Ingezonden door Edwin van der Velde & Paul Tjiam, Simmons & Simmons LLP.
Geen dwangsommen verbeurd door Prestige; executie door Coty is onrechtmatig

Rb. Amsterdam 12 september 2024, IEF 22237; ECLI:NL:RBAMS:2024:5723 (Prestige Perfumes B.V. tegen Coty Beauty Germany Gmbh). Prestige houdt zich bezig met de wereldwijde handel in originele parfumflessen, waaronder parfumflessen van de merken waarvan Coty de houder is. In het verleden heeft rechtbank Den Haag geoordeeld dat Prestige de rechten van Coty heeft geschonden door een prijslijst te versturen aan een derde partij waarin demonstratiemodellen van de Coty-merken werden aangeboden, zonder dat op de prijslijst werd aangegeven of deze modellen op douanestatus T1 (buiten de EU) of douanestatus T0 (binnen de EU) werden geleverd [IEF 22053]. De uitspraak bracht mee dat Prestige inzage moest bieden aan Coty in de productie- en distributiekanalen van alle demonstratiemodellen die zij in de EU heeft aangeboden of verkregen. Coty heeft vervolgens een verzoekschrift ingediend voor het leggen van conservatoir bewijsbeslag ten laste van Prestige, dat door de voorzieningenrechter is toegewezen. Het bewijsbeslag vindt plaats op 26 juni 2024. Coty is van mening dat het bewijsbeslag onnodig traag is verlopen en dat er dwangsommen zijn verbeurd. Prestige is het daar niet mee eens en vordert in kort geding dat Coty wordt bevolen om haar executiemaatregelen te staken; ook vordert Prestige dat de in beslag genomen bescheiden aan Prestige worden geretourneerd. Coty vordert in reconventie dat haar advocaten afschriften van de in beslag genomen bescheiden ontvangen.