Reclamerecht  

IEF 1127

Misbruik van merknaam

KPN’s Comparative Advertising Tour 2005 is op weg naar Tiscali. Na redelijk succesvolle juridische en mediaveldslagen met Pretium, Tele2, Wanadoo  en Casema eist KPN volgens de Telegraaf "volgende week in een kort geding voor de rechtbank in Amsterdam dat de internetaanbieder zijn reclamecampagne staakt voor internet en telefonie zonder een KPN-abonnement. Volgens KPN zijn de reclames misleidend en wordt misbruik gemaakt van zijn merknaam. Een woordvoerster van KPN zei vrijdag dat concurrenten „steeds vaker bewust bezig zijn met het overtreden van de reclameregels”. „Zij trekken daarbij vergelijkingen met de grote marktpartij, die niet blijken te kloppen.”  Lees hier meer.

IEF 1123

Vrijdagmiddagbericht

Toeval of niet? In ieder geval voer voor IE-advocaten. De nieuwe commericial van iPod lijkt sprekend op de commerical voor de schoenen van Lugz van drie jaar geleden. "De gelijkenis is erg groot", aldus Larry Schwartz, vice-president bij Lugz. "We hebben Apple hoog zitten en begrijpen niet hoe dit heeft kunnen gebeuren." Lees hier en hier en hier berichten over deze merkwaardige gebeurtenis.

IEF 1104

Ondertussen in België

"Foto's waarin tabaksreclame in verwerkt is zijn strijdig met de wetgeving. Wij hebben dit ook al gemeld aan de Raad van de Journalistiek zodat zij dit ook kunnen doorgeven aan alle media. Wij houden eraan u hierover te informeren (...) Schumacher die een testrit maakt in Italië (waar tabaksreclame bovendien niet mag) is geen internationaal evenement, maar een fait-divers. In dat geval is (incidentele of toevallige) tabaksreclame verboden.

Ook indirecte reclame kan niet. M.a.w. het argument dat een tabaksproducent ook kleding maakt gaat niet op. Wanneer zij hun naambekendheid halen uit hun tabaksproducten maakt de kledij op een indirecte manier reclame voor rookwaren." Lees hier meer.

IEF 1093

L versus LL

Philips heeft in de strijd tegen naamsverwarring wel een heel opmerkelijke zet gemaakt. Het Nederlandse elektronicabedrijf sponsort de populaire Amerikaanse activiteitenrubriek 60 Minutes. Om een eind te maken aan de verwarring met het Amerikaanse energiebedrijf Phillips, met dubbel l,  kocht Philips de reclamezendtijd van het programma op. Philips liet de spotjes vervolgens expres weg, zodat het programma in één keer werd uitgezonden. 'Briljant', zo reageerde correspondent Ed Bradley. 'Amerikanen ergeren zich volgens Bradely in toenemende mate aan onderbrekingen door reclames.' Uiteraard werd voor en na de uitzending duidelijk gemaakt dat het programma en de (lege) reclameblokken waren aangeboden door Philips. Kosten: 2 miljoen dollar.

IEF 1091

Schaars

Het ANP bericht dat de nieuwste commercial van Scarlet niet in strijd is met de goede smaak en zeden. In de reclame zijn een schaars geklede volwassen vrouw en een  dito kind te zien. De Reclame Code Commissie is van oordeel dat de ongeveer 100 klachten een subjectief karakter hebben. Volgens de deskundigen poseert het kind in de reclame niet als lustobject en werkt haar presentatie eerder vertederend. De Reclame Code Commissie kan met het spotje leven, omdat door de mannenstem het geheel een humoristisch karakter krijgt. "Dat relativeert het seksueel getinte karakter van het spotje'', staat in de uitspraak van de commissie. Lees het gehele bericht o.a. hier.

IEF 1080

Geschenken en Gastvrijheid

CGR nieuwsbrief nr. 3 / 2005: Met o.a. Regels sponsering patiëntenorganisaties - Vermelding therapeutische klasse bij geschenken en gastvrijheid - Verduidelijking artikel 12 Gedragscode - Bijeenkomst Codecommissie en Commissie van Beroep - Advies Codecommissie over zorgverzekeraars. Lees nieuwsbrief hier.

IEF 1076

Geslamd of niet?

KPN en Pretium blijven elkaar in de haren vliegen. De inkt van het kort geding vonnis begin deze maand (zie hier) is nog maar net droog, of weer stuurt KPN een dagvaarding uit naar Pretium, ditmaal naar aanleiding van een paginagrote advertentie van Pretium die woensdagmorgen in twee landelijke dagbladen is verschenen. Volgens KPN maakt zijn kleinere branchegenoot zich schuldig aan laster. "Pretium probeert zich te profileren over de rug van KPN", aldus een woordvoerder van KPN.

