Portretrecht  

IEF 3097

Familieomstandigheden

ko.bmpRechtbank Amsterdam , 14 december 2006, LJN: AZ4480. Eisers tegen gedaagden.

Richtlijnconforme proceskostenveroordeling in personen- en familierechtzaak waarin het portretrecht in stelling wordt gebracht.  De Eiseressen in deze zaak eisen verwijdering van foto's van hun kinderen van de website van de gedaagde. Zowel vaders als kinderen zijn geanonimiseerd als ‘betrokkene’.

Gedaagde 3 biedt hulp aan slachtoffers van kinderontvoering, daartoe houdt hij o.a. een website bij: www.kinderontvoering.nl. Op de website zijn op enig moment onder het kopje ‘Nederland’ foto’s  van ‘betrokkenen’ verschenen. Volgens eiseressen is geen toestemming verleend en is van ontvoering van deze kinderen geen sprake is. Het recht van de kinderen en hun verzorgende moeders op hun portretrecht zou gezien de omstandigheden van het geval dienen te prevaleren boven de vrijheid van meningsuiting van gedaagde 3. 

 

Nu het hier minderjarige kinderen betreft en eiseressen de moeders van deze kinderen zijn, wordt het er voor gehouden dat zij met de onderhavige procedure beogen namens hun minderjarige kinderen op te komen tegen de publicatie van de foto’s op de website. (De rechtbank gaat niet in op de vraag of er een rechterlijke machtiging is verleend voor het optreden namens de kinderen.)


Bij gebreke van ouderlijk gezag kan eiseres 1 echter  niet namens betrokkene opkomen tegen de publicatie van de foto van betrokkene op de website. Nu  eiseres 1 evenmin een persoonlijk recht toekomt om tegen de openbaarmaking van de bewuste foto op te komen, aangezien zij niet zelf op de foto staat afgebeeld, zal de vordering van  eiseres 1  daarom worden afgewezen. Hiertoe is te meer reden nu niet in geschil is dat ‘betrokkene’ wel toestemming heeft verleend voor publicatie van de foto van  ‘betrokkene’ op de website.


Met betrekking tot de vertegenwoordigingsmogelijkheid van eiseres 2 voor haar kinderen, wordt overwogen dat eiseres 2 en ‘betrokkene’ nog steeds zijn getrouwd en dat zij derhalve het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen. Nu eiseres 2 zich met de onderhavige procedure tegen publicatie van die foto’s verzet terwijl niet is betwist dat betrokkene juist toestemming voor publicatie daarvan heeft verleend, wordt vastgesteld dat tussen eiseres 2 en betrokkene inzake de publicatie van de foto’s op de website een geschil met betrekking tot de gezamenlijke gezagsuitoefening bestaat.


Gelet hierop wordt door de voorzieningenrechter in de vordering van eiseres 2 aanleiding gezien om naar de maatstaf van artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek een zodanige beslissing te nemen als hem in het belang van  ‘betrokkenen’ wenselijk voorkomt. Haar (eiseres 2) belang bij verwijdering van de foto’s ligt in het voorkomen van de suggestie dat sprake is van kinderontvoering en het voor betrokkene geheim houden van haar verblijf en dat van de kinderen.


De rechtbank stelt dat “volgens de Centrale Autoriteit is geen sprake is van ontvoering door eiseres 2”  en “(…) voorshands is onvoldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat ‘betrokkenen’ door eiseres 2 zijn ontvoerd”. De plaatsing van de foto’s op een website die zich richt op de terugvoering van kinderen die zijn ontvoerd, wordt dan ook niet in hun belang geacht.


Gelet hierop wordt geoordeeld dat ‘betrokkenen’ er dan ook een redelijk belang bij hebben dat de foto’s, alsmede de links die naar die foto’s leiden, van de website worden verwijderd. De vordering wordt toegewezen.


"Eiseres 1 zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding tussen eiseres 1 en gedaagde 3. De vergoeding voor de advocaatkosten zullen, conform richtlijn 2004/48/EG, worden vastgesteld volgens de door de raadsman van [gedaagde 3] ter zitting overgelegde en door eiseres 1 niet betwiste specificatie, zijnde derhalve E 3.000,-."


