IEF 22931
19 september 2025
Uitspraak

Parallelimport en verwijderde codes geen gegronde reden voor merkinbreuk

 
IEF 22930
18 september 2025
Uitspraak

Hof: GFT c.s. krijgt inzage in gegevens SFT om (dreigende) merkinbreuk te onderbouwen

 
IEF 22929
18 september 2025
Artikel

Jaarlijkse BIE-Scriptieprijs

 
IEF 22910

Gerecht EU: “OSPW System” beschrijvend voor fietsonderdelen; geen onderscheidend vermogen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 11 jun 2025, IEF 22910; ECLI:EU:T:2025:584 (CeramicSpeed Sport A/S tegen EUIPO, Marcin Golec), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-ospw-system-beschrijvend-voor-fietsonderdelen-geen-onderscheidend-vermogen

Gerecht EU 11 juni 2025, IEF 22910; IEFbe 3967; ECLI:EU:T:2025:584 (CeramicSpeed Sport A/S tegen EUIPO, Marcin Golec). Het Gerecht verwerpt het beroep van CeramicSpeed Sport A/S tegen EUIPO en bevestigt de beslissing van de Kamer van Beroep dat het internationale woordmerk OSPW System (met EU-aanwijzing, aangevraagd op 30 juni 2017) voor het grootste deel nietig is wegens beschrijvend karakter (art. 7(1)(c) UMVo / Vo. 207/2009). Het merk was ingeschreven voor waren in de klassen 7 en 12, waaronder lagers en fietsonderdelen. Volgens het Gerecht vormt het relevante publiek van fietsers en professionals met een gemiddeld tot hoog aandachtsniveau de maatstaf. Dat publiek begrijpt “OSPW” als afkorting van “oversized pulley wheels”, terwijl “System” verwijst naar een geheel van samenwerkende onderdelen (zoals derailleurkooien, pulleys en lagers). Daarmee bestaat een rechtstreeks en concreet verband tussen het teken en de kenmerken van de betrokken waren. Dat CeramicSpeed zelf de afkorting heeft geïntroduceerd of dat er alternatieve afkortingen mogelijk waren, doet niet af aan het beschrijvende karakter. Bewijs dat van na de depotdatum of buiten de EU afkomstig is, mag bovendien worden gebruikt om te laten zien dat de term in 2017 al die betekenis had of in de EU doordrong.

IEF 22908

Visuele verschillen voorkomen verwarring IMPOSSIBLE/IMPOSSIBLE BAKERS

Gerecht EU (voorheen GvEA) 23 jul 2025, IEF 22908; ECLI:EU:T:2025:755 (Impossible Foods Inc. tegen EUIPO, Impossible Foods SL), https://www.ie-forum.nl/artikelen/visuele-verschillen-voorkomen-verwarring-impossible-impossible-bakers

Gerecht EU 23 juli 2025, IEF 22908; IEFbe 3966; ECLI:EU:T:2025:755 (Impossible Foods Inc. tegen EUIPO, Impossible Foods SL). Het Gerecht bevestigt op 23 juli 2025 dat geen verwarringsgevaar bestaat tussen het oudere Uniewoordmerk IMPOSSIBLE (EU-merk nr. 017924675; kl. 30) van Impossible Foods Inc. en het aangevraagde beeldmerk IMPOSSIBLE BAKERS van Impossible Foods SL voor waren in klasse 30 en diensten in klasse 35. De Opposition Division had de oppositie nog toegewezen op art. 8(1)(b) UMVo; de Kamer van Beroep vernietigt dat besluit wegens gebrek aan verwarringsgevaar, en het Gerecht bekrachtigt dat oordeel. Het relevante territorium is de EU; voor klasse 30 is het relevante publiek de algemene consument met een laag tot gemiddeld aandachtsniveau; voor klasse 35 is dat idem bij detailhandel en boven gemiddeld bij groothandel (professionals). Waren in kl. 30 zijn (deels) identiek; de diensten in kl. 35 zijn gemiddeld soortgelijk.

