Overige  

IEF 20911

Uitspraak ingezonden door Gerard van der Wal, Shaharzaad Said en Timme Geerlof, Windt Le Grand Leeuwenburgh Advocaten

Verzoeken tot verbetering en aanvulling eindvonnis afgewezen

Rechtbank Den Haag 17 aug 2022, IEF 20911; ECLI:NL:RBDHA:2022:8273 (Bacardi tegen Loendersloot en Flint Warehousing), https://www.ie-forum.nl/artikelen/verzoeken-tot-verbetering-en-aanvulling-eindvonnis-afgewezen

Rb. Den Haag 17 augustus 2022, IEF 20911; ECLI:NL:RBDHA:2022:8273 (Bacardi tegen Loendersloot en Flint Warehousing) LI heeft de rechtbank verzocht om verbetering van het dictum in het gewezen eindvonnis [IEF 20900]. LI meent dat er in het dictum niet is opgenomen dat het gaat om merkinbreukmakend handelen door LI. Bacardi heeft gereageerd op dit verzoek van LI. Bacardi meent dat het verzoek van LI moet worden afgewezen. Ook heeft Bacardi aan haar reactie een verzoek tot aanvulling van dictumonderdeel 3.7 toegevoegd. De rechtbank overweegt dat er hier geen sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent en wijst de verzoeken van zowel LI als Bacardi af. 

IEF 20877

Procedure geschorst in afwachting hoger beroep

Rechtbank Amsterdam 13 jul 2022, IEF 20877; ECLI:NL:RBAMS:2022:4168 (Buma en Sena tegen gedaagde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/procedure-geschorst-in-afwachting-hoger-beroep

Rb. Amsterdam 13 juli 2022, IEF 20877; ECLI:NL:RBAMS:2022:4168 (Buma en Sena tegen gedaagde) In het tussenvonnis van 15 juli 2020 [IEF 19334] werd geoordeeld dat gedaagde aansprakelijk is voor de schade die Buma en Sena geleden hebben als gevolg van het onrechtmatig handelen van gedaagde. Bij tussenvonnis van 9 september 2020 werd geoordeeld dat van het tussenvonnis van 15 juli 2020 tussentijds hoger beroep kan worden ingesteld. Het instellen van een tussentijds hoger beroep van een niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard tussenvonnis, leidt ertoe dat de procedure bij de rechtbank is geschorst. Het instellen van een door de rechtbank toegestaan tussentijds hoger beroep heeft schorsende werking van de rechtbankprocedure. Die schorsing brengt mee dat verdere proceshandelingen nietig zijn, althans dat die naderhand verrichte proceshandelingen geen gevolgen mogen hebben. In sommige gevallen kan de procedure bij de rechtbank wel worden voortgezet terwijl tussentijds hoger beroep van het tussenvonnis is ingesteld. Partijen hebben proceshandelingen verricht nadat tussentijds hoger beroep is ingesteld van de tussenvonnissen van 15 juli en 9 september 2020. Hieruit kan echter niet worden afgeleid dat de procedure bij de rechtbank is voorgezet ondanks het ingestelde tussentijds hoger beroep. De rechtbank schorst de procedure in afwachting van het hoger beroep van de tussenvonnissen.

IEF 20867

Vordering tot intrekking procedure in België afgewezen

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 25 jul 2022, IEF 20867; ECLI:NL:RBZWB:2022:4130 (Alsare tegen gedaagde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/vordering-tot-intrekking-procedure-in-belgi-afgewezen

Vzr. Rb. Zeeland-West-Brabant 25 juli 2022, IEF 20867; ECLI:NL:RBZWB:2022:4130 (Alsare tegen gedaagde) Alsare is een Nederlandse onderneming en heeft de domeinnaam www.beeldsmid2.nl geregistreerd. Gedaagde is een Nederlandse fotograaf. Gedaagde stelt dat hij rechthebbende is van een foto die op de website van Alsare heeft gestaan. Gedaagde stelt dat Alsare zijn auteursrecht heeft geschonden. Alsare vordert in deze zaak dat de procedure tegen Alsare in België wordt ingetrokken. Alsare stelt dat gedaagde onrechtmatig jegens haar handelt door in België een procedure te starten terwijl de Belgische rechter absoluut onbevoegd is. De voorzieningenrechter oordeelt dat het wederzijds vertrouwen in elkaars rechtssystemen eraan in de weg staat dat de rechter van een lidstaat de bevoegdheid van een rechter in een andere lidstaat toetst. Ook verzet het Europese recht zich ertegen dat een rechtbank van een lidstaat een partij een verbod oplegt een rechtsvordering in te stellen of voort te zetten bij een rechtbank van een andere lidstaat. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van Alsare af.