Lees het vonnis hier.  

IEF 2932

Roddelbladen en/of Quote 500

gvo.gifTweede Kamer, Kamervragen  vraagnr. 2060702740 Vragen van het lid Van Oudenallen (Groep Van Oudenallen) aan de ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Buitenlandse Zaken over het publiceren van persoonsgegevens van rijke of bekende Nederlanders die niet willen dat deze gegevens worden gepubliceerd. (Ingezonden 9 november 2006). O.a:

“Op grond van welke uitspraken en/of wetten is het wel of niet toegestaan mensen in een artikel met naam, huisadres, woonplaats en/of foto’s etc. te noemen of te plaatsen als deze mensen dit uitdrukkelijk niet willen?”

“Is er een wetswijziging nodig om tegemoet te komen aan de wens van mensen dat hun persoonsgegevens en/of foto’s van henzelf of van hun woning niet mogen worden gepubliceerd? Zo ja, zijn de ministers hiertoe bereid? Zo neen, waarom niet?”

Lees alle vragen hier.

IEF 2900

Op een tuinfeest aanwezig

Rechtbank 's-Hertogenbosch, LJN: AZ1674, 7 november 2006. Eiser tegen Best Publishing Group B.V.

In een nummer van de de Gay Krant, het tijdschrift van Best Publishing Group BV, staat bij een artikel dat over een TV-uitzending over homosexualiteit gaat, een foto afgedrukt waarop zeer prominent een jongen met een baseballpetje op en een glas in zijn hand, die de indruk maakt op een tuinfeest aanwezig te zijn, staat afgedrukt. De jongen is eiser en hij is voor bekenden van hem herkenbaar.

Eiser egt aan zijn vordering ten grondslag dat de Gay Krant onrechtmatig heeft gehandeld door zijn foto zonder zijn toestemming te publiceren en dat hij daardoor immateriële schade heeft geleden. De voorzieningenrechter wijst de vordering af.

De rechtbank begrijpt dat eiser  doelt op publicatie van zijn foto in combinatie met de tekst. Bij de foto staat de volgende koptekst van het begeleidende artikel: "Ik ben homo op jongerenzender The Box". Op voornoemde foto zelf staat rechts onderdaan in kleine letters de volgende tekst: "Een scène uit een eerdere aflevering van Find Out: zonder drank geen feestje"

Bij de beoordeling staat voorop dat eiser bij de TV-serie Find out , die het onderwerp van het artikel uitmaakt, als acteur is betrokken. Daarmee is het publiekelijk in de aandacht staan als zodanig geen omstandigheid waartegen eiser bezwaar kan maken. Verder is van belang dat eiser niet als persoon staat afgebeeld maar alleen als illustratie dient voor het artikel dat de betrokken serie onder de aandacht van de lezers wil brengen.

Hoewel eiser betwist dat hij de producent, MTV, toestemming voor het verstrekken van foto's van hem voor promotionele doeleinden heeft gegeven, ligt het tegendeel zo zeer voor de hand, dat de voorzieningenrechter voorshands aan die betwisting, nu die op geen enkele manier is onderbouwd, geen waarde toekent. Plaatsing van een foto met de afbeelding van eiser ter promotie van de betrokken TV-serie is reeds daarom niet als onrechtmatig aan te merken. Dat is alleen anders indien die plaatsing op zodanige wijze geschiedt, dat bijzondere omstandigheden die plaatsing voor eiser redelijkerwijs alsnog onacceptabel maken.

Hoewel aan eiser valt toe te geven dat het suggereren van een geaardheid of eigenschap of daad of een ander zeer persoonlijk gegeven, dat niet met de werkelijkheid overeenkomt, in het algemeen al snel kan worden aangemerkt als een aantasting van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken persoon, moet ten aanzien van het onderliggende geval toch worden geconstateerd dat die suggestie slechts oppervlakkig in het leven is geroepen; bij kennisneming van de tekst blijkt er met eiser, die zelf op geen enkele manier met zijn naam wordt vermeld, geen verband te worden gelegd. Bovendien wordt in de afbeelding zelf afgedrukt dat de afbeelding met die aflevering van de serie over homoseksualiteit geen binding heeft.

