Vóór 2009 erkende wijnnamen behouden bescherming onder oud EU-regime

HvJ EU 6 maart 2025, IEF 22964; IEFbe 3998; ECLI:EU:C:2025:693 (Duca di Salaparuta/Italië (Salaparuta-wijnnaam)). Het Siciliaanse wijnbedrijf Duca di Salaparuta bezit sinds 1989 (nationaal) en 2000 (EU) handelsmerken “Salaparuta” voor wijn, terwijl de wijnen niet afkomstig zijn uit de gemeente Salaparuta. In 2006 erkent Italië de DOC “Salaparuta” als beschermde oorsprongsbenaming; per 8 augustus 2009 wordt deze naam zonder nieuw inhoudelijk onderzoek door de Europese Commissie als beschermde oorsprongsbenaming (PDO) opgenomen in het EU-register. Duca di Salaparuta stelt dat deze beschermde naam misleidend is en botst met zijn oudere bekende merken, en dat volgens het latere EU-recht bescherming geweigerd moet worden wanneer een geografische naam door de reputatie van een ouder merk de consument kan misleiden (o.a. art. 43 lid 2 Verordening 479/2008, art. 118k Verordening 1234/2007, art. 101 lid 2 Verordening 1308/2013). De Italiaanse cassatierechter vraagt het Hof van Justitie of dit nieuwe regime van toepassing is op wijnnamen die al vóór 1 augustus 2009 nationaal waren erkend en daarna automatisch EU-bescherming kregen, of dat het oude regime uit Verordening 1493/1999 blijft gelden.
Xtandi®-octrooi en aanvullend beschermingscertificaat blijven geldig

Rb. Den Haag 18 juni 2025, IEF 22963; ECLI:NL:RBDHA:2025:10434 (Accord/Sandoz tegen Regents & Astellas). Accord Healthcare Ltd. en Accord Healthcare B.V. (Accord) en Sandoz AG (Sandoz) voeren bij de rechtbank Den Haag een nietigheidsprocedure tegen het Nederlandse deel van Europees octrooi EP 1 893 196 B2 (EP 196) van The Regents of the University of California, met Astellas Pharma Inc. als exclusief licentiehouder, en tegen het daarop gebaseerde aanvullend beschermingscertificaat (ABC) voor het prostaatkankermedicijn enzalutamide (Xtandi®). De generieke producenten stellen dat de geclaimde prioriteit uit 2005 ongeldig is, waardoor latere openbaarmakingen — waaronder een congrespresentatie van Sawyers en een poster van Ouk — tot de stand van de techniek gaan behoren. Volgens hen kan de gemiddelde vakman vanuit het bekende anti-androgeen RD162 met routinematig experimenteerwerk en zonder inventieve stap het in EP 196 geclaimde molecuul met een cyclobutylsubstituent ontwikkelen. Ook voeren zij aan dat de prioriteitsaanvragen te algemeen zijn en het specifieke molecuul niet direct en ondubbelzinnig openbaren.
Albert Heijn mag maaltijdconcept ‘Maaltijd Thuis’ niet exploiteren zonder instemming franchisenemers

Rb. Noord-Holland 8 juli 2025, IEF 22968; ECLI:NL:RBNHO:2025:7910 (de Vereniging c.s tegen AHF). De Vereniging van Albert Heijn Franchisenemers (VvAHF) en een aantal individuele franchisenemers hebben in kort geding tegen Albert Heijn Franchising B.V. (AHF) opgetreden, omdat AHF het maaltijdbezorgconcept Maaltijd Thuis onder het merk “Albert Heijn” is blijven exploiteren zonder hun instemming. In een eerdere bodemprocedure (Rb. Noord-Holland 8 januari 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:43) was reeds voor recht verklaard dat Maaltijd Thuis een afgeleide formule is in de zin van art. 7:911 lid 2 BW (Wet franchise). Dat betekent dat AHF de franchisenemers vooraf instemming moet vragen voordat zij het concept kunnen invoeren of gebruiken. AHF had weliswaar hoger beroep ingesteld tegen dat bodemvonnis, maar bleef het concept ondertussen exploiteren zonder instemming van de franchisenemers. De franchisenemers vroegen in kort geding om een verbod zolang die instemming ontbreekt.
Voorzieningenrechter: Bob Vylan mag optreden in Doornroosje

