Merkenrecht  

IEF 7027

Overzeese publicatie

Tobias Cohen Jehoram and Maarten Santman (De Brauw Blackstone Westbroek) , Opel/Autec: does the ECJ realize what it has done? Journal of Intellectual Property Law Practice, August 2008; 3: 507 - 510.

“Key Words: When invoking Article 5(1)(a) of the Directive, one should also show that the attacked use damages one of the functions of a trade mark, and in particular that the public links the sign to the (undertaking of the holder of the) trade mark. • ‘Use in relation to goods or services’ in Article 5(1)(a) actually means ‘use in relation to the goods or services of the party using the sign’, in cases not similar to the BMW/Deenik situation. • Use of a trade mark on the internet, referring use and use in comparative advertising, as a result of Opel/Autec may fall outside the scope of Article 5(1) and 5(2), and thus outside the scope of harmonised trade mark law.

(Just before the going to press of this article, the ECJ rendered its decision in O2/Hutchison3G (12 June 2008, case C-533/06), dealing with the relationship between the Trademark Directive ("TMDir") and the Advertising Directive. The decision holds that trademark use in advertising may be acted against under Articles 5(1) and (2) TMDir, holding that the use by competitor of a trademark in comparative advertising can be regarded as use for the advertiser's own goods and services as referred to these articles (par. 36 of that decision). This is difficult to reconcile with the Opel/Autec decision, since in that case, the ECJ limited the scope of Art. 5(1)(a), holding that that BMW/Deenik applies only in the specific circumstances of that case. Now, in view of the O2 case, the scope of Art. 5 seems to be broadened (again) to (at least) also cover use in comparative advertising. The ECJ unfortunately did not go into the possibility to invoke national implementations of Art. 5(5) TMDir, which in our view could provide for a solution in such cases, as use in advertising could easily be qualified as "other use" within the meaning of that article.)

Lees het gehele artikel hier (subscribers only).

IEF 7019

Beste vrienden

Rechtbank ’s-Gravenhage, 27 augustus 2008, KG ZA 08-680, Nedac Sorbo B.V. tegen Vital Petfood Group A/S

Merkenrecht. Producten voor huisdieren. Beeldmerken ‘Best Friend’ maken inbreuk op beeldmerken ‘Best For Your Friend’: Beide tekens bestaan immers uit woorden, waarvan er twee identiek zijn, geschreven in witte letters tegen een rode achtergrond die de vorm heeft van een schild. Geen rechtsverwerking, ook niet op grond van 6:2. Eventueel gebruik van het logo in het kader van private labeling tast de voornaamste functie van het merk van Nedac Sorbo niet wezenlijk aan. Proceskosten niet weersproken; toepassing van indicatietarieven is dus niet aan de orde. (Klik op plaatje voor vergroting).

“4.5. Het verweer van VPG dat het BEST FRIEND logo niet overeenstemt met het rode beeldmerk is naar voorlopig oordeel ongegrond. (…)

4.6. Naar voorlopig oordeel is sprake van enige auditieve gelijkenis tussen het rode beeldmerk en het logo. Weliswaar verschilt het klankbeeld van de gehele slogan “best for your friend” van de woorden “best friend”, omdat de slogen uit vier klanken bestaat in plaats van twee. De twee klanken in het logo zijn echter identiek aan de twee meest onderscheidende bestanddelen van de slogan, te weten “best” en “friend”, waaronder het bestanddeel “best” dat vanwege de grootte en positionering ervan als dominant moet worden aangemerkt. Hetzelfde geldt voor de begripsmatige gelijkenis. De betekenis van de slogan “best for your friend” als geheel verschilt weliswaar van de woorden “best friend”. In beide gevallen lijkt het woord “friend” echter te duiden op het huisdier waarvoor de producten zijn bestemd. Dat brengt mee dat van enige begripsmatige gelijkenis sprake is. Tenslotte is er sprake van enige visuele gelijkenis. Beide tekens bestaan immers uit woorden, waarvan er twee identiek zijn, geschreven in witte letters tegen een rode achtergrond die de vorm heeft van een schild. Als al deze gelijkenissen in samenhang worden beschouwd, moet voorshands worden geoordeeld dat de resulterende totaalindruk voldoende overeenstemt om te spreken van overeenstemmende tekens in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE.

4.7. Het betoog van VPG dat het element “Nedac Sorbo” het meest dominerende en onderscheidende element in het rode beeldmerk is, en dat nu juist dat element ontbreekt in het logo, kan niet leiden tot een ander oordeel over de overeenstemming tussen de tekens. Dit element is dermate klein weergegeven in het rode beeldmerk dat het niet of nauwelijks leesbaar is. Mede gelet op het feit dat de gemiddelde consument gewoonlijk niet let op de details van een merk, kan niet worden volgehouden dat toevoeging van het element “Nedac Sorbo” de totaalindruk van het rode beeldmerk dermate bepaalt dat dit merk en het logo, ondanks de hiervoor geconstateerde gelijkenissen, niet overeenstemmen in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE.

(…) 4.9. (…)Ten slotte moet voorshands worden aangenomen dat het merk van Nedac Sorbo, dat van huis uit weinig onderscheidend vermogen heeft, door gebruik wel onderscheidend vermogen heeft gekregen. Nedac Sorbo heeft namelijk aangevoerd dat zij voor de betrokken waren marktleider is en dat haar merk mede daarom bekend is bij het publiek. Een en ander heeft VPG onvoldoende gemotiveerd weersproken. Gegeven de soortgelijkheid van de waren en de bekendheid, stemmen de tekens voldoende overeen om gevaar voor verwarring voorshands aan te nemen. rechtsverwerking

(…) 4.11. Een beroep op rechtsverwerking kan evenmin worden gebaseerd op artikel 6:2 van het Burgerlijk Wetboek. Het zou slagen indien het beroep van Nedac Sorbo op haar merkrecht naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was omdat bij VPG het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat Nedac Sorbo zich niet jegens haar meer zou beroepen op haar merkrecht. Van dergelijk gerechtvaardigd vertrouwen is geen sprake omdat naar voorlopig oordeel het gebruik van het logo door VPG waartegen Nedac Sorbo thans bezwaar maakt, anders dan VPG stelt, niet jarenlang in de Benelux is gedoogd .

4.15. (…) Het volgens VPG gedoogde gebruik is merkenrechtelijk namelijk van geheel andere orde. Eventueel gebruik van het logo in het kader van private labeling tast de voornaamste functie van het merk van Nedac Sorbo niet wezenlijk aan. Die functie bestaat er immers in de consument of eindgebruiker de identiteit van de oorsprong van de waren te waarborgen. Dat is niet of nauwelijks aan de orde als een derde een met het merk overeenstemmend teken slechts gebruikt in het kader van de presentatie van de waren aan (tussen)handelaren die de waren onder hun eigen merk aan de consument of eindgebruiker verkopen. Een wezenlijke aantasting van het merk is duidelijk wel aan de orde bij gebruik van het logo op de consumentenmarkt in de Benelux, waarmee VPG – volgens de onvoldoende weersproken stellingen van Nedac Sorbo – pas eind 2007 is begonnen en waartegen Nedac Sorbo thans optreedt. Gelet op het verschillende karakter van dat gebruik heeft VPG niet aan het eventuele gedogen van het eerstgenoemde gebruik het gerechtvaardigd vertrouwen mogen ontlenen dat Nedac Sorbo (ook) niet zou optreden het laatstgenoemde gebruik.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7018

Ontvlechtingovereenkomst

Gerechtshof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem,  3 juni 2008, Ferdinand zandbergen B.V. tegen Jan zandbergen B.V.,

Merkenrecht, handelsnaamrecht. Depot te kwader trouw wegens strijd met addendum ontvlechtingovereenkomst, waarin is overeengekomen dat ook Ferdinand zandbergen de handelsnaam Zandbergen in de toekomst mocht blijven gebruiken, zolang deze maar onderscheidend was van de door Jan Zandbergen gebruikte handelsnamen, waaronder de naam Jan zandbergen. Liquidatietarief: werkelijke kosten slechts onderbouwd met kopieën van enkele (niet nader toegelichte) facturen.

 “4.3 Van dit laatste is in het onderhavige geval sprake. Op basis van het addendum moet worden aangenomen dat Ferdinand zandbergen de handelsnaam 'Zandbergen' (zonder meer) niet zou mogen voeren, hetgeen zij in deze procedure ook niet heeft betwist. Dat zij zich vervolgens - ondanks die afspraak en ondanks het gegeven dat partijen expliciet zijn overeengekomen dat het recht op de (bestaande) handelsnaam 'Jan Zandbergen' aan Jan Zandbergen toekwam - wel het woordmerk 'Zandbergen' (zonder meer) zou kunnen toe eigenen door dat als eerste te deponeren, kan niet worden aanvaard.

In de eerste plaats doorkruist Ferdinand Zandbergen daarmee de in het addendum vastgelegde regeling dat zij haar handelsnaam zal moeten kiezen door aan 'zandbergen' iets onderscheidends toe te voegen om het onderscheidend te maken van (onder meer) de handelsnaam Jan Zandbergen. Het depot van het merk 'Zandbergen' (waarmee Ferdinand Zandbergen immers de aan een woordmerk verbonden rechten verwerft) beperkt Jan Zandbergen in de mogelijke uitoefening van de aan haar handelsnaam verbonden rechten, en ontneemt haar aldus een deel van de haar in het addendum toebedeelde rechten.

Daarnaast moet worden aangenomen dat het merk 'zandbergen' overeenstemmend is met de - voorgebruikte handelsnaam 'Jan Zandbergen' nu het kenmerkende deel van die beide aanduidingen - de geslachtsnaam Zandbergen - identiek is, zodat ook zonder de regeling van artikel 1 lid 4 van het addendum moet worden aangenomen dat het (oudere) recht van Jan Zandbergen op haar handelsnaam in de weg staat aan de mogelijkheid van Ferdinand Zandbergen om die naam als merk te deponeren.

 Ten slotte moet worden opgemerkt dat beide partijen zich bezighouden met dezelfde activiteiten (kort gezegd: de groothandel in vleesproducten) en dat zij daarin ook rechtstreeks concurreren. Aldus is het gevaar gecreëerd dat verwarring ontstaat, nu Ferdinand Zandbergen ervoor gekozen heeft juist (en uitsluitend) dat deel van de door partijen gebruikte namen te deponeren dat volledig met elkaar overeenstemt, en dat dus onduidelijk laat of het publiek te maken heeft met onder neming van Ferdinand zandbergen of Jan Zandbergen. Een en ander impliceert dat ook het hof tot het oordeel komt dat het depot te kwader trouw is verricht en dat de eerste grief van Ferdinand Zandbergen derhalve moet worden verworpen. Dat partijen in het addendum geen expliciete afspraak gemaakt hebben over het - op dat moment ook nog niet gedeponeerde - merk 'Zandbergen' leidt niet tot een ander oordeel; de stelling dat ook Jan Zandbergen zich - in strijd met het addendum - als rechthebbende op het woordmerk en/of de domeinnaam 'Zandbergen' beschouwt evenmin, reeds omdat die aanspraken van Jan zandbergen in dit geding niet ter beoordeling staan.”

Lees het vonnis hier (IEPT-versie), .EU arbitrage hier.

IEF 7015

Installatietechnieken

Rechtbank Arnhem, 21 augustus 2008, KG ZA 08-360, EBW Installatietechnieken B.V. tegen EBW Elektrotechniek

Handelsnaamrecht: “1.1. (…)De handelsnamen van eiseres en gedaagde wijken volgens de voorzieningenrechter slechts in geringe mate van elkaar af. Het meest opvallende bestanddeel ‘EBW’ is in beide handelsnamen identiek en de toevoegingen ‘Installatietechnieken’ enerzijds en ‘Elektrotechniek’ anderzijds zijn beschrijvende aanduidingen en daardoor niet of nauwelijks te monopoliseren. Voldoende aannemelijk is dat tussen de economische bedrijvigheid van de beide bedrijven op zijn minst enkele overlappingen bestaan. De door eiseres overgelegde voorbeelden van de reeds ontstane verwarring tussen de beide ondernemingen tonen naar het oordeel van de voorzieningenrechter daarnaast aan dat de handelsnaam van eiseres al enige beschermingswaardige bekendheid genoot in het geografische gebied waar gedaagde actief is en dat de handelsnaam van eiseres al bekend was bij de toeleveranciers of instanties die hun stukken per ongeluk naar eiseres in plaats van naar gedaagde hebben verzonden. Ten slotte heeft de voorzieningenrechter daarbij in aanmerking genomen dat niet alleen (potentiële) afnemers, maar ook leveranciers en andere bedrijven en instellingen waarmee de beide ondernemingen in aanraking komen, als het relevante publiek moeten worden beschouwd en dat het oordeel van het op normale wijze – dus niet goed – oplettende publiek als maatstaf dient te gelden.

Merkenrecht: “1.2. Daarnaast maakt gedaagde door het voeren van de handelsnaam EBW Elektrotechniek naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter inbreuk op het door eiseres geregistreerde beeldmerk EBW. (…) Eiseres en gedaagde verlenen beiden diensten op het gebied van elektrotechnische installatie en beveiliging. Gedaagde gebruikt haar handelsnaam dus voor soortgelijke diensten. In het onderhavige geval stemt naar het oordeel van de voorzieningenrechter, in het licht van het dominerende bestanddeel ‘EBW’ van het beeldmerk van eiseres, de totaalindruk van het beeldmerk van eiseres zodanig overeen met de totaalindruk van het logo en de handelsnaam van gedaagde, dat er sprake is van gevaar voor verwarring bij het publiek in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE. Er is sprake van een auditieve en visuele gelijkenis tussen de beide tekens. De verschillen in het gebruik van strepen in het beeldmerk van eiseres enerzijds en het in de handelsnaam van gedaagde anderzijds, doen aan het voorgaande onvoldoende af, omdat uitgegaan moet worden van de vluchtige indruk van het gemiddeld publiek bij snelle waarneming, dus het niet goed oplettende publiek, zoals hierboven ook al ten aanzien van het handelsnaamrecht is overwogen. Eiseres kan zich dus ook op grond van haar beeldmerk verzetten tegen de in geding zijnde handelsnaam van gedaagde. Het verweer van gedaagde dat zij vanwege haar oude handelsnaam Elektrotechnisch Bureau Wille een geldige reden heeft voor het gebruik van de afkorting EBW kan haar niet baten, nu voldaan is aan de criteria voor merkinbreuk ingevolge artikel 2.20 lid 1 sub b, waarin een eventuele geldige reden voor gebruik – wat daarvan ook zij – geen rol speelt.

Domeinnaam: “4.7. “(…) www.ebw.nu overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Deze vorderingen zijn alleen toewijsbaar op grond van de HNW als het gebruik van deze domeinnaam kan worden aangeduid als handelsnaamgebruik in de zin van artikel 1 HNW en niet slechts als digitaal internet ‘adres’. In het onderhavige geval kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter worden gesproken van handelsnaamgebruik, omdat gedaagde haar onderneming en haar bedrijfsactiviteiten op de inhoud van de website onder de domeinnaam www.ebw.nu aan het publiek presenteert en deze domeinnaam het meest kenmerkende bestanddeel van de handelsnaam van EBW Elektrotechniek bevat.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7012

BBIE oppositiebeslissingen

- AUTOWERELD tegen AD AUTOWERELD (twee zaken, beide afgewezen)
- BRONCHICUM tegen BRONCHICOLD (afgewezen)
- SAPIENTIA tegen SAPIENTIA (toegewezen)
- DE KLOK tegen KLOKKE ROELAND (afgewezen)
- ALPA tegen ALP (twee zaken, beide toegewezen)
- ALPIA tegen ALP (twee zaken, beide toegewezen)
 
Lees de beslissingen hier.

IEF 7011

Winnen is belangrijker dan meeliften

Bas Kist, Shielmark.Zacco: IOC laat zijn vijf ringen echt niet los. Gepubliceerd in NRC Handelsblad, 21 augustus 2008.

Merkenrechtelijk-anekdotische nabeschouwing van de Olympische Gedachte. “De sportorganisatie NOC*NSF houdt als een echte waakhond in de gaten of er misbruik wordt gemaakt van de Olympische ringen. Ook niet-commerciële organisaties worden aangepakt.”

Lees het artikel hier.

IEF 7009

Stammenstrijd

C&A QuoteQuotenet.nl bericht: “C&A ontkent rechtszaken.Brenninkmeijer-woordvoerder Martin Pereboom werd in juli op het hoofdkantoor van de familieholding Cofra overvallen door Quote. In ondermeer Zürich, Zug, Madrid en Londen lopen rechtszaken tussen Alexander Brenninkmeijer en Cofra Holding over het gebruik van de merknaam Clemens en August. In de ‘Clemens Room’ van het kantoor in het Zwitserse Zug nam de woordvoerder van de rijkste familie van Nederland een uur de tijd voor een toelichting op de rechtszaken.