Dit betekent dat weliswaar kan worden gezegd dat de plaatsing van de foto, kennelijk bij toeval, is geschied op een wijze die als ongelukkig is te kenschetsen, maar daarmee nog niet als onrechtmatig heeft te gelden.

Evenmin is als bijzondere omstandigheid aan te merken dat eiser kennelijk van Marokkaanse afkomst is. Ook als het waar zou zijn dat - zoals eiser stelt - in die kringen erg negatief over homoseksualiteit zou worden gedacht en dat discriminatie van homo's aldaar vaak zou voorkomen (althans vaker dan in niet Marokkaanse kringen) - de voorzieningenrechter laat een en ander nadrukkelijk in het midden - dan betekent dat nog niet dat de plaatsing daardoor alsnog onrechtmatig moet worden geacht. Het feit dat hem in die kringen discriminerende bejegeningen ten deel vallen is als zodanig niet aan de Gay Krant te verwijten en maakt de plaatsing van de foto als zodanig niet onrechtmatig. Dat zou wellicht anders zijn indien die plaatsing met opzet door de Gay Krant zo was uitgevoerd met het oogmerk om eiser schade te berokkenen, maar daarvan is geen sprake. Eiser heeft dat trouwens ook niet gesteld.

Voor de volledigheid merkt de voorzieningenrechter nog op dat er wellicht voldoende grond zou kunnen zijn geweest om bij wijze van ordemaatregel aan de Gay Krant op te leggen dat zij een toelichting geeft over de wijze waarop de gewraakte afbeelding bij het artikel terecht is gekomen en dat de suggestie dat eiser homo zou zijn geheel onjuist is en niet de boodschap is die de Gay Krant heeft willen afgeven, of iets van soortgelijke inhoud.

Die grond zou bijvoorbeeld gevonden kunnen worden in de omstandigheid dat er grote schade voor eiser door de publicatie zou zijn opgetreden, waarbij de Gay Krant dan wel geen verwijt valt te maken maar zij toch een zekere betrokkenheid daarbij heeft gehad en de op te leggen publicatie voor haar niet erg bezwaarlijk zou kunnen worden geacht.

Maar een dergelijke situatie doet zich thans niet voor. Aan de ene kant al niet omdat grote schade aan de zijde van eiser door hem niet aannemelijk is gemaakt en aan de andere kant niet omdat de Gay Krant iets dergelijks al aan eiser heeft aangeboden en eiser van die gelegenheid (tot schadebeperking c.q. schadeopheffing) geen gebruik heeft willen maken.

Lees het vonnis hier.

IEF 2595

De uitspraak is een essentieel onderdeel van de rechtspraak

mtraj.bmpRechtbank Amsterdam, 7 september 2006, LJN: AY7784. Inter 2000 tegen Colmar Group

Johan Cruijff is in het kader van de bevordering van sprotbeoefening betrokken geweest bij een project Mosa Trajectum. Hiertoe worden met Inter 2000, houder van diens portretrecht, een licentieovereenkomst en een dienstverleningsovereenkomst gesloten. De licentieovereenkomst stelt dat voor een bedrag van ruim 9 miljoen euro Colmar gebruik mag maken van het portret van Cruijff. Cruijff dient hiertoe promotionele werkzaamheden te verrichten en contact te leggen met geïnteresseerden in de exploitatie van het park. Onder de dienstverleningsovereenkomst verleent Cruijff advies op het gebied van sport.

 

Op 25 april 2006 ontbindt de raadsman van Cruijff de licentieovereenkomst, vanwege onder meer het uitblijven van betalingen en het feit dat slechts 23% van de voorgenomen bebouwing is gerealiseerd. Colmar stelt juist dat Cruijff tekort is geschoten.

Cruijff vordert onder meer elk gebruik van zijn naam, portret en woord- en beeldmerken te staken, alle promotiemateriaal te vernietigen, een bedrag van 3 miljoen te betalen aan Inter 2000 en 6 miljoen aaneen door partijen te kiezen stichting voor gehandicapte kinderen. Volgens Cruijff wordt zijn naam in diskrediet gebracht.

