De Tilburgse postzelhandelaar
In een lang lopende en inmiddels redelijk veelbesproken zaak (achtergrondinfo hier) tussen provider Lycos en de Tilburgse postzegelhandelaar Pessers heeft de AG de Hoge Raad geadviseerd te beslissen in voordeel van de postzegelhandelaar: onder omstandigheden moet een ISP de identiteitsgegevens van een klant verschaffen aan een particulier persoon. In dit geval exploiteerde een klant van Lycos een internetpagina waarop hij de Tilburger onterecht en anoniem aan de schandpaal nagelde. Lycos weigerde de persoonsgegevens om privacyredenen af te staan en wil daarom graag een principiële uitspraak van het hoogste rechtscollege.
In zijn conclusie stelt de advocaat-generaal dat gegarandeerde anonimiteit tot onwenselijke gevolgen in het digitale verkeer kan leiden. „Wat onaanvaardbaar is, hoort niet te worden aanvaard.” Advocaat Wenckebach van Lycos noemt het advies van doorslaggevend belang voor het kort geding van auteursrechtenorganisatie Brein (die niet toevallig de juridisch kosten van de postzegelhandelaar op zich heeft genomen) tegen vijf internetaanbieders om de naam- en adresgegevens van veelaanbieders van illegale muziek. Uitspraak in de Lycoszaak wordt verwacht op 25 november.
Een gevoelige octrooi-aanvrage
Het is volgens prof. dr. Gert-Jan van Ommen de eerste maal dat een verwijzing naar etniciteit of ras is opgenomen in een octrooiaanvraag. Verder komt ook mr. dr. Sven Bostyn aan het woord.
Een gevoelige octrooi-aanvrage
Het is volgens prof. dr. Gert-Jan van Ommen de eerste maal dat een verwijzing naar etniciteit of ras is opgenomen in een octrooiaanvraag. Verder komt ook mr. dr. Sven Bostyn aan het woord.
Verdere reflectie dringt zich op
Artikel van Fabienne Brison (inderdaad, de advocate van Madonna) via de website van NautaDutilh: "De databankbescherming, eens zo gewild door de communautaire wetgever, maar verguisd door adepten van free flow of information, is gestript door het Europees Hof van Justitie." "De Commissie (doorgaans zeer voorzichtig) kan zich o.i. niet permitteren hier stilzwijgend overheen te stappen. Ofwel maakt ze de interpretatie van het Hof tot de hare (en keldert ze haar eigen databankbescherming en zijn wereldwijde promotie), ofwel vindt zij de draai die er aan gegeven moet worden. Het laatste woord kan hier nog niet over gezegd zijn. Verdere reflectie dringt zich op. Lees artikel hier.
Look-a-likes (3)
Vonnis van de Vzngr. Rb Breda nog niet gezien, maar wat Sylvia Millecam niet lukte, lukt Katja Schuurman wel. Zibb.nl bericht dat zoekmachine iLocal zijn reclamecampagne met een parodie op concurrent Gouden Gids moet rectificeren (zie eerdere berichten). Het door iLocal afgebeelde model lijkt teveel op Katja Schuurman en zou daarmee inbreuk maken op haar portretrecht.
Directeur Bernd Klaasse Bos van iLocal is teleurgesteld, maar ziet ook mogelijkheden. ILocal moet op alle plaatsen waar het geadverteerd heeft een rectificatie plaatsen op een-achtste van de pagina. 'Maar de rechter heeft erbij gezegd dat we ons logo ook in die rectificatie mogen gebruiken. We denken er nu over bijvoorbeeld een hele pagina in De Telegraaf te plaatsen in onze eigen huisstijl, met in een hoekje de rectificatie.
Advertising Property
Annotatie Jan Kabel/Laura Fresco bij Vzngr. Rb. Amsterdam 13 januari 2005 (McDonald's / Burger King), IER, 2005-3, p. 194-199. Interessante noot over het begrip 'Advertising Property', overgewaaid uit de VS, wat zoveel wil zeggen als alles waaraan een adverteerder herkend kan worden en wat een adverteerder daarom graag zou willen beschermen. Zou willen, want tussen droom en daad staan nog altijd wetten in de weg, en praktische bezwaren. In het besproken vonnis moet eiser McDonald's weliswaar uiteindelijk aan het langste eind, maar moet daarvoor wel veel incasseren.
