het probleem van het wapperen
Met dank aan De Brauw Blackstone Westbroek: Rechtbank 's-Gravenhage, 28 september 2005, KG 05/1010. Agripa Holdings Limited tegen Roland International B.V. EP betreffende een werkwijze en inrichting voor het afbeelden van reclame op een voertuig. Directe inbreuk aangenomen.
Octrooi-vonnis met de inmiddels gebruikelijke grensoverschreidende-bevoegdheidsalinea: "Nu gedaagde een in Nederland gevestigde vennootschap is, is de voorzieningenrechter bevoegd van de vorderingen kennis te nemen. In het kader van een voorlopige voorziening is er ook bevoegdheid om zonodig een grensoverschrijdend verbod op te leggen, zelfs nu de nietigheid van het octrooi (tevens) naar buitenlands recht wordt ingeroepen. Hiertoe hoeft de rechtbank immers geen definitief oordeel te vellen over het geldigheidsverweer, maar slechts een inschatting te maken hoe de betreffende buitenlandse rechter daarover in voorkomend geval zal oordelen"
Agripa is houdster van een Europees octrooi betreffende een verwisselbaar reclamevlak op de zijkant van een vrachtwagen met toepassing van een reclameboodschap welke is aangebracht op flexibel materiaal dat losmaakbaar is bevestigd op de vrachtwagen. Octrooi is nieuw en inventief. De veelheid van octrooien op het gebied van het aanbrengen van verwisselbare reclame op de zijkant van een vrachtwagen geeft aan dat het hier gaat om een product dat, als er een praktisch toepasbare vorm voor zou worden gevonden, aan een duidelijke marktbehoefte voldoet. Niettegenstaande die vraag is de oplossing om tot een praktisch toepasbare vorm (eentje die niet flappert in de wind) te komen niet eerder gevonden. Ook hierom is de uitvinding inventief.
Roland erkent dat haar reclamepanelen bestaan uit maasmateriaal in de zin van conclusie 1 van het octrooi. Zij betwist evenwel inbreuk te maken omdat zij het voordeel van het octrooi niet dáárdoor verwezenlijkt, maar door de wijze waarop zij de panelen plaatst op de zijwand van een vrachtwagen. Bij de Rolabanner is het maasmateriaal over de gehele omtrek daarvan dicht tegen de zijwand van het voertuig aangebracht, zodat de rijwind geen kans krijgt om het doek op te doen bollen. De toepassing van maasmateriaal vloeit volgens Roland voort uit andere overwegingen zoals het lichte gewicht, flexibiliteit en betere bedrukbaarheid.
Daargelaten nog dat voorshands onvoldoende aannemelijk is geworden dat een doek zonder mazen de door Roland geroemde eigenschappen zou ontberen, heeft Roland geheel niet inzichtelijk gemaakt dat een gesloten reclamedoek zonder mazen niet zou flapperen indien dit wordt gemonteerd met een rondom doorlopend montagesysteem.
Door reclamepanelen met dat maasmateriaal aan te bieden maakt zij directe inbreuk op het octrooi. Voor zover Agripa zou bedoelen dat Roland indirecte inbreuk zou maken door zijwanden van vrachtwagens te voorzien van een bevestigingssysteem voor een verwisselbaar reclamedoek, geldt dat naar voorlopig oordeel zo’n bevestigingssysteem ook gebruikt kan worden voor een niet inbreukmakend reclamepaneel zonder mazen. Van indirecte inbreuk in deze zin is dan geen sprake.
Er zijn voldoende aanwijzingen dat Roland voornemens is de inbreukmakende reclamepanelen ook aan te bieden in andere landen dan Nederland of dat reeds gedaan heeft. Er zijn geen aanwijzingen dat de Nederlandse danwel de bevoegde buitenlandse rechter van de andere gedesigneerde landen hier anders over zou oordelen. De voorzieningenrechter ziet dan ook grond om Roland te verbieden inbreuk te maken op het octrooi voor alle gedesigneerde landen. Lees vonnis hier.
Uitspraak Codecommissie CGR in kort geding, K05.008, Boehringer Ingelheim BV tegen GlaxoSmithKline BV inzake Seretide.
De opmars van Nederlands meest zichtbare exportproduct Big Brother in Oost-Europa verloopt niet overal even vlotjes. Na eerdere strubbelingen in Kroatië, Hongarije, Tsjechië en Slowakije (
De 11-2 zal op de borden blijven staan: diverse media berichten dat Albert Heijn en Unilever hun geschil al twee weken geleden hebben bijgelegd (eerder bericht
Rechtbank 's-Gravenhage, 28 september 2005, zaaknr. 21248, Bharat c.s. - SAB. Omvangrijk geschil tussen de voormalig leverancier en distributeur van de Surinaamse Mariënburg rum. Na uiteen te zijn gegaan, komen beiden elkaar nu regelmatig tegen bij Rechtbank en Hof. Ook het merkenrecht wordt als wapen in de strijd gehanteerd.
Dit zou wel eens het begin van een lange maar mooie Europese procedure kunnen zijn, een opmaat naar een spraakmakend arrest en luchtig voer voor de media: "Keine Eintragung von Tastmarken. Tastmarken sind mangels graphischer Darstellbarkeit der haptischen Eindrücke nicht eintragungsfähig.
“Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Aanpassing van de Auteurswet 1912 ter implementatie van richtlijn nr. 2001/84/EG van het Europees Parlement en van de Raad van de Europese Unie van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk (PbEG L 272) (29912). (Zie vergadering van 14 september 2005.)