Vzr. Rb. Gelderland 15 september 2025, IEF 22961; ECLI:NL:RBGEL:2025:8039 (CJO tegen Doornroosje). Het Centraal Joods Overleg Externe Belangen (hierna: CJO) is een samenwerkingsverband van verschillende Joodse organisaties en behartigt de belangen van de Joodse gemeenschap. Doornroosje is een poppodium in Nijmegen. Het Britse punk rap-duo Bob Vylan heeft tijdens een optreden in Paradiso die volgens CJO beledigend, opruiend en tot haat aanzettend zijn tegen de Joodse gemeenschap. Het OM doet onderzoek naar de strafbaarheid van de uitspraken. Bob Vylan zou op 15 september 2025 optreden in Doornroosje. CJO wilde dit optreden voorkomen en vordert in dit kort geding dat het Doornroosje verboden wordt om Bob Vylan te laten optreden. CJO vindt dat Doornroosje onrechtmatig handelt omdat ze Bob Vylan een podium geeft waar strafbare en onrechtmatige uitlatingen kunnen worden gedaan. Doornroosje beroept zich op de vrijheid van meningsuiting en het censuurverbod.
Aanbevelingssystemen Instagram en Facebook deels in strijd met de DSA

Vzr. Rb. Amsterdam 2 oktober 2025, IEF 22962; IT 4962; ECLI:NL:RBAMS:2025:7253 (BoF tegen Meta). Bits of Freedom (hierna: BoF) is een stichting die zich inzet voor de belangen van Nederlanders in een digitale omgeving. Meta beheert verschillende platforms zoals Facebook en Instagram. BoF stelt dat Meta in strijd handelt met de Digital Services Act (hierna: DSA) door de optie om een niet-geprofileerde feed te kiezen contra-intuïtief te maken en stelt dat Meta voorkomt dat dit als standaardervaring op de platforms kan worden ingesteld. BoF vordert een verbod om de keuze of wijziging van de instelling ongedaan te maken en een bevel om gebruikers de mogelijkheid te bieden de voorkeursoptie te selecteren en te wijzigen. De rechter buigt zich over de vraag of de inrichting van de sociale mediaplatforms Facebook en Instagram in strijd is met de DSA als het gaat om de aanbevelingssystemen betreft. Dat is de wijze waarop informatie wordt gepresenteerd. De DSA schrijft voor dat gebruikers rechtsreeks en gemakkelijk een ander aanbevelingssysteem moeten kunnen selecteren. Omdat het bij Facebook en Instagram om zeer grote onlineplatforms gaat moet bovendien steeds één aanbevelingssysteem beschikbaar zijn dat niet op profilering is gebaseerd. Daarnaast behandelt de rechter of een door de gebruiker gekozen aanbevelingssysteem steeds gevolgd moet worden (ook wel persistent genoemd) of dat Facebook en Instagram na het afsluiten en heropenen van de website en/of app terug mogen schakelen naar een geprofileerd aanbevelingssysteem.
Gerecht EU: er is normaal gebruik gemaakt van het beeldmerk door Hummel

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22960; IEFbe 3997; ECLI:EU:T:2025:887 (Barry's Bootcamp tegen EUIPO, Hummel). Barry's Bootcamp vordert in dit merkenrechtelijk geschil vernietiging van de beslissing van het EUIPO. In die beslissing wordt het verzoek van Barry's Bootcamp om het beeldmerk van Hummel vervallen te verklaren wegens het ontbreken van normaal gebruik afgewezen. Barry's Bootcamp heeft verschillende procedures gestart tegen verschillende merken van Hummel (ECLI:EU:T:2025:888; ECLI:EU:T:2025:889; ECLI:EU:T:2025:890). In deze procedure voert Barry's Bootcamp aan dat niet uit de beslissing kan worden afgeleid op welke gronden de Kamer van Beroep zich heeft gebaseerd om normaal gebruik aan te tonen. Het EUIPO betwist dit. De Kamer oordeelde dat de inschrijving consequent voorkwam in de door Hummel overgelegde catalogi en dat deze ook was gebruikt op prijskaartjes van kledingstukken en rechtstreeks op hoofddeksels en sportsokken. De Kamer heeft daaruit afgeleid dat de bestreden internationale inschrijving was gebruikt overeenkomstig haar wezenlijke functie als herkomstaanduiding. Het Gerecht volgt deze uitleg van het EUIPO. Ook voert Barry's Bootcamp een vervallenverklaring aan wegens geen normaal gebruik van het merk. Deze grief bestaat uit drie onderdelen. In het eerste onderdeel klaagt Barry's Bootcamp over onjuiste beoordeling van het bewijs. In het tweede onderdeel betoogt Barry's Bootcamp dat het gebruik van het merk louter decoratief is en dus geen gebruik als merk vormt. Ten slotte voert zij in het derde deel aan dat de Kamer van Beroep had moeten weigeren rekening te houden met de vormen van het merk die het onderscheidend vermogen ervan hebben gewijzigd.
SOMO moet rectificeren wegens onvoldoende feitelijke basis voor persoonsgerichte aantijgingen