"Zogenaamde Advertising Properties worden hier tegen belachelijk maken beschermd. Het gaat hier niet om een parodie (in de heel ruime zin van het woord) op een merk, omdat er volgens dit vonnis geen sprake is van gebruik van het merk zoals het is gedeponeerd. Wat wel zichtbaar is van de advertising property van McDonald's, is de standaarduitrusting van een clown en die is als zodanig niet voor merkenrechtelijke bescherming vatbaar. Een uitdrukkelijke parodie-exceptie is ook vreemd aan het merkenrecht, zeker als het, zoals hier, om een parodie in commerciële verhoudingen gaat." Lees annotatie hier.
Vrijdagmiddagberichten
- VIllamedia bericht dat de hele redactie van vakblad ReclameWeek de week enkele dagen niet bereikbaar was. Men volgde collectief een stoomcursus Rechtszaken in Nederland anno 2005. Omdat het zonder deze juridische kennis ondoenlijk blijkt een vakblad over reclame, media en marketing vol te schrijven, zoals de hoofdredactionele column meldt.
- In aansluiting op het vrijdagmiddagbericht van vorige week: IP Partner Richard Phillips, die bekend werd door een ruzie met zijn secretaresse over wat gemorste ketchup, vertrekt bij het kantoor Baker & McKenzie's. lees hier meer.
Overigens heeft Heinz ook gereageerd op de affaire: "Michael Mullen, the director of European Corporate Affairs for Heinz Europe, said that the company - which sells 120 million bottles of tomato ketchup a year in Britain - would be more than willing to ensure that Mr Phillips's trousers were free of unsightly stains. "Vinegar diluted with water is a quick and easy home remedy for removing ketchup," Mr Mullen told The Sunday Telegraph informatively, "but we are happy to pay Mr Phillips' dry cleaning bill instead. "After all, why should Ms Amner (de secretaresse) pay the price for enjoying the world's favourite ketchup?" meer hier.
Ondertussen in Italië
Waarschuwing voor IE-juristen die de vakantie willen benutten om hun vitrine met nepartikelen aan te vullen: een 60-jarige Deense toerist heeft in Italië een boete van 10.000 euro opgelegd gekregen, nadat ze voor tien euro een nagemaakte zonnebril van een exclusief merk had gekocht bij een straatventer in het plaatsje Ventimille. Ook andere (Italiaanse) toeristen zouden zijn beboet.
De Italiaanse regering hoopt met aangescherpte wetten en hoge boetes de verkoop van nepmerkartikelen terug te dringen. Of dit zero tolerance beleid alleen voor toeristen geldt en welk merk het betrof vermeldt het bericht niet. Wanneer binnen twee maanden wordt betaald, hoeft overigens slechts een derde van de boete te worden overgemaakt.
Waren en diensten

Turkse overmacht
Arrest GvEA, 22 juni 2005, zaak T-34/04. Plus / OHIM - Bälz en Hiller (Turkish Power). Plus Warenhandelsgesellschaft mbH gebruikt het woordmerk POWER voor tabak e.d. Zij stelde oppostitie in tegen het woord- en beeldmerk Turkish Power dat eveneens gebruikt wordt voor de waren in klasse 34 (tobacco, smokers' articles and matches). Tussen de woorden "Turkish" en "Power" is een leeuwenkop afgebeeld.
Het GvEA bevestigt het oordeel van het Second Board of Appeal dat als volgt luidde:
"the verbal element ‘Turkish’ of the sign sought and its figurative element, which consists of a lion’s head, could not be overlooked and that, even if the lion’s head alluded to the idea of strength, it was not a straightforward transposition of that idea. Moreover, the Second Board of Appeal stated that the element ‘Turkish’ could not be neglected either as it was important at a visual and aural level and that the overall meaning of the terms ‘Turkish power’ differed from that of the term ‘power’."
In de beoordeling of er sprake van verwarringsgevaar tussen beide merken aanwezig is, oordeelt het GvEA negatief:
The earlier national mark is a word mark, whilst the competing sign is covered by an application for registration as a figurative Community mark made up of the two terms ‘Turkish’ and ‘power’ separated by a roaring lion’s head with an elaborate mane. (rov 49); On account of its central position, this figurative element gives the sign sought a visual structure which is completely different from that of the earlier national mark. (rov 53) Nevertheless, the figurative element showing the lion’s head is, by virtue of its abovementioned characteristics, of such a kind as to neutralise, to a great extent, the relative conceptual similarity of the two conflicting signs arising from their common component ‘power’. (rov 62)
Het verweer dat het element "Power " het dominante bestanddeel in "Turkish Power" zou vormen wordt eveneens verworpen door het GveA:
It is not therefore evident that the element ‘power’ constitutes the dominant component of the sign sought, as maintained by the applicant, nor that it determines the overall impression given by the latter to the point that there is a clear likelihood of confusion on the part of the relevant German public. (rov 71)