Merkenrecht  

IEF 392

Werkmerken

GvEA, arrest 25 mei 2005, zaak T-352/02, Creative Technology tegen OHIM. Oppositieprocedure tegen aanvraag CTM woord PC WORKS, o.g.v. ouder nationaal beeldmerk W WORK PRO. Oppositie is gericht tegen de overeenstemmende waren in klasse 9, zoals geluidsinstallaties, luidsprekers, apparaten voor het weergeven van geluid, radio’s, televisies en videoapparaten”

Het is ontegenzeggelijk waar dat Work en Works op elkaar lijken, maar het gaat wel ver om op grond daarvan verwarringsgevaar aannemelijk te achten. Een 'Werk' is tenslotte niet veel meer dan een 'product.'

48. Dienaangaande zij om te beginnen opgemerkt dat het woord „pc” in het aangevraagde merk de betrokken waren beschrijft, daar het zowel in het Engels als in het Spaans om het teken voor „personal computer” gaat. Uit begripsmatig oogpunt is het onderscheidende bestanddeel van dit merk bijgevolg het woord „works”. Met betrekking tot het oudere merk moet worden geoordeeld dat, om overeenkomstige redenen als die welke in de punten 43 tot en met 45 hierboven zijn uiteengezet en bij gebreke van niet-verbale beeldbestanddelen met een eigen suggestief vermogen, het woord „work” het dominerende bestanddeel begripsmatig is.

49     Verder moet waarschijnlijk worden geacht, zoals verzoekster zelf lijkt te erkennen, dat het doelpubliek, dat bestaat uit consumenten die gewend zijn om computers te gebruiken, een voldoende kennis van het Engels heeft om de betekenis van het woord „work” te verstaan en om in het woord „works” de meervoudsvorm daarvan te herkennen.

50     In die omstandigheden heeft de kamer van beroep niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de twee conflicterende merken ook begripsmatig overeenstemmen. Uit een en ander volgt dat het aangevraagde merk en het oudere merk visueel, fonetisch en begripsmatig overeenstemmen.

53     Gelet op de overeenstemming van de conflicterende tekens en op de omstandigheid dat deze tekens waren van dezelfde aard aanduiden, moet worden geconcludeerd dat de kamer van beroep niet van een onjuiste rechtsopvatting blijk heeft gegeven door te oordelen dat er in casu een concreet gevaar bestaat dat het relevante publiek zich met betrekking tot de commerciële herkomst van deze waren vergist. Lees arrest.

IEF 389

Even een vlekje wegwerken

Uitspraak Vzr. Rechtbank 's-Gravenhage KG 05/379 van 24 mei 2005 (Reckitt Benckiser/Action Non Food). Een ietwat vreemde uitspraak met als resultaat een gestrande poging van Reckitt Benckiser (producent van vlekkenverwijderaar Vanish Oxi Action en van de oppervlaktereiniger Cillit Bang) om haar producten te beschermen tegen de verhandeling door Action van Oxi Quick, een vlekkenverwijderaar, en Mascot, een opppervlaktereiniger.

Het beroep van Reckitt Benckiser op haar merk- en modelrechten op de ontwerpen van de verpakkingen van de beide schoonmaakproducten wordt door de Voorzieningenrechter in ongekend ferme bewoordingen afgewezen. Reckitt Benckiser zou niet voldoende specifiek, althans niet voldoende inzichtelijk, hebben aangegeven op welke van deze merk- en/of modelrechten zij zich ten aanzien van welke van de door haar gewraakte producten beroept. Ook zou Reckitt Benckiser op geen enkel moment in de procedure hebben aangegeven, welke onderneming specifiek gerechtigd is op welk merk en/of welk model.

Met name dit laatste is opvallend, nu een korte blik in het merkenregister reeds leert dat in ieder geval alle merkrechten met betrekking tot de ontwerpen van de verpakkingen op naam van één en dezelfde onderneming staan, Reckitt Benckiser N.V. Bovendien blijkt uit het vonnis dat Reckitt Benckiser kopieën van de desbetreffende merk- en modelregistraties als producties heeft overgelegd. Desondanks ziet de Voorzieningenrechter toch reden om de vorderingen die gegrond waren op de merk- en modelrechten, als onvoldoende onderbouwd, af te wijzen.