Nu partijen het eens zijn dat hun samenwerking direct wordt beëindigd, betekent dit dat het gebruik van de naam en beeltenis van Cruijff in elk geval per 29 oktober 2006, de einddatum van de licentieovereenkomst, zou moeten worden beëindigd. Derhalve dient het promotiemateriaal niet meer te worden gebruikt. Nu Colmar hier al mee is begonnen en zich oprecht hebben voorgenomen alle materiaal te verwijderen, is er geen reden om een veroordeling uit te spreken. De rechtbank beveelt Colmar derhalve met onmiddelijke ingang elk gebruik van de naam en het portret van Cruijff en de woord- en beeldmerken te staken en al het promotiemateriaal te vernietigen.

"De in de licentieovereenkomst afgesproken vergoeding wordt in de overeenkomst gesplitst in twee bedragen, te weten ruim 3 miljoen en ruim 6 miljoen euro. Volgens Cruijff zijn deze bedragen reeds verschuldigd enkel en alleen voor de overdracht van de portretrechten. Partijen zijn het erover eens dat als de financiering van het sportpark niet rond komt, artikel 8 laatste alinea van de licentieovereenkomst van toepassing is, in welk geval de 6 miljoen - voor zover verschuldigd - ten goede dient te komen aan gehandicapte kinderen, die anders mede van het sportpark hadden kunnen profiteren." Partijen twisten over de vraag of de beide overeenkomsten los van elkaar kunnen worden gezien. De rechtbank 'Haviltext' dat er vooralsnog vanuit kan worden gegaan "dat de overeenkomsten aldus moeten worden uitgelegd dat de betalingsverplichtingen van Colmar niet alleen stonden tegenover de overdracht van de portretrechten, maar evenzeer dienden als tegenprestatie voor het verrichten van promotieactiviteiten door Cruijff en het plegen van inspanningen bij het leggen van contacten met potentiële financiers. (...) Al met al kan het verweer van Colmar zonder nader onderzoek naar de feiten, waarvoor dit kort geding zich niet leent, niet zonder meer worden gepasseerd."

De rechtbank komt tot de conclusie "dat de door Colmar aangevoerde verweren niet van dien aard zijn dat thans op voorhand moet worden gezegd dat deze in (vanwege de jurisdictiebepalingen in de respectievelijke contracten in Nederland en in Spanje) aan te spannen bodemprocedures geen gerede kans van slagen zouden kunnen hebben." De vorderingen ten aanzien van de geldbedragen zijn thans niet toewijsbaar.

Ook de afgifte van financiële stukken ex artikel 843a Rv. wordt afgewezen wegens onvoldoende grond.

 

Lees het vonnis hier.

IEF 2589

Mosa Trajectum

mtrj.bmpActualiteit Rechtbank Amsterdam, 8 september 2006: Naam en portret van Cruijff niet meer verbonden aan project in Spanje.“De betrokkenheid van Johan Cruijff bij het project Mosa Trajectum in Spanje is beëindigd.

Dit is de uitkomst van een kort geding dat Cruijff met zijn bedrijven Interclarion en Inter 2000 tegen een in Spanje wonende Nederlandse zakenman en diens bedrijf Colmar bij de rechtbank Amsterdam had aangespannen.

De naam Cruijff en het portret van Cruijff mogen niet meer in verband worden gebracht met het project, dat volgens de oorspronkelijke plannen zou moeten resulteren in een sportpark met de naam Johan Cruijff Golf & Sports Resort.”

Lees hier iets meer (nog geen vonnis).

IEF 2446

En afbeeldingen

Rechtbank Utrecht, 3 augustus 2006, LJN: AY5691. Eiseres tegen gedaagde. .

Verstekvonnis. In de samnvatting van rechtspraak.nl staat bijna nog meer dan in het vonnis zelf: “De ex-vriend van een Zegveldse is een dwangsom opgelegd van duizend euro per foto als hij seksfoto's van de vrouw op internet niet verwijdert.”

