De voorzieningenrechter is van oordeel dat de informatie die via de website van WMS verkregen kan worden een databank vormt op grond van de Databankenwet.
Op de website kan op verschillende manieren gezocht worden en de gevraagde informatie kan ook gecategoriseerd worden opgevraagd. Dat de informatie op de site met name URL’s betreft, betekent niet dat dit geen gegevens zijn. De URL’s verwijzen naar afzonderlijke websites die vervolgens bezocht kunnen worden, waardoor wel degelijk gegevens van betekenis kunnen worden verkregen. Dit betekent dat sprake is van een verzameling van gegevens of andere elementen die systematisch of methodisch is geordend.
Het is voldoende aannemelijk dat WMS een substantiële investering heeft gedaan en doet in de verkrijging van de noodzakelijke software, de controle en presentatie van de informatie op haar site.
De 27.800 opgevraagde URL’s maken echter kwantitatief slechte een fractie uit van de ongeveer een miljoen op de site van WMS aanwezige URL’ s, zodat in elk geval kwantitatief niet van een substantieel deel gesproken kan worden. WMS c.s. heeft voorts niet aannemelijk gemaakt dat de opgevraagde URL’s in kwalitatief opzicht wel een substantieel onderdeel van haar databank uitmaken, zodat voorshands wordt aangenomen dat het hier gaat om een niet-substantieel deel van de databank van WMS.
De voorzieningenrechter is wel van oordeel dat Weborama zonder toestemming herhaald en systematisch een niet-substantieel deel van de informatie op de site van WMS heeft opgevraagd, zodat zij in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in artikel 2 lid 1 Dw en toch inbreuk heeft gemaakt op het databankenrecht van WMS. (De vraag is of dit wel helemaal juist is. Tekst & Commentaar zegt over dit artikel o.a: ”De bepaling verbiedt opvraging door gebruikers van de databank, die door hun repetitief en systematisch karakter zouden resulteren in een reconstructie van de databank in haar geheel of op zijn minst van een substantieel deel daarvan (…)”
Ambtshalve stelt de voorzieningenrechter vast dat zij op grond van artikel 31 EEX verordening bevoegd is om van het geschil kennis te nemen nu de gestelde inbreuk en het schadetoebrengende feit zich mede in Amsterdam hebben voorgedaan.
Lees het vonnis hier