en van de beginselen van bescherming van het gewettigd vertrouwen en van de rechtszekerheid. De middelen worden afgewezen.

IEF 20141

Beroep Rich John Richmond als merknaam te gebruiken afgewezen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 14 jul 2021, IEF 20141; ECLI:EU:T:2021:432 (Fashioneast en AM.VI. tegen Moschillo ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/beroep-rich-john-richmond-als-merknaam-te-gebruiken-afgewezen

Gerecht EU 14 juli 2021, IEF 20141, IEFbe 3264; ECLI:EU:T:2021:432 (Fashioneast en AM.VI. tegen Moschillo) Fashioneast en AM.VI. hebben bij het EUIPO bovenstaande als merknaam aangevraagd en toegewezen gekregen, in onder meer de classificaties sieraden, tassen en kleding volgens de Nice Classificatie. Moschillo heeft als reactie hierop een vordering tot vervallenverklaring van het merk ingediend, op grond van het niet normaal gebruiken van het merk. Deze vordering is toegewezen. Beroep van Fashioneast en AM.VI. bij het EUIPO leverde niet het beoogde resultaat op, wat ertoe heeft geleid dat de partijen de beslissing aanvechten bij het Gerecht. Het EUIPO zou volgens de verzoekers niet genoeg hebben gekeken naar het bewijsmateriaal in de vorm van foto's, echter is hier geen enkel spoor van het 'richmond' element te zien. Daarnaast zou er onterecht geoordeeld zijn dat er niet genoeg onderscheidend vermogen is in de woordencombinatie 'rich' en 'richmond'. Het Gerecht oordeelt dat gebruik van de bestanddelen "rich" en "richmond" tezamen, maar op verschillende delen van de waren, geen normaal gebruik van het litigieuze merk kan vormen dat het onderscheidend vermogen ervan niet wijzigt. Het beroep wordt in zijn geheel verworpen. 

IEF 20133

Prejudiciële vraag over de uitleg van artikel 10 van de Richtlijn 2004/48

HvJ EU 7 jun 2021, IEF 20133; (Procter & Gamble tegen Perfumesco), https://www.ie-forum.nl/artikelen/prejudici-le-vraag-over-de-uitleg-van-artikel-10-van-de-richtlijn-2004-48

Hooggerechtshof Polen 7 juni 2021, IEF 20133, IEFbe 3262; C-355/21–1 (Procter & Gamble tegen Perfumesco)  De verzoekende partij Procter & Gamble is producent van parfum en krachtens een licentieovereenkomst merkhouder van Hugo Boss. Perfumesco is een groothandel in onder andere parfum en verkoopt zogenaamde demonstratieproducten van het merk Hugo Boss. De Poolse rechter heeft de verordering van verzoeker tot vernietiging van de producten van Perfumesco toegewezen, omdat deze zonder de toestemming van P & G in de handel zijn gebracht. Daarnaast waren de verpakkingen beschadigd, wat de naam en het exclusieve karakter van Hugo Boss in diskrediet brengt. Bijgevolg hebben de genoemde rechterlijke instanties aangenomen dat de regeling van nationaal recht niet strijdig met het Unierecht in ruime zin mag zijn en dat de vernietiging van de waren ook moet worden gelast wanneer deze niet op onrechtmatige wijze door de eigenaar zijn vervaardigd of gemerkt.In dat verband is het in de prejudiciële vraag aan de orde zijnde vraagstuk gerezen, namelijk of artikel 10 van richtlijn 2004/48 zich verzet tegen de uitlegging van een bepaling van nationaal recht, die de mogelijkheid tot het gelasten van de vernietiging van waren beperkt tot waren die op onrechtmatige wijze zijn vervaardigd of gemerkt. 