Alleen de zin “Verbiedt gedaagde om foto's en afbeeldingen van eiseres openbaar te maken of openbaar te doen maken” zou er op kunnen wijzen dat er ook nog wat auteursrecht/portretrecht aan te pas is gekomen.

Lees het vonnis hier.

IEF 2400

Moderne coupe

'Wordt het niet eens tijd voor een nieuw kapsel?' Met deze boodschap verspreidde kapper Jamal Saoud 20.000 flyers met de afbeelding van Balkenende en Wilders mét een moderne coupe. Ook zette hij de beeltenis van de twee politici in etalage van zijn kapsalon Haarvisie in Rijswijk.

De Rijksvoorlichtingsdienst zag er de humor niet van in. De directeur-generaal benadrukt nog maar eens dat een beeld van een regeringsleider niet gebruikt mag worden voor commerciële doeleinden zonder toestemming van de betreffende persoon. "Meneer heeft een standaard waarschuwingsbrief gehad. Dat is eigenlijk heel aardig van ons. We hadden hem ook direct voor de rechter kunnen slepen."

Saoud begrijpt het 'gezeur' niet. "De Kijkshop heeft eerder ook Balkenende gebruikt in een campagne en een schadevergoeding moeten betalen. Daar heb ik geen zin in. Het is alleen jammer dat de Kijkshop Balkenende belachelijk maakte en dat ik hem er juist leuker uit laat zien." Saoud haalt de poster van Balkenende uit de etalage.

En Wilders? Die vindt de RVD kinderachtig: "Het is een kleine ondernemer die op creatieve wijze reclame maakt. Ik ben niet van plan om mijn haar te veranderen zoals op de afbeeldingen in zijn zaak. Ik ga er ook geen probleem van maken dat hij mijn gezicht gebruikt. Dat zou ik wel doen als mijn hoofd elke dag in een spotje vóór het achtuur-journaal wordt uitgezonden."

Lees hier iets meer.

IEF 2366

korte hippe

“Een kapper heeft in een advertentie voor zijn zaak minister-president Balkenende een nieuw kapsel aangemeten. Op de afbeelding staat Jan Peter met een korte hippe coup." Er is ‘uiteraard’ geen toestemming verleend en de RVD heeft een sommatie gestuurd.

Lees hier iets meer (Telegraaf).

IEF 2201

Omdat ze het waard is…

Rechtbank Den Haag, 14 juni 2006, HA ZA 01-1664 J. Guldenaar tegen L’Oréal Nederland B.V.

Het portret van het model Joyce Guldenaar is afgebeeld op haarproducten van L’Oréal. In 1998 zijn van het model in opdracht en voor rekening van het modellenbureau Karen Models foto’s gemaakt op verzoek van McCann-Erickson. Dit laatste bedrijf coördineert de reclame en promotieactiviteiten van L’Oréal. De foto’s werden gemaakt voor de verpakking van de producten Feria en Récital Preference van L’Oréal voor de Amerikaanse markt. Joyce Guldenaar heeft van Karen Models voor deze foto’s eenmalig $ 4.000,- gekregen.

Gezien aan L’Oréal slechts toestemming was verleend voor het gebruik van de foto’s in de Verenigde Staten, heeft Joyce Guldenaar L’Oréal in 2001 L’Oréal gesommeerd ieder gebruik van haar portret buiten de VS te staken. In de sommatie werd gevorderd iedere verspreiding van de L‘Oréal producten en reclamemateriaal met haar portret in Nederland, of althans buiten de VS te staken dan wel de schade die zij door dat gebruik heeft geleden te vergoeden.

Beiden partijen hebben geen kopie van de overeenkomst kunnen overleggen. Bij de beoordeling van de inhoud van de overeenkomst, acht de rechtbank het niet aannemelijk dat Guldenaar bezwaar zou hebben gehad tegen het gebruik van haar portret buiten de VS. Dit alles mits die exploitatie wel op een professioneel verantwoorde wijze gebeurt, dus dat Guldenaar voor dat gebruik zou worden betaald. Aangezien Guldenaar voor het wereldwijde gebruik van haar portret niet is betaald, oordeelt de rechtbank toestemming voor dat gebruik niet geacht moet worden te zijn gegeven.