Ook de beoordeling van het door Reckitt Benckiser ingeroepen auteursrecht op het ontwerp van de verpakkingen van Vanish en Cillit Bang is opvallend. De Voorzieningenrechter oordeelt daarover dat de gelijkenis tussen de Vanish producten van Reckitt Benckiser en de Oxi Quick producten van Action, voor zover er al een auteursrecht op het ontwerp van de Vanish verpakkingen zou rusten, de verpakking van de producten van Action daarmee slechts overeenstemmen voor wat betreft hun paarse kleur (de producten zijn overigens fel roze). Die enkele gelijkenis zou onvoldoende zou zijn om auteursrechtinbreuk aan te nemen. Dit terwijl uit de in het vonnis afgebeelde plaatjes zo op het eerste gezicht tussen de verschillende producten toch wel veel meer gelijkenissen zijn te ontdekken.

Ook de vordering gegrond op het auteursrecht ten aanzien van de oppervlaktereiniger Mascot Turbo wordt door de Voorzieningenrechter afgewezen. De blauwe kleur die Action zou gebruiken voor haar oppervlaktereiniger Mascot Turbo (hier lijkt het product overigens wel paars) zou als gebruikelijk dienen te gelden voor de verpakking van schoonmaakproducten en daarom zou de paarse kleur van Cillit Bang buiten beschouwing moeten blijven bij de beoordeling of op het ontwerp van de gehele verpakking van Cillit Bang auteursrecht zou rusten. Men had zich ook kunnen voorstellen dat de Voorzieningenrechter voor de beoordeling van het mogelijke auteursrecht van de Cillit Bang verpakking juist die verpakking tot uitgangspunt had genomen en niet de latere Action verpakking. Over het etiket van de Cillit Bang verpakking, oordeelt de Voorzieningenrechter nog dat het etiket van Action daarvan zoveel verschilt, dat ook hier geen sprake zou zijn van auteursrechtinbreuk. Ook hierover zou men, gelet op de afgebeelde plaatjes, anders kunnen denken.

Hoewel de Voorzieningenrechter dus niet wilde kijken naar de merk- en modelrechten van Reckitt Benckiser en ook geen auteursrechtinbreuk aannam, oordeelt hij weer wel dat er voor de paarse (maar eigenlijk roze) verpakkingen van de vlekverwijderaars sprake is van onrechtmatig aanhaken. De verpakking van de oppervlaktereiniger zou echter niet als een onrechtmatige nabootsing hebben te gelden. Oordeel zelf, lees hierReckitt het vonnis (met plaatjes, zoals het hoort).

IEF 386

Quote vs. Nauta

"NautaDutilh is een 'zwak merk'. Althans de stíp in het logo van NautaDutilh is een zwak merk. Zo oordeelde de Hoge Raad in januari dit jaar (…) Daarmee kwam een einde aan een negen jaar durende kruistocht langs de verschillende nederlandse rechtsinstanties. Telkens weer kreeg Nauta de klop. 's Lands grootste advocatenkantoor versus een Zeeuws kantoortje dat de euvele moed had oook een stipje in het logo te plaatsen. Nauta beleefde toch al geen glorieus begin van het derde milennium."

IE-recht is altijd goed voor een anekdotische eerste alinea, dat blijkt maar weer. In dit geval is het de de eerste alinea van het stuk De Zeven Plagen Van Nauta, afgedrukt in de nieuwste Quote (juni 2005). Overigens wordt er afgezien van een vermelding van vertrek van de Rotterdamse IE-sectie naar Amsterdam en een foto van Charles Gielen geen aandacht besteed aan IE.