IEF 22917

Hof ’s-Hertogenbosch bekrachtigt faillissement na geschil over octrooiovereenkomst

Hof 's-Hertogenbosch 22 mei 2025, IEF 22917; ECLI:NL:GHSHE:2025:1443 ([B.V. 1] B.V. tegen [B.V. 2] B.V. en [geïntimeerde 2]), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hof-s-hertogenbosch-bekrachtigt-faillissement-na-geschil-over-octrooiovereenkomst

Hof 's-Hertogenbosch 22 mei 2025, IEF 22917; ECLI:NL:GHSHE:2025:1443 ([appellant] tegen [geïntimeerden]). Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch bekrachtigt op 22 mei 2025 het vonnis van de rechtbank Limburg van 25 maart 2025, waarbij het verzet van [B.V. 1] B.V. tegen haar faillietverklaring ongegrond wordt verklaard. De rechtbank verklaart [appellant] eerder, op 25 februari 2025, failliet op verzoek van [geïntimeerde 2], nadat [appellant] een eerdere veroordeling van 2 oktober 2024 niet nakomt. Die veroordeling vloeit voort uit een geschil over de nakoming van een overeenkomst tot overdracht van octrooirechten, waarin is bepaald dat [appellant] 4% van de netto-opbrengst per verkochte machine aan [geïntimeerde 2] moet betalen. De rechtbank oordeelt dat [appellant] tekortschiet in de nakoming, dat de ontbinding door [geïntimeerde 2] terecht is en veroordeelt [appellant] tot betaling van in totaal € 78.272,55, vermeerderd met rente en kosten.

IEF 22905

Entertainment & Recht 2025 was een geslaagde middag

Op 10 september 2025 vond Entertainment & Recht plaats.

Het was een leuke middag in Café Vertigo waarin Marijn Kingma en Michiel Odink een update gaven over de top 10 actualiteiten binnen de entertainmentwereld. De zaal ging actief met elkaar in gesprek, en met name het vonnis in Sena/VCR en de vraagstukken rond deepfakes leverden veel discussies op. Daarna gaf Rob Zimmermann ons een kijkje in de keuken van Netflix. Ook heeft Denis Doeland onze kennis over AI en de invloed op het digitale vermogen bijgespijkerd. We sloten af met een panel over het ONB-arrest, waarbij Peter Marx dit arrest inleidde vanuit Belgisch perspectief. Tijdens het panel bespraken we de gevolgen op de Nederlandse praktijk en rees de vraag of we niet beter af zijn zonder artikelen 7 en 8 van de Auteurswet, en wat mogelijke consequenties daarvan zijn.

Dank aan Marijn Kingma, Michiel Odink, Rob Zimmermann, Denis Doeland, Peter Marx, Vera Nederpelt, Victor den Hollander en Anne Roest Crollius.

IEF 22902

Staat maakt geen inbreuk op auteursrecht SDL

Hof Den Haag 15 jul 2025, IEF 22902; ECLI:NL:GHDHA:2025:1751 (SDL tegen de Staat), https://www.ie-forum.nl/artikelen/staat-maakt-geen-inbreuk-op-auteursrecht-sdl

Hof Den Haag 15 juli 2025, IEF 22902; IT 4948; ECLI:NL:GHDHA:2025:1751 (SDL tegen de Staat). SDL heeft aan de Staat licenties verleend voor gebruik van door haar ontwikkelde software. Het gaat om software die de mogelijkheid biedt om een blauwdruk te creëren voor website-publicaties zodat deze er eenduidig uitzien. In deze zaak vordert SDL schadevergoeding omdat de Staat haar software heeft gebruikt op een wijze die volgens SDL buiten de scope van de verleende licenties valt en daarmee inbreukmakend is. De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen (IEF 21901). SDL was het hier niet mee eens en is in hoger beroep gegaan. SDL vordert nog steeds een schadevergoeding in verband met de auteursrechtinbreuk wegens het zonder toestemming gebruik van de dubbele Blueprint Foundation BPI en BPII en de SSO Foundation naast de RWS Foundation. De vraag is i.c. of de Staat bevoegd was om de in licentie verkregen software meer dan één keer te installeren. Het antwoord hangt af van hetgeen partijen bij de licentieovereenkomst hebben afgesproken, dit moet door uitleg worden bepaald. Bij de uitleg van een overeenkomst komt het aan op de zin die partijen daaraan over en weer redelijkerwijs in de gegeven omstandigheden mochten toekennen. Het gaan om een schriftelijke overeenkomst waarbij niet is onderhandeld.  

IEF 22904

Uitspraak ingezonden door Jacqueline Schaap en Bram Bogaerts, Visser Schaap & Kreijger.

