Toestemming vereist
Rechtbank Utrecht, 25 maart 2009, KG ZA 09-183. Karel Appel Stichting tegen Kunsthandel Juffermans c.s. (Met dank aan Ricardo Dijkstra en Herwin Roerdink, Van Doorne)
Auteursrecht. Kunsthandel Juffermans wil een boek uitbrengen over het oeuvre van Karel Appel. In dat boek zijn circa 1000 afbeeldingen van werken van Karel Appel opgenomen. De Karel Appel Stichting, die de auteursrechten van Karel Appel beheert, heeft voor dit gebruik geen toestemming gegeven en vordert in kort geding met succes een verbod.
Juffermans voert de volgende weren aan:
- De stichting beschikt niet over alle auteursrechten van Karel Appel.
- Het plaatsen van verkleinde afbeeldingen is geen verveelvoudiging of openbaarmaking in de zin van art 1 Aw.
- Het gebruik valt onder het citaatrecht van artikel 15a Aw.
- Het gebruik is toegestaan op grond van artikel 23 Aw dat de eigenaar van een werk toestaat het werk te verveelvoudigen om de verkoop te bevorderen.
- Het gebruik mag op grond van artikel 10 EVRM niet worden verboden.
- De stichting maakt misbruik van recht (artikel 3:13 BW)
Ad a. de stichting als auteursrechthebbende: Juffermans stelt dat de auteursrechten deels bij anderen dan de stichting rusten. Deze stelling is niet nader onderbouwd. De stichting heeft in het geding gebracht een akte waarbij Appel al zijn rechten overdraagt aan de stichting alsmede het testament van Appel waarbij hij al zijn rechten, voor zover die niet zijn overgedragen, aan de stichting nalaat. De rechter passeert derhalve dit verweer.
Ad b. geen verveelvoudiging/openbaarmaking: Juffermans beroept zich op de uitspraak van de Rechtbank Arnhem van 16 maart 2006 (Zoek alle huizen, IEF 1781) waarin werd geoordeeld dat het plaatsen van verkleinde foto’s van huizen op een website was geoorloofd omdat de auteursrechtelijke trekken van de foto, zoals belichting, afstand en de gekozen hoek, door de verkleining geheel verloren waren gegaan. De rechtbank oordeelt dat deze uitspraak – “daargelaten of deze als juist moet worden geoordeeld” – niet van toepassing is op de onderhavige feiten. Het gaat hier immers om het overnemen van kunstwerken op een wijze waardoor het gehele kunstwerk kerkenbaar, met alle auteursrechtelijk relevante trekken, wordt weergegeven.
Ad c. Citaatrecht: Juffermans beroept zich op het citaatrecht met de stelling dat het in het maatschappelijk verkeer gangbaar is dat dergelijk overzichtswerken worden uitgegeven zonder toestemming van de rechthebbende. De voorzieningen rechter wijst dit verweer af wegen gebrek aan feitelijke onderbouwing.
Voorts meent de voorzieningenrechter, anders dan Juffermans, dat het boek gen zuiver wetenschappelijk karakter heeft. Het zal volgens de rechter in hoge mate gebruikt worden ten dienste van de handel in grafische werken en multiples van Karel Appel en heeft dus in belangrijke mate een commercieel doel.
Daarnaast beroept Juffermans zich op de uitspraak van de Hoge Raad van 26 juni 1992 inzake Damave / Trouw. Daarin oordeelde de Hoge Raad dat het overnemen een afbeelding om een indruk te geven van het werk een toelaatbaar citaat vormde indien het redelijkerwijs als een geheel kan worden beschouwd met de tekst. De voorzieningenrechter wijst erop dat het in Damave / Trouw de overname betrof van een enkele illustratie uit een boek om een indruk van dat boek te geven. De omstandigheden zijn daarom niet vergelijkbaar.
Ten slotte wijst de rechter erop dat het uitbrengen van de catalogus door Juffermans, wezenlijk afbreuk doet aan de exploitatiemogelijkheden van de stichting.