IEF 385

TELETECH vs. TELETECH

GvEA, arrest 25 mei 2005, zaak T-288/03, Teltech tegen OHIM. Weinig spectaculaire zaak waarin verwarringsgevaar tussen de tekens TELETECH GLOBAL VENTURES (CTM-aanvrage) en TELETECH INTERNATIONAL (ouder Frans nationaal en algemeen bekend merk) door het Gerecht van Eerste Aanleg, niet verrassend, wordt aangenomen. ‘TELETECH’ is immers het dominante bestanddeel in beide merken.

Parallel aan het beroep tegen de oppositie van de houder van de CTM aanvrage, loopt een nietigverklaringsprocedure door de France houder van het merk TELETECH INTERNATIONAL. Over de nietigverklaringsprocedure oordeelt het Gerecht nog dat “Het eventuele bestaan van een sinds 1992 in Frankrijk algemeen bekend merk bestaande uit het woordteken TELETECH GLOBAL VENTURES in beginsel niet terzake dienend is in het kader van de [onderhavige] nietigverklaringsprocedure.”

Lees hier het hele arrest.

IEF 381

Vers van de Haagse pers

De nieuwsbrief van het Benelux-Merkenbureau van vandaag maakt melding van een aantal interessante zaken:

  • Het Benelux-Verdrag inzake de intellectuele eigendom is inmiddels ondertekend door België, Nederland en Luxemburg en de nationale goedkeuringsprocedure is inmiddels in gang gezet. Zie hier voor de volledige tekst van het Verdrag;
  • Bij het Verdrag hoort ook een nieuw Uitvoeringsreglement, aangezien de bepalingen over merken en modellen nu worden samengevoegd. Dit reglement zal ook de praktische uitvoering van het lang verwachte gemachtigdenregister behelzen;
  • In het eerste kwartaal van 2005 zijn reeds 6 beroepen ingediend. Het betreft de woordmerken SUPER CHAMPION en DE ZUIVELHOEVE, twee vormmerken voor yoghurtemmers en de kleur zwart voor kaas en kaasproducten. In Luxemburg konden twee deposanten zich niet vinden in de definitieve weigering van de tekens EASYBYCOACH.COM en BABYCENTER;
  • Aan reeds ingeschreven kleurmerken kunnen geen kleurcodes worden toegevoegd. Zie hierover ook hier;
  • Ook spannend nieuws: de eerste beslissing inzake een Benelux-oppositie zit er aan te komen. Wanneer precies is niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk ‘onverwijld’;
  • En tenslotte iets zeer opmerkelijks. § 5.7 van Richtlijnen inzake de criteria voor het weigeren van merken op absolute gronden geeft weer dat het toevoegen van een grafisch element aan een beschrijvende aanduiding niet per definitie leidt tot een teken dat onderscheidend vermogen heeft. Hetzelfde geldt voor afkortingen die als zodanig herkenbaar zijn. Volgens het Bureau verkrijgt het teken Regionale Hotelgids (bijvoorbeeld) geen onderscheidend vermogen door toevoeging van de voor de hand liggende afkorting RHG. Terwijl RHG op zichzelf wél registreerbaar is. Dit lijkt een beetje inconsequent en kort door de bocht geredeneerd. Bovendien, wát is een voor de hand liggende afkorting? RHG? ReHotGi? De ReHoGids? Wordt ongetwijfeld vervolgd.
IEF 376

De oren gewassen

Voorzieningenrechter Rb. 's-Gravenhage, 24-05-05, Rolnr. KG05/379 (Reckitt Benckiser/Action Non Food). Een fraai staaltje van slordig procederen.

Reckitt Benckiser, producent van onder meer Vanish reinigingsproducten, vordert in kort geding een inbreukverbod tegen Action Non Food B.V. Volgens Benckiser maken de schoonmaakproducten van Action Non Food inbreuk haar merk-, model,- en auteursrecht en handelt Action Non Food ook nog eens onrechtmatig tegenover Benckiser.

De rechter wijst de vorderingen van Benckiser op weinig zachtzinninge wijze af.