Uitlatingen over financiële steun niet onrechtmatig

Rechtbank Noord-Holland 10 sep 2025, IEF 22904; ECLI:NL:RBNHO:2025:10332 (De stichting tegen [gedaagde]), https://www.ie-forum.nl/artikelen/uitlatingen-over-financiele-steun-niet-onrechtmatig

Rb. Noord-Holland 10 september 2025, IEF 22904; ECLI:NL:RBNHO:2025:10332 (De stichting tegen [gedaagde]). De Rechtbank Noord-Holland buigt zich over een geschil tussen de stichting Famula Boni en [gedaagde] naar aanleiding van uitlatingen in HP/De Tijd (30 oktober 2023) over de relatie tussen [betrokkene 1] (oud-VVD-leider) en [betrokkene 2]. [gedaagde], een neef van [betrokkene 1], verklaart dat [betrokkene 2] in een periode waarin zijn oom oud, ziek en kwetsbaar is op pijnlijke wijze financieel van hem profiteert en hem in drie jaar tijd €85.000 aan bankbetalingen en circa €20.000 contante opnames heeft “ontfutseld”. De stichting vordert een verklaring voor recht dat dit onrechtmatig is, rectificatie en schadevergoeding, zowel wegens aantasting van de reputatie van [betrokkene 1] als van [betrokkene 2]. De rechtbank verklaart de stichting echter niet-ontvankelijk voor zover de vorderingen de eer en nagedachtenis van [betrokkene 1] betreffen: de stichting is pas na de publicatie opgericht, is geen nabestaande en treedt ook niet namens nabestaanden op, zodat van een onrechtmatige daad jegens haar geen sprake kan zijn. Alleen de namens [betrokkene 2] ingestelde vorderingen worden inhoudelijk beoordeeld.

IEF 22903

Eiseres onvoldoende voortvarend opgetreden tegen merk- en modelinbreuk

Rechtbank Den Haag 27 aug 2025, IEF 22903; ECLI:NL:RBDHA:2025:16047 (Eiseres tegen MP), https://www.ie-forum.nl/artikelen/eiseres-onvoldoende-voortvarend-opgetreden-tegen-merk-en-modelinbreuk

Rb. Den Haag 27 augustus 2025, IEF 22903; ECLI:NL:RBDHA:2025:16047 (Eiseres tegen MP). Eiseres drijft een onderneming die zich bezighoudt met de ontwikkeling, productie en verhandeling van voorgerold sigarettenpapier en aanverwante producten. Zij verkoopt jointhulzen die worden geleverd in een cones-vormige verpakking die is vormgegeven volgens het model van Eiseres met daarop het merk 'THE ORGINAL CONES'. Multiple Products (hierna: MP) is een onderneming die zich bezighoudt met de import, export en groothandel in voedings- en genotmiddelen. Zij bieden o.a. voorgerold vloeipapier (cones) aan waarop het teken 'ORIGINAL DUTCH CONES' staat. Eiseres vordert een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis waarin MP verboden wordt inbreuk te maken op de merken en modellen van eiseres. Ook vordert ze een recall en vernietiging van het inbreukmakende materiaal. Eiseres stelt dat MP inbreuk maak door cones te ontwikkelen, produceren, aan te bieden en/of te verkopen in verpakkingsmateriaal waarop het teken ‘ORIGINAL DUTCH CONES’ is afgebeeld en waarvan het uiterlijk een (nagenoeg) identieke vormgeving heeft als de modellen van eiseres. MP maakt hiermee inbreuk op de merken in de zin van artikel 2.20 lid 2 aanhef en sub b en c BVIE en artikel 9 lid 2 sub b en c UMVo. Het teken stemt volgens eiseres in hoge mate overeen met de merken en wordt gebruikt voor dezelfde waren als waarvoor de merken zijn ingeschreven, te weten (verpakt) sigarettenpapier, waardoor bij het publiek verwarring kan ontstaan. Ook stelt eiseres dat het gaat om een bekend merk. 

IEF 22906

Geheimhoudingsbeding negen keer geschonden

Rechtbank Oost-Brabant 13 aug 2025, IEF 22906; ECLI:NL:RBOBR:2025:5016 (Eiser tegen gedaagde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geheimhoudingsbeding-negen-keer-geschonden

Rb. Oost-Brabant 13 augustus 2025, IEF 22906; ECLI:NL:RBOBR:2025:5016 (Eiser tegen gedaagde). Partijen zijn publieke figuren die na beëindiging van hun relatie een vaststellingsovereenkomst met geheimhoudingsbeding hebben ondertekend. Partijen twisten o.a. over de uitleg van het geheimhoudingsbeding, over de vraag of het beding nietig is vanwege strijd met de goede zeden en/of vernietigbaar is vanwege wilsgebreken. Eiser legt aan zijn vordering ten grondslag dat gedaagde het geheimhoudingsbeding heeft geschonden en daardoor een boete is verschuldigd. Gedaagde betwist dit omdat zij vindt dat het raad recht op vrijheid van meningsuiting prevaleert boven het privacybelang van eiser. Voordat de rechter hierover kan oordelen moet er eerst onderzocht worden wat partijen hebben bedoeld met het beding. Bij deze uitleg komt het aan op wat partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen, hebben afgeleid en van hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De redelijkheid en billijkheid spelen hierbij een rol. Eiser beroept zich op de overtreding en moet dit dus ook bewijzen. 

IEF 22901

Geen onderscheidend vermogen voor 3D-merk inhalator van Glaxo: vorm en paarse kleurencombinatie zijn gebruikelijk

Gerecht EU (voorheen GvEA) 23 jul 2025, IEF 22901; ECLI:EU:T:2025:745 (Glaxo Group Ltd tegen EUIPO/Cipla Europe NV), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-onderscheidend-vermogen-voor-3d-merk-inhalator-van-glaxo-vorm-en-paarse-kleurencombinatie-zijn-gebruikelijk

Gerecht EU 23 juli, IEF 22901; IEFbe 3863; ECLI:EU:T:2025:745 (Glaxo Group Ltd tegen EUIPO en Cipla Europe NV). Het Gerecht van de EU verwerpt het beroep van Glaxo Group Ltd. De zaak gaat over een drie-dimensionaal Uniemerk voor de vorm van een doseerinhalator met de kleuren lila (Pantone 2645C) en dieppaars (Pantone 2617C), ingeschreven voor geneesmiddelen voor luchtwegaandoeningen (klasse 5) en inhalatoren (klasse 10). Cipla vraagt in 2014 om nietigverklaring. Na een eerdere vernietiging door het Gerecht in 2023 (alleen wegens gebrekkige motivering), beslist de Tweede Kamer van Beroep in 2024 opnieuw dat het merk geen onderscheidend vermogen heeft en geen onderscheidend vermogen door gebruik heeft verkregen. Het Gerecht bevestigt dat oordeel. De vorm van het merk is de standaardvorm van een inhalator; het gebruik van kleuren (ook twee kleuren verdeeld over kap en behuizing) is al gebruikelijk op de relevante markt op de relevante datum (12 april 2001). Daardoor wijkt het teken niet significant af van wat in de sector normaal is (art. 7(1)(b) Verordening 40/94 jo. art. 51(1)(a)). Bij productvormmerken geldt dat alleen een duidelijke afwijking van de norm kan wijzen op herkomst; louter originaliteit of noviteit is onvoldoende.

IEF 22900

Conclusie A-G Hartlief: Zembla-uitzendingen over granuliet niet onrechtmatig jegens producent

Hoge Raad 29 aug 2025, IEF 22900; ECLI:NL:PHR:2025:911 ([eiseres] tegen Omroepvereniging BNNVARA), https://www.ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-hartlief-zembla-uitzendingen-over-granuliet-niet-onrechtmatig-jegens-producent

Conclusie AG 29 augustus, IEF 22900; ECLI:NL:PHR:2025:911 ([eiseres] tegen Zembla). De zaak draait om uitzendingen van Zembla over het storten van granuliet in natuurplassen. [eiseres] stelt dat Zembla haar reputatie had geschaad door te beweren dat granuliet geen grond is, dat het productcertificaat BRL 9321 niet passend is en dat granuliet (mede door toevoeging van polyacrylamide) schadelijk kan zijn voor mens en milieu. Ook verzet zij zich tegen de ernstige beschuldiging van een oud-officier van justitie dat zij zich aan valsheid in geschrifte en economische delicten schuldig zou hebben gemaakt. De rechtbank acht die laatste uitlating onrechtmatig, maar het hof vernietigt dat oordeel en wijst álle vorderingen af. Het hof past de EHRM-criteria toe voor de afweging tussen art. 10 EVRM (vrijheid van meningsuiting) en art. 8 EVRM (bescherming van reputatie), en oordeelt dat de uitlatingen van Zembla voldoende steun vonden in regelgeving, interne stukken en wetenschappelijke rapporten. Daarbij leest het hof Zembla’s boodschap als: granuliet kan schadelijk zijn. Voor dat standpunt biedt het RIVM-rapport 2023 voldoende basis, ondanks door [eiseres] ingeroepen onderzoeken die het tegendeel zouden suggereren.