Pretium beschuldigt KPN in de advertentie van 'slamming' (het overzetten van CPS naar KPN klanten en vice-versa, zonder dat de betreffende consumenten hiertoe opdracht hebben gegeven). Deze beschuldiging had Pretium eerder al geuit in waarschuwingsbrieven aan haar klanten, waarover eerdergenoemd kort geding onder meer handelde en waarover de rechter oordeelde dat deze brieven toegestaan waren. Uit onderzoek van de OPTA bleek immers niet dat KPN, na in 2004 veelvuldigd 'geslamd' te hebben, dit thans niet meer deed.

Kennelijk was dit oordeel van de rechter aanleiding (of beter: groen licht) om de vermeende slamming praktijken van KPN maar in een pagina grote advertentie te plaatsen. Wordt ongetwijfeld vervolgd. Lees hier iets meer.

IEF 1056

Voorshands niet onder het bereik

Vers op rechtspraak.nl: Rechtbank Arnhem, 14 oktober 2005, LJN: AU4312,131513. Kort geding Astrazeneca, Merck Sharp & Dohme, Pfizer en Altana Pharma tegen Menzis.

De zaak betreft een geschil tussen een aantal farmaceutische fabrikanten en zorgverzekeraar Menzis over het voorstel van de verzekeraar in de Module ‘Rationeel voorschrijven’ om artsen die relatief goedkope cholesterolverlagende en maagzuurremmende medicijnen in plaats van duurdere voor te schrijven, een premie in het vooruitzicht te stellen.

Volgens de voorzieningenrechter maakt de verzekeraar daarmee reclame voor zichzelf als zorgverzekeraar, door zich te profileren als een kostenbesparende verzekeraar, dan wel als een verzekeraar die nadenkt over de herverdeling van de beperkt beschikbare middelen. Deze reclame is niet van belang voor dit kort geding. Het optreden van de zorgverzekeraar kan tot gevolg hebben dat de relatief goedkope geneesmiddelen beter verkocht gaan worden ten nadele van de omzet in spécialité’s. In zoverre kan zijn optreden het effect van reclame voor deze generieke geneesmiddelen hebben.

De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat Menzis c.s. als zorgverzekeraar niet onder het bereik van het Reclamebesluit valt. Het voorgaande laat onverlet dat Menzis c.s. desbewust een situatie kan creëren waarin het voorschrijven van geneesmiddelen op een ontoelaatbare wijze wordt gepropageerd en waardoor derden schade lijden.
Menzis c.s. mag geen reclame maken voor geneesmiddelen omdat zij de artsenijbereidkunst niet mag uitoefenen, stelt AstraZeneca c.s. terecht. Voorshands is de voorzieningenrechter echter van oordeel dat deze regel in het kader van dit geschil niet aan de orde is, omdat, zoals hiervoor is overwogen, Menzis c.s. niet op grond van de inhoud reclame maakt – de reclame die het professionele voorschrijfbeleid van de arts raakt –, maar een reclame maakt voor haar eigen beleid die een commercieel effect heeft bij de uiteindelijke keuze van de arts.

Als Menzis c.s. de reclame al mag maken, dan is deze volgens AstraZeneca c.s. ongeoorloofd omdat het niet toegestaan is de arts te beïnvloeden in zijn voorschrijfbeleid. Van die beïnvloeding naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake is. Menzis c.s. handelt volgens AstraZeneca c.s. in strijd met het verbod reclame te maken voor receptgeneesmiddelen. Het verbod bestaat omdat beïnvloeding van de arts in zijn voorschrijfbeleid ontoelaatbaar is. Ook dit betoog strandt op hetgeen hiervoor is overwogen.

De farmaceutische fabrikanten stellen dat de zorgverzekeraar zich door de premies toe te zeggen in een streng gereguleerde markt wringt. Deze strenge regulering van de markt betreft vooral de reclame en de kostenbeheersing. De strenge regulering van de markt dient een aantal doeleinden. Dat zijn vooral: - de vrijheid van de arts om aan de hand van zijn professionele normen medicijnen voor te schrijven, - de normen waaraan reclame voor geneesmiddelen ten aanzien van inhoud en verspreiding in het belang van de volksgezondheid en – in dat kader – een goede publieksvoorlichting moet voldoen, - de beheersing van de kosten in de gezondheidszorg, - de kwaliteit van de gezondheidszorg. Op deze markt spelen de fabrikanten van geneesmiddelen een belangrijke rol. Zij hebben als fabrikanten commerciële belangen.

Niet één van de hier bedoelde regels biedt een bijzondere bescherming voor die commerciële belangen. Waar de fabrikanten stellen dat zij door het optreden van de zorgverzekeraar in deze belangen worden geschaad, zouden al hun stellingen dus kunnen stranden op het oordeel dat zij zich beroepen op overtreding van normen die niet strekken tot bescherming van de commerciële belangen waarin zij stellen te worden geschaad. De stellingen van partijen dwingen tot een nader onderzoek, waarbij aan de orde is de vraag of de zorgverzekeraar hetzij door overtreding van enige wettelijke regel, hetzij door gebruik te maken van de ruimte die de wet hem laat, onrechtmatig nadeel toebrengt aan de fabrikanten. Daarvan is volgens de kort gedingrechter geen sprake.