‘Dat zijn geen rechtszaken.’ Nou, een kort geding dan. In Engeland heet dat dan iets anders, maar…‘Nee. Nee dat zijn, eeeh? In Londen weet ik de term niet maar in Zürich heet dat een prelimenary injunction. Het is een juridische procedure. Maar kijk, een rechtszaak is iets waar twee partijen bij elkaar zitten en er een uitspraak komt. Dat is een rechtszaak, voor de duidelijkheid.’”

Lees hier meer. Eerder bericht hier.

IEF 7008

Juist niets afgesproken

Rechtbank ’s-Gravenhage, 20 augustus 2008, KG ZA 08-630, Alpex CVA tegen Pet-Towel

Auteursrecht op logo. Handdoeken voor huisdieren. Gedaagde importeert en verhandelt merkproducten van eiser, deponeert het logo van eiser als beeldmerk in de Benelux en gebruikt dat vervolgens ook voor producten van derden.

Eiser maakt succesvol bezwaar op grond van het auteursrecht. Gesteld noch gebleken is dat het auteursrecht bij akte is geleverd aan gedaagde. En van een onbeperkt gebruiksrecht is naar voorlopig oordeel evenmin sprake.

De merkinschrijving heft  niet de beperkingen op die de wet stelt aan de verveelvoudiging en openbaarmaking van auteursrechtelijk beschermde werken. Hoewel het logo een merk betreft is er i.c. een specifiek auteursrechtelijk belang. De verhandelde artikelen maken als zodanig geen inbreuk maken op het auteursrecht en hoeven niet te worden vernietigd te worden. Het logo mag door gedaagde nog wel worden gebruikt voor producten van eiser.

“4.6. Het verweer dat Alpex mevrouw Nihot een onbeperkt gebruiksrecht zou hebben gegeven, is naar voorlopig oordeel evenmin gegrond. In dit verband stelt de voorzieningenrechter voorop dat, zoals ter zitting is aangevoerd van de zijde van mevrouw Nihot, tussen partijen juist niets is afgesproken over het gebruik van het logo. Mevrouw Nihot erkent daarmee dat zij geen uitdrukkelijke toestemming voor het onbeperkt verveelvoudigen en openbaar maken van het logo heeft gekregen.

4.7. Ook van impliciete toestemming voor een onbeperkt gebruik van het logo is naar voorlopig oordeel geen sprake. Tussen partijen staat namelijk vast dat Alpex het ontwerp van het logo heeft verstrekt in het kader van de import door de onderneming van Nihot van artikelen die door Alpex zijn geproduceerd. Gelet daarop moet voorshands met Alpex worden aangenomen dat die toestemming beperkt was tot het gebruik van het logo door de onderneming van Nihot ten behoeve van de handel in de artikelen van Alpex. In ieder geval mocht mevrouw Nihot niet gerechtvaardigd verwachten dat Alpex ook instemde met verveelvoudigingen en openbaarmakingen van het logo ten behoeve van de verhandeling van producten die niet van Alpex afkomstig zijn, waaronder huisdierenhanddoeken afkomstig van concurrenten van Alpex. (…).

4.8. Dat mevrouw Nihot in 1996 een beeldmerk heeft ingeschreven bestaande uit een met het logo overeenstemmend teken (zie hiervoor 2.4), kan niet leiden tot een andere conclusie. Voor zover die inschrijving niet nietig is op grond van artikel 2.4 sub f van het Benelux Verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen en modellen) vanwege kwade trouw van mevrouw Nihot, zoals Alpex betoogt, heft die merkinschrijving naar voorlopig oordeel in ieder geval niet de beperkingen op die de wet stelt aan de verveelvoudiging en openbaarmaking van auteursrechtelijk beschermde werken. Met andere woorden, de enkele inschrijving van het logo als merk brengt niet mee dat de auteursrechtelijke aanspraken van Alpex met betrekking tot het logo teniet gaan.

4.9. Tenslotte verwerpt de voorzieningenrechter het verweer dat Alpex geen auteursrechtelijk belang zou nastreven, maar slechts belangen die het merkenrecht beschermt. Hoewel mevrouw Nihot moet worden nagegeven dat Alpex in haar processtukken met name merkenrechtelijke belangen naar voren heeft gebracht, heeft Alpex tevens gewezen op de inspanningen die het ontwerpen van een logo meebrengt en heeft zij betoogd dat mevrouw Nihot een eigen logo moet ontwerpen en dat zij zich niet het logo van Alpex kan toe-eigenen. Daarmee heeft Alpex een specifiek auteursrechtelijk belang aangevoerd dat naar voorlopig oordeel het beroep op het auteursrecht in dit geval kan dragen.

De voorzieningenrechter beveelt gedaagde  om binnen 30 dagen (zodat zij haar huisstijl kan aanpassen) na betekening inbreuk op het auteursrecht van Alpex met betrekking tot het logo te staken en gestaakt te houden, maar wijst erop dat het verbod uitsluitend betrekking heeft op het logo. Niet in geschil is dat het gedaagden vrij staat het woord PET TOWEL te verveelvoudigen en openbaar te maken en dat woord te gebruiken als merk en
handelsnaam.

De gevorderde vernietiging van “inbreukmakende artikelen” wordt afgewezen aangezien de verhandelde artikelen als zodanig geen inbreuk maken. Verveelvoudiging en openbaarmaking van het logo via stickers op producten van Alpex die nog voorradig zijn (of weer door eiser geleverd krijgt) maakt geen inbreuk op het auteursrecht van Alpex. Werkelijke proceskosten:  € 6.879,88.

Lees het vonnis hier

IEF 7006

Faits Divers

Tikfoutdomeinen. "Met opzet verkeerd gespelde websites vormen een platform voor bijvoorbeeld dating en pornosites. Door een site als Sesamstaat.nl kunnen kinderen daardoor in contact komen met internetpagina's waar ze niets te zoeken hebben.
 