Rb. Den Haag 2 september 2025, IEF 22974; ECLI:NL:RBDHA:2025:16353 ([eisers] tegen SOMO). Drie Nederlandse zakenmannen vorderen rectificatie van een SOMO-artikel (22 mei 2025) waarin zij met naam en toenaam worden neergezet als sleutelfiguren achter leveringen door een Indiaas bedrijf aan Israëlische wapenfabrikanten, met verwijzingen naar (medeplichtigheid aan) genocide/oorlogsmisdaden. SOMO beroept zich op art. 10 EVRM (public-watchdog, publiek belang) en op latere aanpassingen van het stuk. De voorzieningenrechter weegt art. 10 EVRM af tegen art. 8 EVRM (bescherming eer, goede naam en persoonlijke levenssfeer) en oordeelt dat de vergaande, persoonsgerichte beschuldigingen onvoldoende feitelijke basis hebben. Cruciaal: de vermeende “douaneaangiften” blijken commerciële Globalwits-overzichten, diverse contactrollen/naamkoppelingen zijn onjuist (zelfs een overleden persoon staat als “Contact2”), en er ontbreekt concrete onderbouwing van persoonlijke, operationele betrokkenheid in 2023–2024; bovendien blijkt één eiser sinds 2022 geen relevante rol meer te hebben en zijn twee eisers slechts non-executive directors. Gezien de zwaarte en impact van de aantijgingen had SOMO meer verificatie en terughoudendheid moeten betrachten; latere correcties nemen de onrechtmatigheid niet weg. Spoedeisend belang is aanwezig.
Gerecht EU: de motivering van het EUIPO was onvoldoende

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22959; IEFbe 3996; ECLI:EU:T:2025:891 (Digi International tegen EUIPO, Teraoka Seiko). Digi International vordert in dit merkenrechtelijk geschil vernietiging van de beslissing van het EUIPO. De Kamer van Beroep wees de oppositie van Teraoka deels toe en oordeelde dat haar oudere merk DIGI’ normaal was gebruikt. Digi International voert aan dat de Kamer het bewijs onjuist heeft beoordeeld en dat de motiveringsplicht niet is nagekomen. Zij betoogt dat de Kamer geen algehele beoordeling van het bewijsmateriaal heeft verricht. Volgens Digi International blijkt niet uit de beslissing waarom zij oordeelde dat het oudere merk daadwerkelijk was gebruikt. Het EUIPO betwist dit.
Ingezonden door Joep Meddens, Höcker.
SES moet in bepaalde gevallen thuiskopievergoeding betalen

Hof Den Haag 2 september 2025, IEF 22949; Zaaknummer: 200.326.954/01 (Thuiskopie tegen SES). Volgens Thuiskopie moeten refurbished voorwerpen door richtlijnconforme uitleg van de Auteursrechtrichtlijn worden beschouwd als nieuw gefabriceerde voorwerpen, waarover opnieuw thuiskopieheffing moet worden betaald. De rechtbank oordeelde dat dit in bepaalde gevallen klopt [IEF 21056]. Een aantal vorderingen van Thuiskopie werd afgewezen. Thuiskopie vordert alsnog toewijzing hiervan in hoger beroep. SES voert verweer. Het hof onderzoekt of bij verkoop van refurbished apparatuur aan Nederlandse consumenten een thuiskopieheffing verschuldigd is. De apparaten die bij SES terecht komen en worden verkocht zijn te verdelen in vier categorieën:
A. De Nederlandse particuliere markt waarop het was gebracht door een Nederlandse oorspronkelijke fabrikant of importeur;
B. de Nederlandse zakelijke markt waarop het was gebracht door een Nederlandse oorspronkelijke fabrikant of importeur;
C. De buitenlandse (particuliere of zakelijke) markt van waaruit het door SES in Nederland is geïmporteerd;
D. De buitenlandse (particuliere of zakelijke) markt van waaruit het door een voorganger van SES in de keten in Nederland is geïmporteerd.
VDH is rechthebbende van de VanDutch-merken

Rb. Amsterdam 20 augustus 2025, IEF 22957; ECLI:NL:RBAMS:2025:6976 (VDH tegen Rhino en VDI). In 2007 is een ontwerp gemaakt voor een luxe jacht. Later zijn de aanduidingen VANDUTCH als woord- en beeldmerk geregistreerd. VanDutch Holding (hierna: VDH) en Rhino claimen allebei het recht op die merken voor de handel in luxe jachten. Na een jarenlange samenwerking tussen de personen achter VDH en Rhino verschillen ze nu van mening over de vraag aan wie de merkrechten toekomen. VanDutch Marine Limited (hierna: VDML) is opgericht om de jachten commercieel uit te brengen. De merken staan in 2014 op naam van VDML. De merken zijn als onderpand van een lening met TCA gebruikt.Volgens een overeenkomst uit 2015 zouden de merken aan Rhino zijn overgedragen, maar deze overeenkomst was ongeldig. Desondanks zijn de merken in 2017 bij het EUIPO op naam van Rhino gezet. TCA heeft bij uitwinning van de zekerheden de merken aan VDI verkocht. VDI heeft op basis van een afspraak uit 2017 de merken in 2019 overgedragen aan VDH. VDH en Rhino stellen dat zij beide rechthebbende zijn van de merkenrechten.