IEF 20132

Letters „Ø” en „ϕ” te overeenstemmend om als beeldmerk ingeschreven te kunnen worden

Gerecht EU (voorheen GvEA) 14 jul 2021, IEF 20132; ECLI:EU:T:2021:442 (Cole Haan tegen Samsøe & Samsøe), https://www.ie-forum.nl/artikelen/letters-en-te-overeenstemmend-om-als-beeldmerk-ingeschreven-te-kunnen-worden

Gerecht EU 14 juli 2021, IEF 20132, IEFbe 3261; ECLI:EU:T:2021:442 (Cole Haan tegen Samsøe & Samsøe)  Cole Haan heeft inschrijving van een beeldmerk aangevraagd (links). Samsøe is van mening dat deze erg lijkt op haar eigen, oudere beeldmerk (rechts). Beide beeldmerken zijn bedoeld voor onder andere kleding en schoenen. De inschrijving door Cole Haan is in eerste instantie door het EUIPO geweigerd. Cole Haan vordert in deze zaak vernietiging van die beslissing en wil het merk kunnen inschrijven. Hiertoe heeft Cole Haan verschillende betekenissen van de letter „Ø” als argument aangevoerd. Het Gerecht verwerpt het beroep van Cole Haan en oordeelt dat het beeldmerk niet kan worden ingeschreven. Het relevante publiek zal het beeldmerk niet opvatten als een Deense letter, een wiskundig symbool of als een aanduiding van de diameter van een voorwerp. Nu het beeldmerk niet op deze wijze kan worden opgevat, stemmen de teken in te hoge mate overeen. 

IEF 20124

Uitspraak ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird. 

Ruim omschreven merkdepot is niet zomaar te kwader trouw

26 jul 2021, IEF 20124; (Sky - Skykick), https://www.ie-forum.nl/artikelen/ruim-omschreven-merkdepot-is-niet-zomaar-te-kwader-trouw

Court of Appeal (UK) 26 juli 2021, IEF 20124; A3/2020/1374 (Sky tegen Skykick)  Het Britse bedrijf Sky is merkhouder van Uniemerken met betrekking tot televisie-uitzendingen, telecom en meer. Deze merken zijn ook ingeschreven in het Verenigd Koninkrijk als nationale woordmerken. Sky heeft een vordering wegens inbreuk op de merken ingesteld tegen SkyKick, een Amerikaanse onderneming die zich voornamelijk bezighoudt met het aanbieden van cloud-services. SkyKick heeft aangevoerd dat de ingeroepen merken geheel of gedeeltelijk nietig zijn. Het Britse Court of Appeal oordeelt nu in deze zaak ook over de vraag wanneer een merkdepot te kwader trouw gedaan is. Sir Christopher Floyd is van mening dat het ontbreken van een commerciële reden of strategie niet relevant is voor de vraag of er sprake is van kwade trouw. Een ruime merkbeschrijving is begrijpelijk, zo zegt hij, en het afdekken van nog niet omschreven waren binnen dezelfde categorie levert geen kwade trouw op. Skykick had beter moeten motiveren waarom er sprake is van kwade trouw aan de zijde van Sky. 

IEF 20116

Geen belang bij vordering tot staking niet zelf ingeschreven merk

Rechtbank Gelderland 28 apr 2021, IEF 20116; ECLI:NL:RBGEL:2021:3686 (MIMM tegen Indomedia), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-belang-bij-vordering-tot-staking-niet-zelf-ingeschreven-merk

Rechtbank Gelderland 28 april 2021, IEF 20116; ECLI:NL:RBGEL:2021:3686 (MIMM tegen Indomedia) Tussen MIMM en Indomedia is in 2019 een samenwerkingsovereenkomst gesloten. De samenwerking tussen partijen heeft als doel om eenmaal per jaar een magazine uit te brengen. In 2019 had het magazine de naam PINDA* en in 2020 de naam PINDAH*. Tussen partijen zijn diverse geschillen ontstaan ten aanzien van de samenwerking, de financiële afspraken en het gebruik van het woordmerk. Beide partijen zijn van mening dat zij recht hebben op het woordmerk PINDAH* en de daarbij behorende domeinnaam. Vaststaat dat MIMM het woordmerk heeft geregistreerd. Hierdoor weegt de rechtbank het belang van MIMM zwaarder en komt ze tot de voorlopige conclusie dat MIMM de rechthebbende van het intellectueel eigendom omtrent het merk PINDAH* is.