HvJ EU: Geen tweede ABC bij samenstelling met andere werkzame stof
HvJ EU 12 december 2013, zaak C-443/12 (Actavis tegen Sanofi) - dossier
Prejudiciële vragen gesteld door High Court of Justice, Chancery Division.
Octrooirecht. Aanvullend beschermingscertificaat. Uitlegging van artikel 3, sub a en c, van [ABC-verordening]. Voorwaarden voor afgifte van een aanvullend beschermingscertificaat – Begrip „product dat wordt beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi”. Criteria: Mogelijkheid een certificaat af te geven voor elk geneesmiddel in geval van een basisoctrooi voor meerdere geneesmiddelen.
Het hof verklaart voor recht:
In omstandigheden als die in het hoofdgeding, waarin een octrooihouder op basis van een octrooi dat een vernieuwende werkzame stof beschermt en van een vergunning voor het in de handel brengen van een geneesmiddel dat deze stof als enige werkzame stof bevat, reeds een aanvullend beschermingscertificaat voor deze werkzame stof heeft verkregen, zodat hij zich kon verzetten tegen het gebruik van deze werkzame stof alleen of in combinatie met andere werkzame stoffen, moet artikel 3, sub c, van [ABC verordening] aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat op basis van hetzelfde octrooi, maar van een latere vergunning voor het in de handel brengen van een ander geneesmiddel dat deze werkzame stof in samenstelling met een andere, als zodanig door dit octrooi niet beschermde werkzame stof bevat, de octrooihouder een tweede aanvullend beschermingscertificaat voor deze samenstelling van werkzame stoffen verkrijgt.
Gestelde vragen:
„1) Wat zijn de criteria voor de beslissing of ,het product wordt beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi’ in de zin van artikel 3, sub a, van verordening [nr. 469/2009]?
2) Staat verordening [nr. 469/2009], en met name artikel 3, sub c, ervan, in een situatie waarin meerdere producten worden beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi eraan in de weg dat voor elk van de beschermde producten een certificaat wordt afgegeven aan de octrooihouder?”

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht van 12 juli 2012, Rivella International / BHIM – Baskaya di Baskaya Alim (BASKAYA) (T170/11) houdende verwerping van het beroep tegen de beslissing van de vierde kamer van beroep van het BHIM inzake een oppositieprocedure tussen Rivella International AG en Baskaya di Baskaya Alim e C. Sas. Gevaar voor verwarring tussen een beeldteken met het woordelement „BASKAYA” en een ouder internationaal beeldmerk met het woordelement „Passaia”. Schending van artikel 42, leden 2 en 3, van Merkenverordening. Onjuiste beoordeling van het onderzoek van de oppositie.
A) Gemeenschapsmerk – Beroep ingesteld door de aanvrager van het woordmerk "360° SONIC ENERGY" voor waren van klasse 21 en strekkende tot vernietiging van beslissing R 1094/20102 van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 25 mei 2011 houdende verwerping van het beroep tegen de weigering van de oppositieafdeling om dit merk in te schrijven in het kader van de oppositie ingesteld door de houder van het internationale woordmerk "SONIC POWER" voor waren van de klassen 3 en 21. Het beroep wordt afgewezen. Sonic is niet beschrijvend voor een gewone tandenborstel. Het element 360° is een wiskundig concept en wordt meer gezien als een technische specificatie voor de associatie met een gehele en kwalitatieve schoonmaak van het gebit.
B) Gemeenschapsmerk – Vernietiging van beslissing R 799/20112 van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 15 december 2011, houdende verwerping van het beroep tegen de weigering van de onderzoeker tot inschrijving van het woordmerk „SMARTBOOK” voor waren van de klassen 9, 16 en 28. Het beroep wordt afgewezen. Verzoekster stelt dat niemand gebruik maakt van de term "smartbook" als een productcategorie, deze productcategorie heeft nooit bestaan. Zelf zou verzoekster het "merk SMARTBOOK" gebruiken om voor netbooks , notebooks , pc's aan te prijzen en niet voor een specifiek type of klasse van laptops.
C) Gemeenschapsmerk – Beroep ingesteld door de houder van de gemeenschaps- en nationale woordmerken „GRANINI” voor waren van klasse 32 en strekkende tot vernietiging van beslissing R 2393/20112 van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 6 september 2012 houdende verwerping van het beroep tegen de afwijzing door de oppositieafdeling van de oppositie ingesteld door verzoekster tegen de aanvraag tot inschrijving van het beeldmerk met het woordelement „PANINI” voor waren van klasse 32. Het beroep wordt afgewezen. Een lage fonetische overeenstemming is onvoldoende om eenzelfde gelijke indruk te wekken.
D) Gemeenschapsmerk – Beroep ingesteld door de aanvrager van het beeldmerk met de woordelementen „SUPER GLUE” voor waren van de klassen 1 en 16, en strekkende tot vernietiging van beslissing R 1147/20104 van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 12 september 2011 houdende verwerping van het beroep tegen de gedeeltelijke weigering van de oppositieafdeling om dit merk in te schrijven in het kader van de oppositie ingesteld door de houder van het nationale woordmerk „SUPERGLUE” voor waren van de klassen 1 en 16. Het beroep wordt afgewezen.
Bijdrage ingezonden door Henrike Bongers,
Uitspraak ingezonden door Sven Klos, Dirk Visser en Nils Winthagen,
Uitspraak ingezonden door Jasper Klopper en Josine van den Berg, 

Merkenrecht. Absolute weigeringsgrond. Stada heeft internationaal woordmerk