IEF 20865

Slechts bij deel subsidiaire vordering sprake van 'bepaalde bescheiden'

Rechtbank Amsterdam 6 jul 2022, IEF 20865; ECLI:NL:RBAMS:2022:3892 (Eiser tegen gedaagden ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/slechts-bij-deel-subsidiaire-vordering-sprake-van-bepaalde-bescheiden

Rb. Amsterdam 6 juli 2022, IEF 20865, IT 4007; ECLI:NL:RBAMS:2022:3892 (eiser tegen gedaagden) Eiser heeft gedaagde 1 gesommeerd om boetes te betalen vanwege schending van de geheimhoudingsplicht. Ook heeft eiser een sommatiebrief aan gedaagde 2 gestuurd waarin zij vraagt dat gedaagde 2 bevestigt dat overgestapte (ex-)werknemers geen werkzaamheden meer zullen verrichten voor gedaagde 2 en dat zij geen zakelijke contacten zullen onderhouden met klanten van eiser. Gedaagden hebben niet voldaan aan deze sommaties. Eiser heeft vervolgens de voorzieningenrechter om verlof gevraagd voor het leggen van conservatoire bewijsbeslagen op ‘bepaalde bescheiden’ ten laste van gedaagden. Eiser vordert verstrekking van afschriften door gedaagden. 

IEF 20850

'Feta' op producten bestemd voor derde landen ook verboden

HvJ EU 14 jul 2022, IEF 20850; ECLI:EU:C:2022:561 (Commissie tegen Denemarken), https://www.ie-forum.nl/artikelen/feta-op-producten-bestemd-voor-derde-landen-ook-verboden

HvJ EU 14 juli 2022, IEF 20850, RB 3676, IEFbe 3524; ECLI:EU:C:2022:561 (Europese Commissie tegen Denemarken) De naam ‘Feta’ stond sinds 2002 geregistreerd als een beschermde oorsprongsbenaming (BOB). De naam mag Feta mag sindsdien alleen gebruikt worden voor kaas die uit dat geografische gebied uit Griekenland komt en voldoet aan de van toepassing zijnde productspecificatie. De Commissie geeft met haar eerste klacht aan dat Denemarken de verplichtingen die het heeft uit hoofde van Verordening (EU) No 1151/2012 zou hebben geschonden. Denemarken heeft namelijk het gebruik van de aanduiding ‘Feta’ op in Denemarken geproduceerde kaas bestemd voor uitvoer naar derde landen niet voorkomen dan wel gestopt. Denemarken stelt echter dat de Verordening alleen van toepassing is op producten die worden verkocht in de EU. Het Hof van Justitie oordeelt allereerst dat volgens de bewoording van de Verordening, dit niet het geval is. Ook producten die worden verkocht aan landen buiten de EU vallen onder het verbod. 

IEF 20836

Opheffing beslag slechts gedeeltelijk toewijsbaar

Hof Den Haag 28 jun 2022, IEF 20836; ECLI:NL:GHDHA:2022:1159 (FKP tegen HVY en Russische Federatie), https://www.ie-forum.nl/artikelen/opheffing-beslag-slechts-gedeeltelijk-toewijsbaar

Hof Den Haag 28 juni 2022, IEF 20836; ECLI:NL:GHDHA:2022:1159 (FKP tegen HVY en Russische Federatie) FKP vordert primair opheffing van een door HVY op merken- en auteursrechten met betrekking tot Russische wodka gelegd executoriaal beslag en secundair schorsing van de executie van het beslag. Naar het oordeel van het hof zijn de merken- en auteursrechten vatbaar voor verhaal. Het hof meent dat de vordering tot opheffing van het beslag toewijsbaar is voor zover het beslag ten laste van en onder FKP is gelegd. Daarnaast is de vordering tot opheffing slechts toewijsbaar voor zover het beslag gelegd is op de auteursrechten op de vormgeving van de producten die onder merken zijn geproduceerd en verkocht. Het hof meent verder dat FKP en de Russische Federatie zich niet met succes kunnen beroepen op immuniteit van executie. Merken en daarin vervatte auteursrechten op de beeldelementen zijn immers uit de aard der zaak niet bestemd voor publieke doeleinden maar voor de bevordering van de verkoop van van de merk voorziene waren. Het hof oordeelt dat het vonnis van de voorzieningenrechter [IEF 19526] gedeeltelijk vernietigd moet worden.

IEF 20833

Weigering overdracht bedrijfsprofiel is niet onrechtmatig

Rechtbank Rotterdam 21 jun 2022, IEF 20833; ECLI:NL:RBROT:2022:5363 (Eiseres tegen gedaagde ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/weigering-overdracht-bedrijfsprofiel-is-niet-onrechtmatig

Vzr. Rb. Rotterdam 21 juni 2022, IEF 20833; ECLI:NL:RBROT:2022:5363 (Eiseres tegen gedaagde) Eiseres heeft in 2018 een restaurant gekocht van een bedrijf. Het restaurant is onderdeel van een keten die werd opgebouwd door vennootschappen van de heren X en Y. In de koopovereenkomst is vastgelegd dat de goodwill en de complete inventaris worden overgedragen. Het recht op gebruik van het merk- en handelsnaamrecht zijn specifiek uitgezonderd in de koopovereenkomst. Op 21 maart 2019 hebben de vennootschappen van de heren X en Y de exploitatie van de keten, inclusief de rechten op het merkrecht overgedragen. Gedaagde heeft vervolgens een licentie verkregen waardoor hij gerechtigd is om het merk en de daarvan afgeleide handelsnaam te exploiteren.

