Geen sprake van schending van eer en goede naam door wethouder

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 1 november 2016, IEF 16352; ECLI:NL:GHSHE:2016:4850 (X tegen Gemeente Brunssum) Schending eer en goede naam. Onrechtmatige daad. Geïntimeerde is wethouder bij de gemeente (geweest). Hij was verantwoordelijk voor de uitvoering van het zogenoemde ‘Masterplan Brunssum. Appellant is de zoon van senior, die raadslid is geweest bij de gemeente. Senior heeft zich een column in het huis-aan-huis-blad kritisch uitgelaten over onder meer het mede door de wethouder uitgevoerde beleid van de gemeente ten aanzien van het Masterplan Brunssum. Naar oordeel van het hof is er geen sprake van een schending van de eer en goede naam van appellant in de door hem gestelde zin. De enkele onjuiste suggestie van de wethouder (dat appellant cliënten in hun bezwaarprocedure tegen gemeentelijke plannen zou hebben bijgestaan met als gevolg vertraging van de uitvoering van die plannen), kan niet worden gezien als een uitlating die de reputatie van appellant schendt en evenmin als een beschuldiging of suggestie van niet-integer handelen. Er is geen sprake van onrechtmatige gedragingen, waarvoor de gemeente of geïntimeerde aansprakelijk zijn.