De belangrijkste redenen voor die conclusie zijn: - het gegeven dat de zorgverzekeraar het voorschrijven van de goedkopere middelen weliswaar propageert, maar dat doet voor de situatie waarin de arts reeds op grond van zijn professionele normen een keuze heeft gemaakt die het voorschrijven van deze middelen mogelijk maakt, - het feit dat de bijzondere regelingen geen verboden opleggen aan de zorgverzekeraars, - het feit dat, het voorgaande in aanmerking genomen, er geen normen zijn die zich verzetten tegen een optreden van de zorgverzekeraar als verzekeraar (dus, deels, als financier van de afnemers binnen de gezondheidszorg) waardoor de omzet van eiseressen wordt verkleind, met andere woorden: - het feit dat de regelingen in de gezondheidszorg commerciële belangen ongemoeid laten.

Lees vonnis hier.
IEF 1055

Vrijdagmiddagberichten

- Verplicht, subsidiair vermakelijk leesvoer voor IE-rechters en advocaten die de overstap willen maken: Open brief aan de opvolger van Mr. Justice Laddie bij het Britse Patents Court, de voormalige advocaat David Kitchin QC. "One legal newspaper, in the context of an article about Hugh Laddie, has described this letter as "particularly bitter".... a description I do not recognise. The letter is intended to be constructive and positive, and written in a light tone." Lees de brief hier.

- The Yomiuri Shimbun newspaper was awarded compensation from a small Internet firm that uses its news headlines as links. On clicking a headline, a web user is forwarded to the Japanese site of search giant Yahoo!, which provides the article. Presiding Judge Tomokatsu Tsukahara said that headlines were still in a legal gray area as they are not mentioned under Japan's Copyright Law. He did not order Digital Alliance to pull the Yomiuri headlines off its website. Lees hier meer.

- Uit de refererlijst: "Because of herbezinning stayed away" Interessant resultaat van een door een buitenlandse lezer via Babelfish vertaald bericht op IEForum.nl. Lees de vertaling hier.

- Verwarringsgevaar, inhoudende gevaar van associatie. Naar aanleiding van een artikel in het advocatenblad van oktober: wat zal de perceptie zijn van de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument?

Stephen Jakobi                      Charles Gielen

IEF 1051

Drie mededelingen van de Stichting CGR

Op 27 oktober aanstaande organiseert de Vereniging Farmacie en Recht in Amsterdam een rondetafelconferentie met als thema vergelijkende geneesmiddelenreclame. De titel van deze middagconferentie is ‘Aantoonbaar juist? De rondetafelconferentie is vrij toegankelijk voor belangstellenden.

In de jurisprudentie over vergelijkende geneesmiddelenreclame speelt bij de vraag of een vergelijkende claim ‘aantoonbaar juist’ is, het zogeheten ‘twee studies-criterium’ een beslissende rol. Een vergelijkende claim moet worden onderbouwd met twee vergelijkende studies, waaraan allerlei eisen worden gesteld. Het twee studies-criterium wordt vrij strikt toegepast, waardoor het speelveld voor vergelijkende geneesmiddelenreclame erg klein is. Dit wordt door meerdere partijen in toenemende mate als onwenselijk ervaren. Het plaatst Nederland bovendien in een uitzonderingspositie ten opzichte van andere landen in Europa.
Niet alleen bij vergelijkende reclame wordt een onderbouwing verlangd. De eigenschappen van geneesmiddelen worden in diverse stadia en vanuit diverse perspectieven door diverse disciplines beoordeeld, zoals in het kader van onderzoek, registratie en opneming in standaarden.

Tijdens de rondetafelconferentie zal de vraag wanneer een (geclaimde) eigenschap voldoende onderbouwd wordt geacht, vanuit al deze verschillende perspectieven worden benaderd. Het doel is te komen tot beantwoording van de vraag: is het twee studies-criterium ‘aantoonbaar juist’?

- Met ingang van 1 april 2005 is artikel 12 van de Gedragscode en de toelichting daarbij aangepast. De essentie van deze nieuwe regel is dat samenkomsten die bedrijven op grond van de Gedragscode niet mogen organiseren, ook niet anderszins door financiering (mede) mogelijk mogen worden gemaakt (laten organiseren, laten sposoren). Teneinde hierover elk misverstand uit de weg te gaan heeft het bestuur besloten artikel 12 van de Gedragscode te herformuleren. Inhoudelijk betekent dit geen wijziging ten opzichte ven de tekst die m.i.v. van 1 mei jl. gold.

- Op verzoek van de Landelijke Huisartsenvereniging  (LHV) heeft de Codecommissie van de CGR een standpunt geformuleerd over de toelaatbaarheid van bepaalde afspraken tussen zorgverzekeraars en huisartsen in medewerkersovereenkomsten. Het gaat dan met name om de koppeling van bepaald voorschrijfgedrag aan financiële prikkels. De Codecommissie concludeert dat door deze afspraken zowel de zorgverzekeraar als de artsen in strijd handelen met het Reclamebesluit Geneesmiddelen (RBG) en de artsen tevens in strijd handelen met de CGR Gedragscode (Advies A05.027).

Lees hier meer.