Alvorens op het IE-recht wordt ingegaan, geeft de rechter een procesrechtelijk lesje:

"5. Eiseressen hebben ter terechtzitting te kennen gegeven hun vordering te willen"uitbreiden" met een verbod tot het verhandelen van andere, nader omschreven producten. Verder wensen eiseressen nog een niet eerder genoemde merkaanvrage aan hun vordering ten grondslag te leggen.

6. Deze "uitbreiding" van de eis is uiteraard een vermeerdering van eis. Tegen een dergelijke eisvermeerdering maakt gedaagde terecht bezwaar."

De Voorzieningenrechter krijgt de smaak te pakken en verwerpt een beroep op het merkenrecht. Hoewel Benckiser 10 verschillende beeldmerken en 32 verschillende modelregistraties heeft overgelegd, is zij kennelijk vergeten erbij te vermelden aan wie al die registratie toebehoren, op welke zij zich beroept, en dit toe te lichten. De rechter wijst de op het model- en merkrecht gestoelde vordering af.

Ook het auteursrecht biedt Benckiser geen soelaas.

Voorzover haar verpakkingen al worden gezien als nieuwe en oorspronkelijke werken, komen de verpakkingen van Action Non Food daar slechts mee overeen voor wat betreft de paarse kleur. Dit is, gelet op de verschillen in onder meer de etiketten van de betreffende producten, te weinig om auteursrechtinbreuk aan te nemen.

De rechter oordeelt tenslotte dat Action Non Food voor wat betreft de verpakkingen van de vlekkenverwijderaars op onrechtmatige wijze heeft aangehaakt bij het ontwerp van de Vanish reinigingsproducten van Benckiser. Aangezien de onrechtmatige verpakkingen echter al geruime tijd van de markt zijn, wordt ook de laatste vorderingn van Benckiser afgewezen.

Lees vonnis

IEF 373

Birkenstock tegen birkenstock

Christian Birkenstock, eigenaar van het gelijknamige  en steeds hipper wordende sandalenmerk, komt maar niet van zijn vrouw af. Direct na de echtscheiding, twee jaar geleden, is ex-vrouw Susanne Papenbrock een eigen sandalenlijn begonnen die ze in reclames aanprijst onder de naam van Birkenstock. Christian Birckenstock  vindt dat probeert mee te liften op zijn succes en om daar een eind aan te maken heeft hij een rechtszaak tegen haar aangespannen. De twist wordt door sommige Duitse kranten al omschreven als ,,Dallas aan de Rijn''.


De sandalen van  Susanne Birkenstock dragen het merk Beautystep en zouden als twee druppels water lijken op de echte Birkenstocks en in advertenties werd ook net iets te nadrukkelijk de bedrijfsnaam Susanne Birkenstock International genoemd. De sandalen blijken een succes. Er zijn inmiddels zo'n 40.000 paar van verkocht in Duitsland, Oostenrijk en Zwisterland.
 
Drie maanden geleden heeft de rechter in Keulenbepaald dat Susanne Birkenstock haar sandalen mag blijven verkopen, mits ze haar naam niet al te prominent vermeldt. Haar bedrijf is inmiddels omgedoopt in SB International. De reclames vermelden in kleine letters: ,,ontworpen door Susanne Birkenstock''. Binnenkort wil ze haar bedrijf uitbreiden naar Amerika, na Duitsland de belangrijkste afzetmarkt voor de echte Birkenstocks

IEF 371

Ondertussen in Iran

The head of Iran’s National Carpet Center stated: “There has been a request presented to the Minister of Commerce in order to stop worldwide design and color imitation of Iran’s rugs and carpets in general and exported ones in particular.”

IEF 370

Fiat Lux (2)

In aanvulling op eerdere berichtgeving over gezondheidsclaims en merken: Een meerderheid van het Europees Parlement dreigt komende donderdag te stemmen tegen de voorgestelde strengere regelgeving voor aanduidingen als Light en andere gezondheidsclaims op voedingsmiddelen. Tijdens een voorbereidende stemming keurde een meerderheid van het Europarlement het verbod af. Veel parlementariërs vrezen dat kleine bedrijven de dupe worden omdat het te duur is om al hun producten wetenschappelijk te laten onderzoeken.