Verwarring mede door nawerking na het faillissement
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 12 juli 2013, KG ZA 13-413 (LvB Beheer BV c.s. tegen Magni c.s. en De Koning)
Uitspraak ingezonden door Bert Gravendeel, Gravendeel advocaten.
Nawerking handelsnaamrecht. Lammerts van Bueren Beheer B.V. bestaat uit vier vennootschappen, waarvan een dochterondernemingen failliet gaat. Er geldt een handels- en merknaamlicentie van de holding aan de dochters. De faillissementscurator verkoopt de handelsnamen 'Beddenhuis Lammerts van Bueren' en 'Lammerts van Bueren First Class in Comfort Beds' aan opkoper Magni, welke de handelsnamen (ook statutair) gaat voeren. Beheer trachtte - nadat de handelsnaam was verkocht - de gelijknamige beeldmerk Lammerts van Bueren First Class in Comfort Beds uit faillissement te kopen, het bod werd aanvaardt, maar de faillissementscurator deed de koop niet gestand en beriep zich op mogelijke andere aanbieders en het ontbreken van toestemming van de rechter-commissaris.
De voorzieningenrechter oordeelt dat Magni Vastgoed het gebruik van de handelsnamen moet staken vanwege een te duchten verwarringsgevaar (5 Hnw) omdat de producten gelijk waren, beide partijen regionaal dicht bij elkaar zitten (Woerden tegenover De Bilt) en er sprake is van nawerking na faillissement van de handelsnaam die was opgekocht door Magni. Wat betreft de merknaam achtte de rechter de aankoop door eiseressen niet voldoende om deze afdwingbaar te maken, maar werd de faillissementscurator wel geboden de merknaam te houden en niet aan derden te verkopen of te doen gebruiken.
Handelsnaam
4.4.1. Vast staat dat W.O.C. Lammert van Bueren gedurende de periode van 30 maart 2000 tot 20 november 2012 een onderneming dreef onder de naam 'Beddenhuis Lammerts van Bueren B.V.'. Gesteld nog gebleken is dat W.O.C. Lammerts van Bueren deze handelsnaam niet rechtmatig heeft gevoerd. De voorzieningenrechter stelt voorts vast dat De Koning de handelsnamen 'Beddenhuis Lammerts van Bueren' en 'Lammerts van Bueren First Class in Comfort Beds heeft verkocht aan Magni c.s. Magni, althans J.H. Saurens, heeft vervolgens op 22 maart 2013 - en derhalve slechts vier maanden later - een onderneming opgericht met exact dezelfde handelsnaam. Ter zake de aard van de onderneming, als bedoeld in artikel 5 Hnw, overweegt de voorzieningenrechter dat in voldoende mate is komen vast te staan dat zowel LvB Beheer BV c.s. als Magni c.s. zich richten op - het hogere segment van - de beddenbranche. De conclusie is dan ook gerechtvaardigd dat de aard van beide ondernemingen grotendeels hetzelfde is. Verder wijst de voorzieningenrechter erop dat Lammerts van Bueren Beheer B.V. en Lin o Lux Lammerts van Bueren B.V. zijn gevestigd in Woerden, terwijl (gedaagde) 'Beddenhuis Lammerts van Bueren B.V.'is gevestigd in De Bilt. Geoordeeld wordt dat de hiermee gemoeide onderlinge afstand niet zodanig is dat elke verwarring daarmee is uitgesloten. Op grond van het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat LvB Beheer BV c.s. genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt dat er bij het publiek verwarring kan ontstaan tussen LvB Beheer BV c.s. enerzijds en Magni c.s. anderzijds. Dat de door W.O.C. Lammerts van Bueren gevoerde onderneming 'Beddenhuis Lammerts van Bueren B.V.' inmiddels failliet is, maakt dit niet anders, gelet op de voormelde periode van vier maanden en het gegeven dat de bekendheid van een handelsnaam ook na een faillissement doorwerkt.
