Conclusie A-G: consumentenorganisatie mag vorderingen instellen

HvJ EU Conclusie A-G 2 december 2021, IEF 20372, IT 3736, IEFbe 3332; C-319/20 (Facebook Ireland tegen Verbraucherzentrale Bundesverband) In Duitsland klaagt de Federatie van Duitse consumentenorganisaties (de Federatie) dat Facebook Ierland inbreuk maakt op regels inzake de bescherming van persoonsgegevens, de bestrijding van oneerlijke concurrentie en de consumentenbescherming, door in het App Centrum van het platform door derden geleverde spellen gratis beschikbaar te maken. In dat kader heeft de Federatie bij de Duitse rechter een vordering tot verbod ingesteld tegen Facebook Ireland. Het Bundesgerichtshof betwijfelt echter of het beroep van de Federatie ontvankelijk was. Zij vraagt zich af of een consumentenbeschermingsvereniging sinds de inwerkingtreding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming nog steeds bevoegd is om op te treden tegen inbreuken op die verordening. Daarom heeft het Bundesgerichtshof het Hof gevraagd om uitleg van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Volgens de Advocaat-Generaal past de behartiging van de collectieve belangen van consumenten door verenigingen bij uitstek bij de doelstelling van de Algemene Verordening Gegevensbescherming om een hoog niveau van bescherming van persoonsgegevens tot stand te brengen.