IEF 20819

Gerechtvaardigde uitzondering op perpetuatio fori-beginsel

Hof Den Haag 5 okt 2021, IEF 20819; ECLI:NL:GHDHA:2021:2856 (Primary Holdings tegen Nikon), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerechtvaardigde-uitzondering-op-perpetuatio-fori-beginsel

Hof Den Haag 5 oktober 2021, IEF 20819; ECLI:NL:GHDHA:2021:2856 (Primary Holdings tegen Nikon) Zie ook [IEF 17918]. Nikon houdt zich bezig met de ontwikkeling, productie en verkoop van optische en elektronische apparatuur. Nikon is houdster van een aantal Uniemerken. Primary Holdings Limited (PHL) is een vennootschap die meerdere domeinnamen onder haar beheer heeft. In eerste aanleg werd geoordeeld dat de rechtbank wel degelijk bevoegd was kennis te nemen van de vorderingen op grond van artikel 125 lid 2 UMVo aangezien Nikon haar woonplaats in Nederland heeft. In hoger beroep wordt door het hof geoordeeld dat er geen reden bestaat om af te wijken van het beginsel dat rechterlijke bevoegdheid vastgesteld moet worden op grond van de situatie zoals die was op het moment van het aanhangig maken van de procedure in eerste aanleg.

IEF 20797

HR Conclusie A-G: belang van verdediging betrokken standpunt prevaleert

Hoge Raad 3 jun 2022, IEF 20797; ECLI:NL:PHR:2022:529 (Eiser tegen verweerder en Springfield), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hr-conclusie-a-g-belang-van-verdediging-betrokken-standpunt-prevaleert

HR Conclusie A-G 3 juni 2022, IEF 20797, IT 3977; ECLI:PHR:2022:529 (Eiser tegen verweerder en Springfield) Eiser is een advocaat die onrechtmatige uitlatingen gedaan zou hebben over verweerder. Verweerder is eveneens advocaat. In deze zaak gaat het over de vraag of eiser onrechtmatig heeft gehandeld jegens verweerder. Ter beoordeling van deze vraag dient een afweging gemaakt te worden tussen enerzijds het belang van verweerder om verschoond te blijven van beschadigingen van zijn eer of goede naam en anderzijds het belang van eiser bij het in een procedure naar voren kunnen brengen van hetgeen men dienstig acht ter verdediging van het betrokken standpunt. Bij deze beoordeling dient er groot gewicht toe te komen aan de vrijheid van advocaten en hun partijen. Advocaten moeten in staat zijn om hun eigen belang en dat van hun cliënten te dienen. Aan deze vrijheid zitten echter wel grenzen. Het hof oordeelde in deze zaak dat het belang van verweerder zwaarder weegt dan het belang van eiser. Het hof wees de vordering van verweerder tot rectificatie van door eiser gedane uitlatingen toe. Eiser stelt cassatie in tegen deze uitspraak van het hof. A-G Snijders meent dat het cassatieberoep gegrond is onder meer omdat het niet gaat om of de inschattingen van de bijdrage die de uitlatingen zouden kunnen hebben in deze zaak, juist waren. Het gaat er enkel om of eiser heeft kunnen en mogen menen dat het belang van zijn cliënten werd gediend. A-G Snijders roept op tot vernietiging van het arrest van het hof.

IEF 20784

Uitspraak ingezonden door Lotte van Schuylenburch en Otto Volgenant, Boekx Advocaten en Moo Miero, Turing Advocaten.

Hof oordeelt dat website toch niet aansprakelijk is voor plaatsen recensie

Hof Arnhem-Leeuwarden 14 jun 2022, IEF 20784; ECLI:NL:GHARL:2022:4856 (ZorgkaartNederland tegen Geïntimeerde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hof-oordeelt-dat-website-toch-niet-aansprakelijk-is-voor-plaatsen-recensie

Hof Arnhem-Leeuwarden 14 juni 2022, IEF 20784, IT 3968, LS&R 2077; ECLI:NL:GHARL:2022:4856 (ZorgkaartNederland tegen Geïntimeerde) Zie [IT 2913]. ZorgkaartNederland heeft een website waarop gebruikers recensies kunnen achterlaten over medische behandelaars, waaronder over geïntimeerde. Geïntimeerde is een medisch specialist die een waardering heeft ontvangen op de website van ZorgkaartNederland, waarna geïntimeerde heeft verzocht deze waardering te laten verwijderen. De rechtbank oordeelde in eerste aanleg dat ZorgkaartNederland onrechtmatig heeft gehandeld jegens geïntimeerde door het plaatsen en het geplaatst houden van de waardering, waardoor ZorgkaartNederland de schade die geïntimeerde heeft geleden moest vergoeden. Het hof oordeelt daarentegen dat ZorgkaartNederland niet aansprakelijk is voor het plaatsen van de waardering zelf, maar louter voor het geplaatst houden ervan. Overige vorderingen betreffende het verstrekken van de gegevens van de inzender worden afgewezen.