Prejudiciële vragen over interpretatie Artiestenverloning-arrest

Hof Arnhem-Leeuwarden 4 oktober 2019, IEF 18744; ECLI:NL:GHARL:2019:8167 (DOC tegen Dairy Partners) Tussenbeschikking. De rechtsvraag is, kort gezegd, of de door de Hoge Raad geformuleerde regel in het Artiestenverloning-arrest, 11 december 2015, [IEF 15523] inhoudt dat het gebruik van een met een (louter) beschrijvende handelsnaam overeenstemmende aanduiding alleen onrechtmatig is indien bijkomende omstandigheden dat meebrengen, zoals is overwogen in het arrest van 19 september 2017, Parfumswinkel [IEF 17114]. De vraag is of het Artiestenverloning-arrest op deze wijze moet worden geïnterpreteerd, omdat dit arrest betrekking heeft op bescherming van een domein- en handelsnaam tegen een domeinnaam en niet op de bescherming van een handelsnaam tegen een handelsnaam.