Ad d. De verkoopexceptie: Het beroep op de verkoopexceptie van artikel 23 Aw slaagt evenmin. Van de in dat artikel genoemde doelbegrenzingen is in het onderhavige geval geen sprake.
Ad e. Informatievrijheid: De voorzieningenrechter geeft aan dat niet uit te sluiten is dat er omstandigheden zijn waarbij artikel 10 EVRM aan een beroep op het auteursrecht in de weg staat. In het onderhavige geval is daarvan echter geen sprake. De stelling van Juffermans dat haar catalogus een algemeen belang dient dat zwaarder weegt dan het belang van de stichting gaat niet op. Daarbij is van belang dat de informatievoorziening omtrent de werken van Appel voldoende is gewaarborgd door de activiteiten van de stichting. Van omstandigheden als in het door Juffermans aangehaalde arrest inzake Scientology / Spaink van het hof Den haag van 4 september 2003 is geen sprake. De catalogus stelt geen misstanden of andere ernstige feiten aan de kaak.
Ad f. Misbruik van recht: Anders dan Juffermans, meent de rechter dat er in casu geen onevenredigheid van belangen bestaat waardoor de stichting niet in redelijkheid tot de uitoefening van haar rechten kan komen.
Lees het vonnis hier.
In feite dranken met mout
GvEA, 25 maart 2009, zaak T-191/07, Anheuser-Busch, Inc. tegen OHIM / BudÄjovický Budvar
Eerst even voor jezelf lezen. Gemeenschapsmerk. Oppositieprocedure. Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk BUDWEISER. Oudere internationale woord- en beeldmerken BUDWEISER en Budweiser Budvar. Normaal gebruik van ouder merk. Schending van rechten van verdediging. Motivering. Niet-tijdige overlegging van documenten. Beoordelingsvrijheid verleend bij artikel 74, lid 2, van verordening nr. 40/94. Oppositie toegewezen.
Lees het arrest hier.
Al dan niet in die volgorde
Vzr. Rechtbank Roermond, 18 maart 2009, KG ZA 09-25, Caravan & Camper Limburg B.V. tegen Schipper Caravans (met dank aan Chris Nome, Nome Advocaten).
Handelsnaamrecht. Domeinnaam caravan-camperlimburg.nl (eiser) tegen camper-caravanlimburg.nl (gedaagde). Vorderingen afgewezen. Gebruik als handelsnaam niet aangetoond. Geen onderscheidend vermogen. Liquidatietarief.
4.2. (…) Het enkele gebruik van een domeinnaam levert op zich nog geen gebruik als handelsnaam op. In dit geval is op de website www.camper-caravanlimburg.nl duidelijk de naam van Schippercaravans dan wel “Schade Caravan Camper” vermeld. Op grond van hetgeen door Caravan & Camper Limburg naar voren is gebracht en aan producties is overlegd kan vooralsnog niet als vaststaand worden aangenomen dat sprake is van gebruik door Schipper van de aanduiding www.caravan-camperlimburg.nl als handelsnaam. (…)
4.3. Voor zover Caravan & Camper Limburg heeft willen betogen dat Schipper inbreuk maakt op haar handelsnaam door het gebruik van de woorden “camper”, “caravan” en “Limburg” (al dan niet in die volgorde) overweegt de voorzieningenrechter dat deze woorden uitsluitend beschrijvend zijn voor de betrokken bedrijfsactiviteiten en de regio waarin deze plaatsvinden. Met andere woorden: “camper”, “caravan” en “Limburg” hebben geen –althans onvoldoende- onderscheidende vermogen en zijn algemeen beschrijvende termen die derhalve als zodanig geen inbreuk maken op het handelsnaamrecht van Cravan & Camper Limburg.”
Lees het vonnis hier.
Voor het opheffen van uw decolleté
Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 maart 2009, HA ZA 08-254, Bragel International Inc. tegen Blokker B.V. (met dank aan Armand Killan, Bird & Bird)
Octrooirecht. Eerst even voor jezelf lezen. Octrooi-inbreuk op een Europees octrooi voor een rugloos borstvormsysteem zonder bandjes dat in plaats van een BH te dragen is. Nietigheidsverweer van Blokker verworpen. Inbreuk aangenomen. Inbreukverbod plus alle nevenvorderingen (behalve recall) toegewezen. 1019h proceskosten: €26.820,10.
5.32. Blokker heeft de gestelde inbreuk betwist met geldigheidsargumenten welke geletop het voorgaande niet slagen. Voorts heeft zij gesteld geen inbreuk te maken omdat de doorhaar aangeboden Natuurlijke BeHa niet per definitie bedoeld is "om te dragen in plaats vaneen traditionele BH". Volgens Blokker zegt [het] niets dat over de Natuurlijke BeHa geen gewoneBH wordt gedragen, dat is in ieder geval wel degelijk mogelijk.
5.33. De rechtbank onderkent dat over de Natuurlijke BeHa van Blokker een andere BHkan worden gedragen. Dat neemt niet weg dat Blokker de Natuurlijke BeHa aanbiedt tervervanging van een gewone BH. De rechtbank verwijst hier naar de hieronder afgebeeldebinnenzijde van de verpakking waarin Blokker de Natuurlijke BeHa aanbiedt
5.34. De aanprijzing welke is vermeld op de hierboven afgebeelde binnenzijde van deverpakking luidt:
o Zonder schouderbandjes
o Zelfklevend en zelfsteunend
o Gemaakt van speciaal ontwikkelde siliconengel dat voelt en beweegt
als echte borsten
o Volkomen onzichtbaar en zo comfortabel doordat er geen beha
bandjes aan zitten. (. .. )
o-Met voorsluiting voor het opheffen van uw decolleté
o Creëer verschillende maten en hoogten van de decolleté door de
cups dicht of ver uit elkaar te zetten
o Wasbaar en herbruikbaar
o Makkelijk te gebruiken en te reinigen
o Dé veilige, natuurlijke en goedkope manier voor perfecte borsten
(beter dan opgevulde- of push-up beha's).Deze aanprijzingen maken duidelijk hoe het systeem van de Natuurlijke Beha werkt en datdeze kennelijk is bedoeld om te worden toegepast zonder gebruikmaking van een traditionelebeha. Hieruit, alsmede uit het ter zitting getoonde producf blijkt dat de Natuurlijke Behavan Blokker voldoet aan alle kenmerken van conclusie 1 en daarop derhalve inbreuk maakt.
5.35. Het inbreukverbod kan worden toegewezen voor zover het ziet op Nederland. AangezienBlokker de geldigheid van het octrooi heeft betwist kan een grensoverschrijdendverbod niet worden gegeven.
Lees het vonnis hier.
Valse hoop geven
Kamerstukken II 2008/09, vraagnr. 2009Z04380. Vragen van het lid Zijlstra (VVD) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het niet-werkzame medicijn Artrosilium. (Ingezonden 11 maart 2009)
Vraag 1: Bent u op de hoogte van het bestaan van het middel Artrosilium, dat volgens advertenties zou helpen tegen artrose? Bent u tevens op de hoogte van de agressieve vorm van reclame die voor dit middel gebruikt wordt en van het feit dat de Reclame Code Commissie reeds tot drie keer toe de advertenties van Artrosilium als misleidend heeft bestempeld?
Vraag 4: Deelt u de mening dat agressieve en misleidende reclame voor medische middelen zieke mensen valse hoop
geeft?
Lees alle vragen hier.
EU: reating a Unified Patent Litigation System (UPLS)
Persbericht Commissie EU: “Patents: Commission sets out next steps for creation of unified patent litigation system The European Commission has adopted a Recommendation to the Council that would provide the Commission with negotiating directives for the conclusion of an agreement creating a Unified Patent Litigation System (UPLS). The UPLS would increase legal certainty, reduce costs and improve access to patent litigation for businesses, in particular SMEs. The court structure to be established in the framework of the UPLS would have jurisdiction both for existing European patents and for future Community patents. This constitutes a further significant step in the pursuit of the EU's patent reform agenda.”
Lees het persbericht hier.
Het doel en de middelen vaststellen
Vzr. Rechtbank Rotterdam 24 maart 2009, LJN: BH7630 & LJN: BH7631 (Persoongegevens en foto’s op stopkindersex.com)
Wie gaat over de inhoud van een website? Linkverbod. "Hoewel gedaagde niet juridisch eigenaar is van betreffende internetsite, kan zij wel worden aangemerkt als degene die met betrekking tot deze website het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt. Publiceren op internet zonder toestemming van eiser van zijn persoonsgegevens is onrechtmatig want in strijd met de wet bescherming persoonsgegevens en met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Onrechtmatigheid kan niet worden ontnomen wegens zwaarder wegen van recht op vrije meningsuiting ten opzichte van recht op persoonlijke levenssfeer. Publicatie werkt immers eigenrichting in de hand, hetgeen ernstige gevolgen heeft of kan hebben voor eiser."
(...) Dit brengt mee dat van gedaagde mag worden verwacht dat zij de link en/of enige andere verwijzing naar de websites www.dutchpedophilesexposed.org en www.dutchpredetors.org van de website www.stopkindersex.com verwijdert, dan wel doet verwijderen, op straffe van de na te noemen, gematigde, dwangsom en binnen de na te noemen termijn. In zoverre is het gevorderde onder 1 in het petitum materieel in beperkte zin toewijsbaar.
Lees de vonnissen hier en hier.
Let op: omnummeren
Vandaag is Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk (Gecodificeerde versie) gepubliceerd. Hiermee wordt Verordening (EG) nr. 40/94 gecodificeerd. De nieuwe verordening treedt in werking op de twintigste dag volgend op de dag van publicatie, dus op maandag 13 april a.s.
De Verordening bevat een "handige" transponeertabel, voor diegenen die net alle artikelnummers uit het hoofd hadden geleerd. Ook hier geldt: 'Verwijzingen naar de ingetrokken Verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige Verordening.'
Lees de nieuwe verordening hier.
Van louter plaatselijke betekenis
GvEA, 24 maart 2009, gevoegde zaken T-318/06 tot en met T-321/06, Alberto Jorge Moreira da Fonseca, Lda tegen OHIM.
Merkenrecht. Nietigheidprocedure tegen gemeenschapsbeeldmerken GENERAL OPTICA, in verschillende kleuren, op grond van oudere handelsnaam Generalóptica. Vordering tot nietigverklaring wordt afgewezen, nu het oudere recht niet meer dan alleen een plaatselijke betekenis heeft.
32. Krachtens artikel 52, lid 1, sub c, van verordening nr. 40/94, gelezen in samenhang met artikel 8, lid 4, van deze verordening, kan het bestaan van een ander teken dan een merk leiden tot nietigverklaring van een gemeenschapsmerk wanneer dit andere teken cumulatief aan vier voorwaarden voldoet: het moet worden gebruikt in het economisch verkeer; het moet een meer dan alleen plaatselijke betekenis hebben; de rechten op dit teken moeten zijn verkregen overeenkomstig het recht van de lidstaat waar het teken vóór de indiening van de gemeenschapsmerkaanvraag werd gebruikt; tot slot moet dit teken de houder ervan het recht verlenen om het gebruik van een later merk te verbieden. Deze vier voorwaarden beperken het aantal andere tekens dan merken die kunnen worden aangevoerd ter bestrijding van de geldigheid van een gemeenschapsmerk op het gehele grondgebied van de Gemeenschap overeenkomstig artikel 1, lid 2, van verordening nr. 40/94.
(…) 44. Uit de door verzoekster geleverde bewijzen blijkt niet dat de betekenis van het in casu ingeroepen teken niet alleen plaatselijk is in de zin van artikel 8, lid 4, van verordening nr. 40/94. (…) dat het betrokken teken op het tijdstip dat de inschrijving van de eerste twee gemeenschapsmerken werd aangevraagd, sinds bijna tien jaar enkel werd gebruikt voor een voor het publiek openstaande vestiging in de Portugese plaats Vila Nova de Famalicão, die 120 000 inwoners heeft. Ondanks haar uiteenzettingen ter terechtzitting, heeft verzoekster geen elementen aangevoerd die haar bekendheid bij de verbruikers of haar handelsbetrekkingen buiten voormelde plaats aantonen. Evenmin heeft verzoekster aangetoond dat zij een reclameactiviteit had ontwikkeld om haar vestiging buiten die stad te promoten. De handelsnaam Generalóptica heeft dus een strikt plaatselijke betekenis in de zin van artikel 8, lid 4, van verordening nr. 40/94.
45 . Anders dan verzoekster lijkt te betogen, brengt deze conclusie geen schending van het subsidiariteitsbeginsel mee. Volgens de tweede en de derde overweging van de considerans van verordening nr. 40/94 is het bestaan van een communautair merkensysteem een gevolg van de toewijzing aan de Europese Unie van de bevoegdheden inzake de interne markt, waarmee de hindernis van de territorialiteit van de rechten die de wetgevingen van de lidstaten aan de houders van merken verlenen, moeten worden opgeheven. Derhalve kan het subsidiariteitsbeginsel geen rol spelen. Bovendien dient te worden benadrukt dat de rechtsregeling inzake het gemeenschapsmerk de nationale rechten niet buiten beschouwing laat, aangezien zij voorziet in mechanismen aan de hand waarvan rekening kan worden gehouden met het bestaan van oudere nationale tekens. Dit is met name het geval voor artikel 106 van verordening nr. 40/94, voor oudere rechten als bedoeld in artikel 8 of artikel 52, lid 2, van die verordening, en daaronder voor tekens van meer dan alleen plaatselijke betekenis. Dit is ook het geval voor artikel 107 van verordening nr. 40/94, voor tekens van plaatselijke betekenis. In casu zal de mogelijkheid van het naast elkaar bestaan van de gemeenschapsmerken GENERAL OPTICA en de handelsnaam Generalóptica in het kader van een andere procedure moeten worden onderzocht tegen de achtergrond van artikel 107 van verordening nr. 40/94, op basis waarvan de houder van een ouder recht van plaatselijke betekenis, bezwaar kan maken tegen het gebruik van een gemeenschapsmerk op het grondgebied waarop dit recht wordt beschermd.
46. Gelet op het voorgaande moet worden geconcludeerd dat de handelsnaam Generalóptica geen teken van meer dan alleen plaatselijke betekenis is in de zin van artikel 8, lid 4, van verordening nr. 40/94.
47. Aangezien de voorwaarden van artikel 8, lid 4, van verordening nr. 40/84 cumulatief zijn, volstaat het dat aan één van die voorwaarden niet is voldaan om een vordering tot nietigverklaring van gemeenschapsmerken af te wijzen.
Lees het arrest hier.
Op het randje van het toelaatbare
Bas Kist, Shieldmark.Zacco: Op het randje van het toelaatbare. (Gepubliceerd in NRC Handelsblad, 23 maart 2009).
Door het nabootsen van elkaars werk proberen reclamemakers elkaar de loef af te steken. Op dit ogenblik voeren de bieren Bavaria en Heineken een klein tv-oorlogje. De nieuwe Bavariacommercial is duidelijk geïnspireerd op de Heinekencommercial Walk in de fridge. Of, om het anders te zeggen, het is een regelrechte kopie. Gewoon overgenomen en er een Bavariagrap aan toegevoegd. Het is niet de eerste keer dat Bavaria in zijn reclame-uitingen gebruik maakt van Heinekenmateriaal. Een aantal jaren geleden wist de brouwer uit Lieshout onverwachts de bekende ‘drie vrienden’ te strikken, de drie mannen die Heinekendochter Amstel jarenlang voor haar reclames had gebruikt. Plotseling dronken deze vrienden geen Amstel meer, maar lieten ze vanaf een tropisch eiland weten dat ze nu eerst maar eens aan de Bavaria gingen.
Met dergelijke reclames beweegt Bavaria zich op de grens van wat in juridisch opzicht geoorloofd is. Ik acht de kans tamelijk groot dat de brouwer met zijn nieuwste commercial die grens zelfs overschrijdt.
Lees het artikel hier.