Europees Octrooibureau publiceert herdruk van 'National Law relating to the EPC'
Bijdrage ingezonden door Cees Mulder, Maastricht University.
Het Europees Octrooibureau heeft een herdruk uitgegeven van de brochure 'National Law relating to the EPC' (16e editie), waarin octrooizaken worden beschreven die relevant zijn op het grensgebied tussen het Europese octrooiverdrag (EPC) en de octrooiwetgeving in de deelnemende Staten waarvoor het Europees octrooi verleend wordt. Op allerlei momenten in de Europese procedure zijn er wettelijke bepalingen in de nationale octrooiwetten waarmee de octrooiaanvrager rekening dient te houden. Zowel aan het begin van, tijdens, als na afloop van de octrooiverleningsprocedure door het Europees Octrooibureau zijn er bepalingen in de nationale octrooiwetten waaraan de octrooiaanvrager of -houder moet voldoen om zijn recht in de betreffende staat in stand te houden; als hij zich niet aan deze nationale vereisten houdt, kan er (onomkeerbaar) rechtsverlies optreden in de betreffende Staat. Derhalve moet de aanvrager of octrooihouder bepaalde stappen verrichten voor de octrooi-instanties van de deelnemende Staten om er zeker van te zijn dat hij recht heeft en houdt op het octrooi in die Staat.
In de Brochure 'National Law relating to the EPC' worden alle aspecten van de interface tussen het Europese octrooiverdrag en de nationale octrooiwetten beschreven. Het is een beknopte en betrouwbare gids van de belangrijkste bepalingen en voorschriften van het nationale recht van de verdragsluitende Staten die van toepassing zijn op Europese octrooiaanvragen en verleende octrooien. De Brochure wordt gebruikt door octrooiaanvragers, octrooihouders en alle andere betrokkenen bij het Europese octrooistelsel.
Nadeel van een gedrukte versie is dat de informatie snel verouderd. Op de website van het Europees Octrooibureau is een HTML-versie van de Brochure te vinden, die doorlopend wordt bijgewerkt.
De Brochure 'National Law relating to the EPC' omvat de volgende hoofdstukken:
I National legal bases
II Filing of European patent applications pursuant to Article 75 (1) b) and (2) EPC
III.A Rights conferred by a European patent application after publication pursuant to Article 93 EPC (Article 67 EPC)
III.B Translations for obtaining provisional protection pursuant to Article 67 (3) EPC
IV Translation requirements after grant (Article 65 EPC)
V Authentic text of a European patent application or European patent (Article 70 EPC)
VI Payment of renewal fees for European patents
VII Conversion of European patent applications or patents into national patent applications
VIII Payment of fees
IX Registering a transfer, licences and other rights in respect of a European patent in the national patent register
X Miscellaneous
Procesrecht. Rechtspraak.nl: Toewijzing verzoek openstellen hoger beroep tegen tussenvonnis dat bindende eindbeslissingen bevat ten aanzien van vordering in conventie en waarin deskundigenonderzoek is gelast ten aanzien van vordering in reconventie. In kort geding is beslist dat gedaagde in conventie het volgens het tussenvonnis in conventie voor toewijzing gereed liggende bedrag aan gedaagde in conventie dient te betalen. Belang voor eiser in conventie om zowel tegen dat kortgedingvonnis als tegen het bodemvonnis in conventie in hoger beroep op te kunnen komen. Geringe samenhang tussen beoordeling die in conventie en in reconventie dient plaats te vinden. Conventionele vordering, mogelijkheid van tussentijds hoger beroep tegen tussenvonnis, wordt toegewezen.


Voorlopige getuigenverhoren (beperkt tot vijf) toegewezen. Toepassing 1019h Rv, omdat beide partijen proceskosten op grond daarvan vorderen. GTG verzoekt de rechtbank een voorlopig getuigenverhoor te bevelen. Zij legt aan het verzoek ten grondslag dat Hendrix inbreuk heeft gemaakt op
Uitspraak mede ingezonden door Gino van Roeyen, Marga van Gerwen en Monique Hennekens,
A) Gemeenschapsmerk – Beroep tot vernietiging van beslissing R 480/20124 van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 6 augustus 2012 houdende verwerping van het beroep tegen de gedeeltelijke weigering van de onderzoeker om het woordmerk „WorkflowPilot” in te schrijven voor waren en diensten van de klassen 9, 41 en 42. Het beroep wordt afgewezen, vanwege beschrijvend karakter.
B) Gemeenschapsmerk – Beroep ingesteld door de aanvrager van het beeldmerk in zwart en wit dat een adelaar voorstelt en het woordelement „ABSACKER of Germany” bevat, voor waren van de klassen 25, 32 en 33, strekkende tot vernietiging van beslissing R 1028/20111 van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 21 maart 2012, waarbij is vernietigd de beslissing van de oppositieafdeling houdende afwijzing van de oppositie van de houder van de nationale beeldmerken in zwart, oranje en wit die het woordelement „ABSACKER” bevatten, voor waren van de klassen 25, 33 en 43. Het beroep wordt afgewezen.
E) Gemeenschapsmerk – Beroep door de aanvrager van het beeldmerk met het woordelement „
"Artikel 25fa: De maker van een kort werk van wetenschap waarvoor het onderzoek geheel of gedeeltelijk met publieke middelen is bekostigd, heeft het recht om dat werk na verloop van een redelijke termijn na de eerste openbaarmaking ervan, om niet beschikbaar te stellen voor het publiek, mits de bron van de eerste openbaarmaking daarbij op duidelijke wijze wordt vermeld."
Vraag 2: Wanneer en waarom is sprake van inbreuk op het auteursrecht bij het ondertitelen van films zoals de ondertitelsites doen?
Uitspraak ingezonden door John Allen,