L’Oréal voert het verweer te goeder trouw te hebben gehandeld. De rechtbank honoreert dit verweer voor de periode tot 2001, het moment waarop L’Oréal de sommatiebrief heeft ontvangen. Tot dat moment mocht L’Oréal ervan uitgaan dat Karen Models over toestemming van Guldenaar beschikte. Vanaf het moment dat L’Oréal op de hoogte was van het standpunt van Guldenaar, rustte op L’Oréal de zorgvuldigheidsverplichting om zich te vergewissen van de bevoegdheid van de contractpartners van de L’Oréal-groep wereldwijd. Zij had alles moeten doen wat in haar vermogen lag om te verhinderen dat andere groepen van L’Oréal het portret van Guldenaar wereldwijd zouden gebruiken.

Bij het bepalen van de schadevergoeding haakt de rechtbank aan bij de tarieven die door het reclamebureau McCann-Erickson aan L’Oréal worden gehanteerd. Voor het vaststellen van de precieze omvang van de schade beveelt de rechtbank L’Oréal om nog nadere inlichtingen te geven. Echter, de rechtbank oordeelt dat L’Oréal in ieder geval voor een bedrag van EUR 40.000,- aansprakelijk is. Voor het overige bedrag wordt de zaak naar de rol verwezen.

Lees het vonnis hier.

IEF 2087

Des Aanschijns

Rechtbank Amsterdam, 18 mei 2006, 338809/KG 06-606 OdC, Chatib Sjarbaini tegen Uniconsult BV (met dank aan Lisette Varossieau, Van der Steenhoven Advocaten).

Voorschotschadevergoeding € 5.000,= vanwege inbreuk op het portretrecht van Sjarbaini.

Uniconsult heeft in een oplage van 2 miljoen de advertentiekrant Lekker Doen!! uitgegeven in haar supermarktketen Dirk van der Broek, Digros en Bas van der Heijden, haar slijterijketen Dirk III en haar reisketen D-reizen. In de uitgave van LEKKER DOEN!, geldig van 6 t/m 12 maart 2006 stond een advertentie van Rexona (deodorant) waarin de opschrift: “Mannen en Zweten…”, en verder met de tekst: “Vrouwen halen vaak flinke neus op als er zo’n zwetende man de kamer binnenkomt. Maar de heren kunnen het echt niet helpen…Het is aangeboren…” Boven deze tekst van de advertentie is een foto afgedrukt van Sjarbaini, zich in het zweet werkend in de sportschool.

Sjarbaini vordert, kort gezegd, een verbod, opgave en voorschot op schadevergoeding. De voorzieningenrechter veroordeelt Uniconsult om aan Sjarbaini € 5000 te voldoen. De overige vorderingen zijn wegens gebrek aan belang afgewezen.

Verbod:  De verbods- en opgave vorderingen wijst de voorzieningenrechter af. De mededelingen van Uniconsult dat zij de foto niet wederom zal gebruiken en dat het fotobureau, waar de foto vandaan komt, de foto zou hebben verwijderd uit haar databestand en dat alle foto’s en ander materiaal zou zijn vernietigd is voor de Voorzieningenrechter aanleiding om geen grond te zien voor de vrees van Sjarbaini dat Uniconsult zijn foto wederom zal gebruiken.

Voorschot schadevergoeding: De voorzieningenrechter wijst wel een voorschot op schadevergoeding toe. Uniconsult heeft de aansprakelijkheid van de materiele en immateriële die Sjarbaini ten gevolge van het plaatsen van de foto heeft geleden erkend, maar zij betwist de hoogte ervan. De voorzieningenrechter komt een voorschot van € 5.000,= op de vergoeding van immateriële schade als redelijk voor, in aanmerking nemend dat LEKKER DOEN! een oplage heeft van 2 miljoen. Het is aannemelijk dat het gebruik van de foto in de advertentie van Rexona in combinatie met de hiervoor genoemde tekst over zweten Sjarbaini onaangenaam heeft getroffen. Een voorschot op vergoeding van materiele schade wordt afgewezen vanwege onvoldoende onderbouwing.

Lees het vonnis hier.