Beeldmerk
4.9. Ten aanzien van de subsidiaire vordering onder a overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Aangezien de naam 'Lammert van Bueren' zowel in meergenoemd Benelux beeldmerk voorkomt als in meergenoemde handelsnamen, wordt geoordeeld dat genoegzaam is komen vast te staan dat dit beeldmerk onlosmakelijk verbonden is aan LvB Beheer BV c.s. Voorts is gebleken dat dit beeldmerk geregistreerd staat op hetzelfde adres als waarop LvB Beheer BV c.s. is geregistreerd. Gelet hierop, alsook in ogenschouw nemend dat de primaire vordering onder a zal worden toegewezen, is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat dit deel van de vordering eveneens voor toewijzing in aanmerking komt. Overwogen wordt hierbij nog dat het enkele gegeven dat dit beeldmerk (thans nog) tot de boedel van het failliete 'Beddenhuis Lammert van Bueren B.V.' behoort, niet maakt dat dit beeldmerk aan een (willekeurige) derde kan worden verkocht.
De voorzieningenrechter
5.1. veroordeelt Magni c.s. om binnen acht dagen na betekening van dit vonnis het gebruik van de handelsnamen 'Beddenhuis Lammerts van Bueren' en 'Lammerts van Bueren First Class in Comfort Beds', althans het gebruik van de overeenstemmende bestanddelen 'Lammerts' of Van Bueren' te staken en gestaakt te houden,
5.4. verbiedt De Koning om het Benelux beeldmerk 'Lammerts van Bueren First Class in Comfort Beds' met inschrijvingsnummer 0753696 aan een of meer derde(n) over te dragen of in licentie te verstekken of anderszins te bezwaren,
Gemeenschapsmerk – Beroep ingesteld door de houder van de nationale woordmerken „SCULPTRA” voor waren en diensten van de klassen 5, 10 en 44, en strekkende tot vernietiging van beslissing R 2478/20101 van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 26 januari 2012 houdende verwerping van het beroep tegen de beslissing van de oppositieafdeling waarbij verzoeksters oppositie tegen de aanvraag om inschrijving van het beeldmerk met het woordelement „CULTRA” voor waren van de klasse 10 is afgewezen. De beslissing van het BHIM wordt vernietigd, omdat het Gerecht EU oordeelt dat de tekens niet slechts beperkt gelijk klinken en conceptueel anders zijn. Op de 
Gemeenschapsmerk – Door de houder van gemeenschapsbeeldmerk in kleur met het woord „
Gemeenschapsmerk. Kwade trouw. Beroep tot vernietiging van beslissing R 219/20091 van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 21 april 2010, waarbij de beslissing van de nietigheidsafdeling is vernietigd en het woordmerk „
Gemeenschapsmerk. Absolute weigeringsgrond. Emblemen van Unie en van haar activiteiten. Bijzonder openbaar belang. Het gebruik van het €uro-symbool. Beroep tot vernietiging van beslissing BHIM en daarmee eerdere toewijzing van de door de Europese Commissie ingestelde nietigverklaring betreffende het beeldmerk bevattende de woordbestanddelen „
Gemeenschapsmerk. Vorm/kleurmerk (vgl. oranje sokkenpunten,
Merkenrecht. Onvoldoende gebruik voor reële commerciële exploitatie. Merk vervallen verklaard. Kuchenmeister drijft een onderneming in de banketbakkersbranche. Zij heeft een licentie verleend aan Nestlé voor het op de markt brengen van koekjes onder het merk KOALA in België. Kuchenmeister is houder van de internationale merkinschrijvingen woordmerk
Uitspraak mede ingezonden door Max van Olden,
Rechtspraak.nl: Merkinbreuk. Refererend merkgebruik. Loyaliteit ten opzichte van merkhouder. Gedaagden gebruiken voor de verhandeling van optieproducten op hun platform (TOM MTF. BinckBank en Alex) ticker symbolen die gelijk zijn aan of overeenstemmen met de AEX-merken van eiseressen. Aandelen en opties worden op een beurs of MTF aangeduid met een unieke, vaak drie- of vierletterige code, het zogenaamde ticker symbol.
Uitspraak ingezonden door Maarten Rijks en Gino van Roeyen,
Merkenrecht. We beperken ons tot een maandelijks overzicht van de oppositiebeslissingen van het BBIE. Recentelijk heeft het BBIE een serie van 33 oppositiebeslissingen gepubliceerd die wellicht de moeite waard is om door te nemen. Zie voorgaand bericht in deze serie: