Alle rechtspraak  

IEF 22953

Gerecht EU: "PriSecco" strijdig met "BOB Prosecco"

Gerecht EU (voorheen GvEA) 24 sep 2025, IEF 22953; ECLI:EU:T:2025:893 (Manufaktur Jörg Geiger tegen EUIPO, Consorzio di Tutela della Denominazione di Origine Controllata ‘Prosecco’ ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-prisecco-strijdig-met-bob-prosecco

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22953; IEFbe 3991; ECLI:EU:T:2025:893 (Manufaktur Jörg Geiger tegen EUIPO, Consorzio di Tutela della Denominazione di Origine Controllata ‘Prosecco’). Manufaktur Jörg Geiger vordert in dit merkenrechtelijk geschil vernietiging van de beslissing van het EUIPO. In die beslissing is het woordmerk ‘PriSecco’, dat in 2015 was ingeschreven, op verzoek van het Consorzio nietig verklaard wegens strijd met de beschermde oorsprongsbenaming ‘Prosecco’. Prisecco werd aangevraagd voor klasse 32 met de beschrijving: cocktails, niet-alcoholisch. De aanvraag tot inschrijving was op 9 juni 2015, hierdoor wordt het geschil beheerst door de bepalingen van de Verordening nr. 207/2009. Als eerste voert Manufaktur Jörg Geiger aan dat in deze verordening niet uitdrukkelijk verwezen wordt naar de oorsprongsbenaming "BOB Prosecco". Het EUIPO voert hiervoor aan dat de oorsprongsbenaming onder een ouder recht in de zin van artikel 8 lid 4 van Verordening nr. 207/2009 kon worden aangemerkt. Het Gerecht volgt dit; bovendien kan Manufaktur Jörg Geiger geen rechten ontlenen aan een ouder nationaal recht.  

IEF 22950

Voorlopig verbod “Another Cotton Lab” wegens merkinbreuk op geldige ANOTHER-LABEL-merken

Rechtbank Den Haag 22 sep 2025, IEF 22950; ECLI:NL:RBDHA:2025:17402 (Another-Label tegen Yarn Studios), https://www.ie-forum.nl/artikelen/voorlopig-verbod-another-cotton-lab-wegens-merkinbreuk-op-geldige-another-label-merken

Rechtbank Den Haag 22 september 2025, IEF 22950; ECLI:NL:RBDHA:2025:17402 (Another-Label tegen Yarn Studios). Another-Label Brand B.V. ontwerpt en verkoopt kleding onder de merken ANOTHER-LABEL (Uniemerk en Beneluxmerk). Yarn Studios GmbH verkoopt online kleding via anothercotton.com en gebruikt daarop tekens met het element another, zoals “Another Cotton Lab”. Nadat Another-Label tevergeefs had gesommeerd en Yarn Studios slechts een beperkte onthoudingsverklaring had gegeven, startte Another-Label een kort geding. Zij vordert een verbod op het gebruik van de tekens “Another Cotton Lab” en soortgelijke aanduidingen, op straffe van een dwangsom, alsmede proceskosten ex art. 1019h Rv. Yarn Studios verweert zich met de stelling dat de merken ANOTHER-LABEL beschrijvend en niet onderscheidend zijn (art. 7 lid 1 sub b en c UMVo en art. 2.11 lid 1 jo. 2.2bis BVIE), zodat ze ongeldig zijn. Ook betwist zij verwarringsgevaar, omdat de tekens slechts beschrijvend zouden verwijzen naar katoen en andere labels en omdat zij een onthoudingsverklaring heeft afgelegd.

IEF 22946

Geen verwarringsgevaar tussen “Monta” en “MONTACK” door duidelijk conceptueel verschil

Gerecht EU (voorheen GvEA) 10 sep 2025, IEF 22946; ECLI:EU:T:2025:854 (La Superquímica SA tegen EUIPO, Monta Klebebandwerk GmbH), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-tussen-monta-en-montack-door-duidelijk-conceptueel-verschil

Gerecht EU 10 september 2025, IEF 22946; IEFbe 3987; ECLI:EU:T:2025:854 (La Superquímica SA tegen EUIPO, Monta Klebebandwerk GmbH). In 2018 vroeg Monta Klebebandwerk GmbH de EU-woordmerkinschrijving Monta aan voor plak- en verpakkingsproducten in klassen 16 en 17. La Superquímica SA maakte oppositie op basis van haar oudere Spaanse merk MONTACK, ingeschreven voor lijmen in klasse 16 en klasse 1. De Oppositieafdeling erkende na een gebruiksverzoek alleen gebruik voor klasse 16 en wees de oppositie af wegens gebrek aan verwarringsgevaar; de Tweede Kamer van Beroep van het EUIPO bevestigde dat. Voor het Gerecht stelde La Superquímica dat de overeenstemming van waren en tekens onjuist was beoordeeld en dat ook voor klasse 1 gebruik was bewezen. Het Gerecht beschouwt het relevante publiek als Spaans, met een gemiddelde tot hoge mate van oplettendheid, en verklaart de nieuwe grief over klasse 1 niet-ontvankelijk omdat die niet eerder was aangevoerd. Waren in klasse 16 van het oudere merk zijn bovengemiddeld soortgelijk aan Monta’s klasse-16-waren, onder gemiddeld aan een deel van de klasse-17-waren en nauwelijks of niet aan specialistische industriële tapes.

IEF 22948

Geen bescherming voor niet-ingeschreven teken “Confrasilvas” wegens gebrek aan gebruik van meer dan lokale betekenis

Gerecht EU (voorheen GvEA) 24 sep 2025, IEF 22948; ECLI:EU:T:2025:916 (Confrasilvas – Construções SA tegen EUIPO, Riccardo Zizioli), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-bescherming-voor-niet-ingeschreven-teken-confrasilvas-wegens-gebrek-aan-gebruik-van-meer-dan-lokale-betekenis

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22948; IEFbe 3988; ECLI:EU:T:2025:916 (Confrasilvas – Construções SA tegen EUIPO, Riccardo Zizioli). In 2022 vraagt Riccardo Zizioli de EU-woordmerkinschrijving Confrasilvas aan voor bouw- en onderhoudsdiensten in klasse 37. Confrasilvas – Construções SA maakt oppositie met beroep op het niet-ingeschreven teken Confrasilvas, dat zij naar eigen zeggen in meerdere EU-landen (onder meer Portugal, Spanje, Frankrijk, Duitsland, Hongarije en Roemenië) in het handelsverkeer gebruikt voor bouw- en vastgoedactiviteiten. De oppositie is gebaseerd op artikel 8 lid 4 UMVo, dat bescherming biedt aan oudere niet-geregistreerde tekens als die in het handelsverkeer worden gebruikt met meer dan louter lokale betekenis. Na een gebruiksverzoek zet de opposant de procedure alleen op eigen naam voort. De Oppositieafdeling wijst de oppositie af; de Tweede Kamer van Beroep van het EUIPO bevestigt dat, omdat het aangevoerde bewijs niet laat zien dat het teken door de opposant zelf in het handelsverkeer van meer dan plaatselijke betekenis wordt gebruikt. Voor het Gerecht voert Confrasilvas één middel aan: de Kamer zou het bewijs verkeerd hebben beoordeeld en ook het Portugese recht, dat haar zou toestaan het gebruik van het latere merk te verbieden, niet hebben onderzocht.

IEF 22934

Gerecht: voor sommige klassen geen overeenstemming tussen 'Sherwood' en 'SHER-WOOD'

Gerecht EU (voorheen GvEA) 10 sep 2025, IEF 22934; ECLI:EU:T:2025:855 (JSherwood tegen EUIPO, INA International), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-voor-sommige-klassen-geen-overeenstemming-tussen-sherwood-en-sher-wood

Gerecht EU 10 september 2025, IEF 22934; IEFbe 3982; ECLI:EU:T:2025:855 (JSherwood tegen EUIPO, INA International). Het Gerecht van de EU behandelt in deze zaak een merkenconflict tussen JSherwood en INA International. JSherwood vordert vernietiging van een beslissing van het EUIPO waarin de aanvraag voor het beeldmerk 'Sherwood wear with pride' wordt afgewezen wegens het bestaan van een ouder merk, 'SHER-WOOD', van Ina International. JSherwood betoogt dat de Kamer van Beroep in de bestreden beslissing artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009 heeft geschonden door te oordelen dat er sprake was van overeenstemming met het oudere merk.

IEF 22935

Gerecht: 'OMV' is een merk met uitzonderlijke mate van bekendheid

Gerecht EU (voorheen GvEA) 3 sep 2025, IEF 22935; ECLI:EU:T:2025:823 (OMV AG tegen EUIPO, Combe International), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-omv-is-een-merk-met-uitzonderlijke-mate-van-bekendheid

Gerecht EU 3 september 2024, IEF 22935; IEFbe 3983; ECLI:EU:T:2025:823 (OMV AG tegen EUIPO, Combe International). De Kamer van Beroep oordeelde dat de merken visueel in grote mate overeenstemmen, auditief 'slechts' gemiddeld overeenstemmen en begripsmatig niet overeenstemmen. Het Gerecht volgt deze redenering. Merkhouder OMV AG voert aan dat het EUIPO bij zijn beoordeling had moeten erkennen dat het oudere merk een uitzonderlijke mate van bekendheid heeft, die niet beperkt is tot de ingeschreven klassen. Hier sluit het Gerecht zich bij aan, door te oordelen dat de Kamer van Beroep een beoordelingsfout heeft gemaakt. Uit het voorgelegde bewijsmateriaal bleek dat deze merken van OMV AG een uitzonderlijke bekendheid genoten die verder reikte dan het relevante publiek voor de waren en diensten waarvoor deze merken waren ingeschreven.

IEF 22933

RME maakt geen inbreuk op de IE-rechten van PMC

Rechtbank Den Haag 16 sep 2025, IEF 22933; ECLI:NL:RBDHA:2025:17010 (PMC tegen RME), https://www.ie-forum.nl/artikelen/rme-maakt-geen-inbreuk-op-de-ie-rechten-van-pmc

Vzr. Rb. Den Haag 16 september 2025, IEF 22933; ECLI:NL:RBDHA:2025:17010 (PMC tegen RME). Promotion Care (hierna: PMC) wil met dit kort geding dat RME Solutions (hierna: RME) per direct stopt met het schenden van auteursrechten, de merk- en handelsnaamrechten van PMC. PMC houdt zich bezig met het ontwerpen, ontwikkelen en verhandelen van bedrijfswageninrichtingen. Klanten kiezen uit een aantal standaarden, op basis daarvan ontwerpt PMC een inrchting op maat. PMC is houder van twee Benelux merken (waaronder het woordmerk 'Transportainer'). RME is in mei 2023 opgericht en houdt zich bezig met het vervaardigen van werkplaatsinrichtingen en het vervaardigen van de inrichting van bedrijfswagens. PMC heeft RME op 30 december 2024 gesommeerd de inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechten te staken en gestaakt te houden. Volgens PMC maakt RME met het aanbieden van haar bedrijfswageninrichtingen en onderdelen daarvan inbreuk op de auteursrechten van PMC. Mocht er geen sprake zijn van auteursrechtelijke bescherming, dan is sprake van onrechtmatige slaafse nabootsing van de bedrijfswageninrichtingen van PMC door RME. Daarnaast maakt RME inbreuk op de merkrechten en handelsnaamrechten van PMC door het teken ‘Transportainer’ te gebruiken in haar Google-advertenties. 

IEF 22931

Parallelimport en verwijderde codes geen gegronde reden voor merkinbreuk

Antilliaanse Gerechten 17 mei 2013, IEF 22931; ECLI:NL:OGHACMB:2013:80 (Rémy Martin tegen Cardinal), https://www.ie-forum.nl/artikelen/parallelimport-en-verwijderde-codes-geen-gegronde-reden-voor-merkinbreuk

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba 17 mei 2013, ECLI:NL:OGHACMB:2013:80 (Rémy Martin tegen Cardinal). Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie behandelt een hoger beroep van Rémy Martin, merkhouder van luxe cognac, tegen Cardinal Gift Shop N.V. op Sint Maarten. De zaak draait om parallelimport van flessen cognac waarvan de aangebrachte identificatiecodes zijn verwijderd. Rémy Martin vordert dat deze handel wordt verboden, omdat de verwijdering van de codes haar merkrechten schendt op grond van artikel 23 lid 8 Merkenlandsverordening (Mlv), dat merkhouders toestaat zich te verzetten bij “gegronde redenen”. Cardinal betoogt dat er geen sprake is van aantasting van het merk en wijst op het belang van vrije parallelhandel. In eerste aanleg wijst het Gerecht in Eerste Aanleg (GEA) de vorderingen af, onder verwijzing naar de eerdere Diageo-uitspraak van het Hof (IEF 11268), waarin is beslist dat het verwijderen van codes niet automatisch een gegronde reden oplevert. Rémy Martin gaat hiertegen in beroep en voert zeven grieven aan, onder meer dat de codes legitieme doeleinden dienen, zoals kwaliteitsbewaking en opsporing van parallelimport.

IEF 22930

Hof: GFT c.s. krijgt inzage in gegevens SFT om (dreigende) merkinbreuk te onderbouwen

Hof Den Haag 13 sep 2025, IEF 22930; ECLI:NL:GHDHA:2025:1752 (GFT c.s. tegen SFT c.s.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hof-gft-c-s-krijgt-inzage-in-gegevens-sft-om-dreigende-merkinbreuk-te-onderbouwen

Hof Den Haag 13 september 2025, IEF 22930; ECLI:NL:GHDHA:2025:1752 (GFT c.s. tegen SFT c.s.). Deze zaak gaat om een inzagevordering volgens artikel 843a Rv die is ingesteld in het hoger beroep van een door GFT c.s. tegen SFT c.s. en Global Choice Foods B.V. (hierna: GCF) ingestelde merkinbreukprocedure. GFT c.s. en SFT zijn alle ondernemingen die zich bezighouden met de handel in Indiase voedingsmiddelen, waaronder samosa’s, een driehoekige gevulde deegsnack. GFT c.s. wil met inzage de door haar gestelde (dreigende) inbreuken op haar Karrara- en Brjka-merken onderbouwen en vordert inzage en afschrift van bij SFT in beslag genomen en bij DigiJuris in gerechtelijke bewaring gegeven (digitale) gegevens. GFT c.s. vordert verder dat SFT wordt verplicht om na betekening van dit vonnis toestemming te geven voor het nemen van inzage in het op 12 februari 2025 in beslag genomen bewijsmateriaal en om inzage te verlenen in de selectie van dat materiaal, op straffe van een dwangsom. 

IEF 22928

Gerecht: accessoire voor waterpijp valt onder dezelfde categorie als waterpijp

Gerecht EU (voorheen GvEA) 3 sep 2025, IEF 22928; Starbuzz Tobacco Inc. tegen EUIPO, Mayflix GmbH (Starbuzz Tobacco Inc. tegen EUIPO, Mayflix GmbH), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-accessoire-voor-waterpijp-valt-onder-dezelfde-categorie-als-waterpijp

Gerecht EU 3 september 2025, IEF 22928; IEFbe 3979; ECLI:EU:T:2025:826 (Starbuzz Tobacco Inc. tegen EUIPO, Mayflix GmbH). Het Gerecht van de EU behandelt een merkenconflict tussen partijen Starbuzz Tobacco Inc. en Mayflix GmbH. Starbuzz Tobacco Inc. heeft een merkregistratie gedaan voor het woordmerk 'Discovery' (klasse 4, 21 en 34) in 2015. Mayflix GmbH vorderde intrekking van het merk wegens verval artikel 58, lid 1, onder a) van Verordening 2017/1001. De nietigheidsafdeling honoreerde dit verzoek behalve voor bepaalde producten in klasse 34 (meer specifiek: waterpijpen). Op grond van artikel 58, lid 1, onder a), van Verordening 2017/1001 kunnen de rechten van de houder van een EU-merk op verzoek bij het EUIPO of op basis van een tegenvordering in een inbreukprocedure vervallen worden verklaard indien het merk gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar niet daadwerkelijk in de Europese Unie is gebruikt voor de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, en er geen geldige redenen zijn voor het niet-gebruik. Er is sprake van normaal gebruik van een merk wanneer het merk wordt gebruikt in overeenstemming met zijn wezenlijke functie, namelijk het waarborgen van de identiteit van de herkomst van de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, teneinde een afzetmarkt voor die waren of diensten te creëren of te behouden. Normaal gebruik omvat geen symbolisch gebruik met als enig doel de door het merk verleende rechten te behouden. Er moet bij deze beoordeling gekeken worden naar alle relevante omstandigheden van het geval, ook wat er in de sector gangbaar is.