Dat schrijft de Volkskrant vrijdag. CDA-Kamerlid Mirjam Sterk vraagt minister Rouvoet van Jeugd en Gezin daarom iets te doen aan de tikfoutdomeinen. Misbruik zou bijvoorbeeld strafbaar kunnen worden." 

Lees hier meer.

Telegraaf jat regionieuws van het AD. “Het AD spant een rechtszaak aan tegen de Telegraaf Media Groep vanwege diefstal van artikelen. Dat heeft AD Nieuwsmedia, het moederbedrijf van de krant, maandag laten weten.  Het gaat om Telegraaf RegioSelect, een online regionale nieuwsdienst bestaande uit een e-mailnieuwsbrief en een website. (…)  AD NieuwsMedia wil nu een principiële uitspraak van de rechter over de toegestane omvang van citaten van nieuwsberichten bij nieuwe digitale exploitatievormen. De Telegraaf Media Groep wilde maandag niet reageren. ‘We zien het wel’, aldus een woordvoerder.”

Lees hier meer.

Kunstbrieven. “Hij stuurde kunstbrieven naar de gemeenten New York en Haarlem en kreeg ze op zijn verzoek keurig gestempeld retour. Maar de gemeente Velsen wil 164 brieven van de Velsense kunstenaar Joop Stoop niet teruggeven. Stoop stuurde de mail art in tien jaar tijd aan het college over tal van zaken die in Velsen en de wereld spelen. Donderdag stond hij voor de bestuursrechter in Haarlem en eiste hij dat de gemeente zijn kunstwerken teruggeeft.

(…) Als kunstenaar heb ik recht op mijn intellectueel eigendom." Het college van Velsen heeft besloten dat Stoop de originele kunstwerken niet terugkrijgt. Hij kan wel kopieën krijgen. Ambtenaar Wouter Dooijes zei namens Velsen dat de gemeente wettelijk niet verplicht is de werken terug te sturen. ,,Dan kan iemand zijn originele bouwaanvraag ook wel terug willen hebben."

Lees hierhier meer (Echo & Haarlems Dagblad).

Staphorster plagiaat. “Recente romans die zich binnen de Staphorster gemeenschap afspelen, zijn er bij De Haan momenteel nauwelijks te vinden. (…) Het verscheen in 1980, een jaar voordat D. Slofstra het nodige stof deed opwaaien met ”De vrouw uit het Staphorsterveld”. Dit verhaal over de paranormaal begaafde Stien werd uit de handel genomen toen bleek dat het voor een groot deel op plagiaat berustte. Het leek sprekend op de roman ”Miet van Dijk”, geschreven door Jo van Dorp-Ypma.”

Lees hier meer (Reformatorisch Dagblad).

Vrij Val BoektitelsGeen copyright op titels van boeken. “Waar gebeurd. Zojuist een interview gelezen met het jonge Duitse schrijftalent Juli Zeh over haar roman Vrije val . Nog geen uur later belandt een recensie van een nieuw boek van de Zweedse schrijver Leif GW Persson op het bureau. Jawel, getiteld Vrije val . Een ongelukkige samenloop van toevalligheden, maar in het boekenvak geen onbekend verschijnsel.

Zelfs Harry Mulisch was met zijn veel geroemde en ook verfilmde boek De aanslag niet helemaal origineel in zijn titelkeuze. De Vlaamse schrijver Stijn Streuvels ging hem in 1917 al voor. (…) Er bestaan volgens Swinkels geen geschreven wetten voor het 'hergebruik' van een titel, maar in principe vermijden uitgevers het liever. (…) Waarmee gezegd wil zijn, dat er in de Nederlandse uitgeverswereld een soort 'gentlemen's agreement' bestaat om elkaar niet te veel in het vaarwater te zitten wat titels betreft.

(…) ,,Voorheen was het wat strenger en meldde je je nieuwe titel aan bij Boekblad , het vakblad voor de boekhandel. Als een uitgever dan bezwaar maakte dat hij de titel al eerder had aangemeld, werd het meestal in der minne geschikt. Nu gaat alles digitaal en moet je zelf actief gaan nakijken of een titel al eerder is gebruikt.

Er zit geen copyright op titels van boeken, blijkt uit gegevens van het Nederlands Uitgeversverbond. Het archief van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag bevestigt dat.”

Lees hier verder (Nederlands Dagblad).

Kuifje El Loto RosaDe Lauwe Bolus. “Hergé is altijd met een boogje om de kwestie van Kuifjes seksuele voorkeuren heen gefietst: over het seksleven van zijn schepping werd niet gesproken. Maar een Spaanse versie van De Blauwe Lotus, een van de bekendste verhalen van Kuifje, suggereert dat de onverschrokken reporter een onverzadigbare minnaar is.

Het verhaal heet El Loto Rosa, 'De Roze Lotus'. Het bevat grafische seksscènes die ouders van jonge kinderen zullen doen fronsen. Maar Antonio Altarriba, de Spaanse auteur van de strip, heeft de prijs voor zijn overmoed betaald: onder druk van Moulinsart is het boek uit de handel gehaald. Moulinsart is de firma die het nalatenschap van Georges Remi beheert, het pseudoniem van de in 1983 overleden Hergé. Er zijn eindeloos veel groezelige parodieën van het origineel geweest, meestal grove pornografische pastiches die het imago van Kuifje proberen te ondermijnen. De erven Hergé verdedigen Kuifje altijd in de rechtbank, meestal met succes.”

Lees hier meer (De Standaard).

Wolter Kroes 'wint' rechtszaak. “Een kort geding tegen Wolter Kroes is op het laatste moment afgeblazen. De zanger van Viva Hollandia werd beschuldigd van plagiaat. Maar de eiser lijkt niet zo zeker van zijn zaak… De advocaat van Wolter, mr. M. Bunders: „Ik denk dat ze tot de conclusie zijn gekomen dat ze geen goede argumenten hebben.” Het ging allemaal om de nummer-1-hit van de zanger, Viva Hollandia. De groep Santa Rosa bracht al een Nederlandse versie van van Viva Colonia van Die Höhner in 2005 uit. De groep beweerde eerder dat Wolter Viva Hollandia letterlijk had overgenomen.”

Lees hier meer (Telegraaf).  

Ten onterecht verkregen fietspatenten. “In fietsenland is een strijd gaande rond het patent voor elektrische fietsen. Fabrikant Prime Tech beschuldigt Accell, producent van onder andere Sparta en Batavus, van onterecht verkregen patenten. Accell zou distribiteurs en klanten van het Nederlandse bedrijf in Shanghai intimideren en met rechtszaken dreigen als zij de Prime Tech fietsen in Nederland zouden willen verkopen.
(…) Brugmans beschuldigt Accell ervan zijn patenten veel te vaag te hebben omschreven. Daarnaast zou het bedrijf dingen hebben vastgelegd die niet patenteerbaar zijn, omdat ze bijvoorbeeld al meer dan honderd jaar geleden zijn ontwikkeld. René Takens van Accell ontkent de beschuldigingen. 'Wij patenteren alleen een combinatie van onderdelen.' Bovendien zijn de patenten volgens de topman opgesteld door deskundigen en zijn er bovendien officiële wegen om deze aan te vechten. Prime Tech heeft hier bij zijn weten nooit gebruik van gemaakt.

Lees hier meer (Zibb.nl).

Ripteam. “Sinds kort heeft Niburu een zestal rippers 'in dienst' die alles wat los en vast zit bij elkaar jatten en op hun site plaatsen. In het kader van het goede doel. De mensheid moet worden gered en daarom is het belangrijk dat er een zogenaamde nieuwsmirror bestaat waar al het belangrijke nieuws kan worden gevonden. En dus moest al het Zapruder Inc. nieuws er ook bij. En dat van eigenlijk alle andere belangrijke weblogs ook. En ach, waarom niet gewoon alles dat we interessant vinden?

Fuck copyright en schijt aan andermans werk want Niburu vind het belangrijk dat alle UFO-huggers en graancirkelfetisjisten ook kennis kunnen nemen van het meer wereldser nieuws. Voor het geval Niburu-presentator Adam Curry volgende week toch geen first contact kan maken, de mafkees. 'We staan toch immers allemaal achter hetzelfde doel?'”

Lees hier meer (Grenswetenschap.nl).

Broertje dood aan copyright. “Suriname en Surinamers hebben een broertje dood aan copyright. Ofwel auteursrecht. Mede dankzij deze cultuur van piraterij en de wildgroei aan televisiezenders zijn alle bioscopen die ooit Paramaribo telde, koppie onder gegaan. De Surinaamse televisiekijker wordt nu getrakteerd op de allernieuwste releases van Hollywood en Bollywood. Ook wordt het land overspoeld met illegale dvd’s van Chinese makelij, die voor een prikkie te koop zijn in de supermarkten. Gezien de lokale economische situatie is het begrijpelijk dat Surinaamse media zich bedienen van piraterij. Waar zouden die armlastige tv- en radiostations het geld vandaan moeten halen om al die zendrechten en royalty’s van te kunnen betalen? 

Bij tijd en wijle gaan er geluiden op om de situatie rondom de auteursrechten en royalty’s in Suriname aan te pakken. Maar niet meer dan dat. Ik vermoed dat het ook niet loont om op jacht te gaan naar de Surinaamse kale kip. En misschien maar goed ook. Het is dankzij deze piraterij dat Suriname vensters heeft naar de buitenwereld. Verkeerde het land eind jaren negentig nog in een informatie-isolement, vandaag de dag is sprake van een ongecontroleerde informatiewalhalla.”

Lees hier meer (radiocolumn Iwan Brave, Waterkant.net).

Blondie. “Debbie Harry (63) keek wel even op toen ze afgelopen juli in Amsterdam was. Ze trad op in Paradiso, maar bleek ook buiten de poptempel levensgroot te bewonderen op een poster van Cosmopolitan. Harry wist van niks en overweegt een rechtszaak aan te spannen tegen uitgever Sanoma. Hoofdredacteur Claudia Straatmans (41) van Cosmopolitan schrikt en zegt: 'Ik weet hier niets van en ben erg verbaasd.'

(…) Haar portret was afkomstig van fotopersbureau Hollandse Hoogte. Een woordvoerder van dat bureau laat weten dat afnemers er altijd op worden gewezen dat ze rekening moeten houden met het portretrecht.”

Lees hier meer (Elsevier.nl).

International Trademark Application Simulator. “The simulator is designed to show you how to use the Madrid System to seek the protection of your mark abroad. At the end of the simulation, it will also help you estimate the cost of registering your mark through the Madrid System, a simple, easy and cost-effective international registration procedure.”

Lees hier meer (WIPO).

ACTA. “Als de plannen van een aantal grote landen doorgaan, kan de douane in die landen vanaf volgend jaar zonder enige reden electronica doorzoeken en in beslag nemen als ze vermoeden dat er illegale media op staat. Ook komen internetproviders onder toezicht te staan en moeten ze desgewenst persoonsgegevens afstaan aan autoriteiten. Privacy-groeperingen slijpen ondertussen de messen.

Afgelopen mei van dit jaar werd bekend dat een aantal grote landen werkt aan de Anti Counterfeiting Trade Agreement (ACTA), een overeenkomst die bedoeld is om meer grip te krijgen op het illegaal downloaden en delen van muziek en films. Het plan is in grote lijnen bedacht door de Amerikaanse Trade Representative Susan C. Schwab en inmiddels uitvoerig achter gesloten deuren besproken door het Amerikaanse Congres. Volgens de berichtgeving kunnen de plannen van de Amerikanen echter ook rekenen op steun van de Europese Commissie, Japan en Zwitserland.”

Lees hier meer (Techzine.nl).

Modchips. “Zeven Nederlands webwinkels dagen gamesgigant Nintendo voor de rechter. Inzet is om een uitspraak te krijgen over de legaliteit van het verkopen van zogenaamde modchips en flash cards. Nintendo is de laatste tijd streng aan het optreden tegen de verkoop van deze hardware. Flash carts zijn Nintendo DS-catridges die gebruikt kunnen worden niet geauthoriseerde software af te spelen op de spelcomputer. Modchips zijn microchips die in een spelcomputer ingebouwd kunnen worden, zodat deze ook games van buiten de regio of niet officiële programma's kan afspelen.

Het probleem ligt echter in het feit dat de spelcomputers met deze aanpassingen ook illegaal gekopieerde games accepteert. Daar is de Japanse gamesgigant uiteraard niet blij mee. De Nederlandse tak verzond enige tijd geleden al een grote partij brieven naar diverse webwinkels waarin geëist werd dat de verkoop van de flash cards en mod chips gestaakt wordt.”

Lees hier meer.

Haararchitect. “Ik maak gratis reclame voor artiesten. (…) Aart Bijvoet (53) uit Volendam is klaar voor de strijd. De kapper – die zijn ambacht liever aanduidt met de term ‘haararchitect’ – stond deze maand voor het eerst in de rechtbank. In september mag hij weer. De reden: hij weigert contributie te betalen aan Buma/Stemra, de organisatie die auteursrechten int voor componisten en tekstschrijvers. Uit principe, zegt Bijvoet. ‘Desnoods ga ik door tot aan het Europees Hof van Justitie om mijn gelijk te halen.’

Jarenlang betaalde de haararchitect keurig zijn auteursrechten. Totdat het vorig jaar tot hem doordrong dat het ‘eigenlijk belachelijk was’. ‘Ik betaal al kijk- en luistergeld via mijn inkomstenbelasting. Mijn klanten ook, dan mogen ze toch ook bij mij naar de radio luisteren?’”

Lees hier meer (Volkskrant).

Open Wetenschap. “Het snel en betrouwbaar online toegang verschaffen tot onderzoeksresultaten is volgens de Europese commissie de sleutel tot het ontwikkelen van een sterke kenniseconomie.
(…)  Deze open toegang-pilot is een belangrijke stap naar het bereiken van de 'vijfde vrijheid', het vrije informatieverkeer tussen lidstaten, onderzoekers, de industrie en het grote publiek", aldus Janez Potoènik, EU Commissaris voor wetenschap en onderzoek.

(…) De online pilot die vrije toegang tot informatie mogelijk maakt zal lopen tot 2013, het eind van FP7. Ontvangers van subsidies zijn verplicht de resultaten van hun FP7-onderzoek in een online database op te slaan, waarna deze beschikbaar wordt voor het publiek na een embargo van zes tot twaalf maanden. Het embargo is ingesteld zodat wetenschappelijke publicaties geen inkomsten mislopen.”

Lees hier meer (Webwereld.nl).

Stichting AuteursdomeinStichting Auteursdomein. “Net als bij cd's en dvd's is de inhoud van e-boeken niet te beveiligen. Dat constateert de Stichting Auteursdomein na een experiment. De hoop is nu gericht op het morele besef van de lezer.

Bij wijze van experiment heeft de stichting een kopie gemaakt van het e-boek (…) Het gaat daarbij volgens Pauline van de Ven van de Stichting Auteursrechten om SS-OCR software, een combinatie van screenshot-technologie en optical character recognition. Reguliere software van een gerespecteerde firma, die niet bedoeld is voor deze toepassing, maar daar wel voor kan worden gebruikt. De eerste kopie kost enkele minuten, volgende kopieën een seconde. Het e-boek in kwestie, een mobipocket, was beveiligd door middel van DRM-3.

Tegen kopiëren door middel van SS-OCR is inmiddels software ontwikkeld, maar Van de Ven vreest dat we in een zeer kostbare wapenwedloop terecht gaan komen, waarbij naar analogie van wat met muziek en beeld is gebeurd iedere nieuwe beveiliging onmiddellijk weer wordt gekraakt of omzeild.”

(…) Reactie van Wouter van Oorschot (uitgeverij Van Oorschot): Met respect gezegd, maar Paulien van de Vens morele beroep op de consument namens de door haar opgerichte Stichting Auteursdomein om illegale kopieën van e-boeken te weigeren (en zelfs op een speciale website te melden!), is een voorstel zó ver bezijden de realiteit, dat auteursrechthebbenden, naar het mij althans toeschijnt, met recht mogen betwijfelen dat de behartiging van hun belangen bij deze stichting in goede handen zijn.
Vooralsnog is de meest sluitende methode dan ook: het maken van e-boeken domweg niet toestaan.

Lees hier meer (Boekblad.nl).

Regenboog. “Voor de tweede maal heeft uitgeverij Maarten Muntinga een rechtszaak gewonnen over het gebruik van de merknaam en het beeldmerk Rainbow. Maarten Muntinga, uitgever van de pocketreeks Rainbow, won een kort geding tegen het bedrijf Rainbow Distribution, een volle dochter van het Italiaanse Rainbow Spa. Rainbow Distribution bracht boeken en tijdschriften uit onder de merknaam Rainbow, met een volgens de rechter sterk op het pocketmerk lijkend beeldmerk. Het gaat om uitgaven in samenhang met de kindertelevisieseries Winx en Pixie.

Op 3 juli oordeelde de rechter (wie het vonnis heeft mag het mailen) dat Rainbow Distribution ieder gebruik van het woord Rainbow en het daarmee samenhangende beeldmerk moet staken. Het argument van het Italiaanse bedrijf dat het naam en merk overal ter wereld gebruikt maakte geen indruk. Het vonnis geldt ook voor de handelsnaam en het gebruik als domeinnaam of e-mailaanduiding. Rainbow Distribution heeft een hoger beroep aangekondigd.

Lees hier meer (Boekblad.nl).

Europese digitale bibliotheek  “Voor de totstandbrenging van de Europese digitale bibliotheek (Europeana) zijn aanzienlijke investeringen door nationale instellingen nodig, maar op dit moment verstrekken de meeste lidstaten slechts op kleine schaal en gefragmenteerd middelen voor digitalisering. (…) Problemen in verband met copyright moeten worden opgelost, en vooral de juridische problemen in verband met de zogenaamde "verweesde werken" - werken waarvan de rechthebbenden niet kunnen worden gevonden en dus niet met digitalisering kunnen instemmen.

Lees hier meer (Persbericht Europese Commissie). 

Auteursrecht psychologische tests. "In beginsel heeft iedereen recht op een afschrift van zijn of haar persoonsgegevens. Als het gaat om de ruwe testgegevens van een psychologische test, is het echter gerechtvaardigd dit inzagerecht te beperken door degene die de test heeft gedaan alleen inzage te bieden tijdens een gesprek, gecombineerd met een schriftelijk rapport met de resultaten van de test. Op die manier behouden de psychologische tests hun waarde en blijven zij auteursrechtelijk beschermd. Dit heeft het College bescherming persoonsgegevens laten weten in antwoord op vragen over het inzagerecht van het Nederlands Instituut van Psychologen."

Lees hier meer (CBP).

IEF 7004

Anti-Namaak Handelsverdrag

Kamerstukken II 2007/08, 23490, nr. 515. Ontwerpbesluiten Unie-Verdrag; Verslag algemeen overleg op 3 juli 2008 over o.a. agenda informele JBZ-Raad van 7 en 8 juli 2008 
 
Mevrouw Kuiken (Pvda): Wat is het standpunt ten aanzien van het Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA) dat tijdens de G8-top getekend schijnt te worden? Hierdoor is het onder andere mogelijk om reizigers te dwingen de data op hun laptops prijs te geven.
 
Minister van Justitie: De ACTA vergt aandacht in EU-verband. De discussie over handhaving ophet gebied van intellectueel eigendomsrecht is nog niet afgesloten. Voor bepaalde onderdelen is Europese besluitvorming vereist. Ten aanzien van persoonsgegevens moet worden toegezien op een goede en gelijkwaardige rechtsbescherming in Europa en de Verenigde Staten, waarbij Europese burgers ook toegang moeten hebben tot de Amerikaanse rechter. De onderhandelingen hierover zijn voorzien voor 2009. De Kamer zal hiervan op de hoogte gehouden worden.
 
Lees hier meer.
 
Kamerstukken II 2007/08, 21501-30, nr. 188. Raad voor Concurrentievermogen; Brief minister met de geannoteerde agenda van de informele Raad voor Concurrentievermogen van 16, 17 en 18 juli 2008
 
"Een ander punt van aandacht in het externe beleid is de handhaving van intellectuele eigendomsrechten (met name merk- en auteursrechten) door middel van de bestrijding van namaak en piraterij. Effectief optreden tegen dergelijke inbreuken op intellectuele eigendomsrechten is geboden, zowel in Nederland, in Europa, maar zeker ook mondiaal. Een internationale ontwikkeling als de onderhandelingen over een «Anti Counterfeit Trade Agreement» (ACTA), een internationaal Verdrag ter bestrijding van namaak, verdient daarom aanmoediging. Het is goed dat de EU hierbij betrokken is, waarbij EU-wetgeving op het gebied van handhaving (zoals de richtlijn civiele handhaving IE-rechten) model kan staan voor een internationale standaard. Nederland vindt het van belang dat er op EU-niveau meer aandacht is voor een meer coherente bestrijding van namaak en piraterij en ziet uit naar de door de Europese Commissie aangekondigde mededeling over dit onderwerp."
 
Lees hier meer.

Kamerstukken II 2007/08, 21501-30, nr. 189. Raad voor Concurrentievermogen; Brief minister met haar reactie op het artikel 'Top bedisselt aanpak piraterij' in Automatiseringsgids 2008, 24
 
"De daadwerkelijke besprekingen over de inhoud van ACTA zijn pas onlangs gestart en er ligt thans dus nog geen kant-en-klare overeenkomst op tafel waaruit conclusies te trekken zijn over de positie van internet-service providers. Als eerste zijn de onderwerpen douanemaatregelen en civiele handhaving aan de orde. Met betrekking tot deze onderwerpen, die reeds onder de bevoegdheid van de Europese Commissie vallen, zal deze ook het woord voeren. De Raad van de Europese Unie heeft de Europese Commissie daartoe op 14 april jl. een mandaat verstrekt. Dit houdt onder andere in dat, voor wat betreft de onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallende aangelegenheden, de Commissie de onderhandelingen zal voeren na overleg met de lidstaten (via het Comité van artikel 133 en andere relevante comités en Raadswerkgroepen). Voor aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen, zoals strafrechtelijke sancties en samenwerking tussen nationale handhavingsinstanties, neemt het voorzitterschap, namens de lidstaten, volwaardig deel aan de besprekingen. Het is thans nog niet bekend wanneer deze aangelegenheden aan de orde komen. Naar alle verwachting zal dit in september duidelijk worden. De Kamer zal zo spoedig mogelijk daarna nader over ACTA geïnformeerd worden."
 
Lees de gehele brief hier, artikel hier.