Auteursrecht  

IEF 14334

Auteursrechtdebat: Illegaliteit - probleem of oplossing?

Door Gerben de Vries, Jurist en componist bij Freeze-Audio. Thema: Downloadverbod & thuiskopie. Organisaties als Buma/Stemra en Brein menen dat illegaal aanbod slecht is voor de industrie. Juristen delen dikwijls deze mening, omdat illegaal aanbod nu eenmaal onrechtmatig is en er schade wordt geleden. Een gemis in een discussie over het auteursrecht is dan een positief geluid over initiatieven als Napster, The Pirate Bay, Popcorn Time en andere minder legale bronnen. Het is dan goed om eens met een open blik te kijken naar de positie van de illegale bron.

De opkomst van het internet heeft tot ander gebruik van muziek, films en series geleid. Vijftien jaar geleden was iemand nog blij met een discman en tien cd’s, tegenwoordig wil een flink deel van de luisteraars alles en overal. Als iedereen het afgelopen decenniumbraaf €1 voor een nummer had neergeteld bij iTunes, dan bestond Spotify niet. Waarom zou je immers muziek voor een zeer klein bedrag beschikbaar stellen, als de consument er flink voor wil betalen. Partijen als Napster, Kazaa en torrentwebsites maakten het echter mogelijk om van de mogelijkheden van het internet gebruik te maken. Het werd mogelijk om over honderden of duizenden liedjes te beschikken, zonder dat er direct een maandsalaris moest worden afgedragen.

Illegale bronnen hebben zo de weg vrijgemaakt voor moderne vormen van exploitatie. Exploitatievormen die rechtdoen aan het fenomeen ‘internet’. Zolang we moeten vaststellen dat illegaal aanbod soms meer gemak biedt dan legaal aanbod, kunnen illegale bronnen niet zomaar verdwijnen.

Op het gebied van streamen en downloaden valt bijvoorbeeld nog flink wat te winnen. Als ik een film op mijn slaapkamer af wil kijken, dan ben ik, bij een gebrek aan internet, afhankelijk van een download van €15. Omdat mijn oude telefoon geen Spotify kan bevatten, mag ik €1 per nummer neertellen als ik muziek op mijn telefoon wil zetten. Ik vind dat disproportioneel. Daarnaast is het overigens wel weer mogelijk om muziek van YouTube te kopiëren. Een gratis legale thuiskopie. Het lijkt nog niet geheel door te dringen dat alle streams ook gekopieerd kunnen worden.

Hoewel bijvoorbeeld Netflix een zo compleet mogelijk aanbod wil creëren, is niet alles op deze dienst beschikbaar. Pas als een rechthebbende economische voordelen ziet bij plaatsing, zal hij overgaan tot een overeenkomst. Aan de ene kant helpt dan dat er veel betalende afnemers zijn, maar ook hier is een belangrijke rol weggelegd voor de illegale bron.
Zonder deze sterke bronnen neemt de noodzaak tot het aangaan van een overeenkomst met Netflix af. Als de DVD-verkoop nog floreert door een gebrek aan illegale beschikbaarheid, dan zou het gek zijn om een film voor veel minder geld op Netflix aan te bieden.

Helaas zijn er zelfs partijen die nog durven te beweren dat met gratis niet te concurreren valt. Evident valt er met virussen via torrents, slechte kwaliteit, ontbrekende ondertiteling, beperkte beschikbaarheid vanwege een gebrek aan uploaders, een achterlopend beeld, de onmogelijkheid om te streamen, te concurreren. En dan nog. Zolang Buma/Stemra de ‘oorlog aan de gratis muziekcultuur’ verklaart, maar tegelijkertijd met YouTube afspreekt om een uitermate grote catalogus gratis voor de consument ter beschikking te stellen, kan niet geklaagd worden dat niet met gratis te concurreren valt. De bakker die zijn brood met reclame bedrukt en gratis weggeeft, moet ook niet klagen dat niemand meer brood wil kopen.

Conclusie is dan ook dat illegale bronnen noodzakelijk zijn voor het normaal functioneren en ontwikkelen van de markt. Alleen door een sterk illegaal aanbod kunnen bestaande legale diensten beter worden en is het mogelijk dat nieuwe diensten ontstaan. Anders ontbreekt simpelweg de noodzaak tot het creëren van goede alternatieven. Als de consument de film- en muziekindustrie wil helpen om tot goede alternatieven te komen en de markt werkbaar en reëel te maken, dan is de illegale bron een prima oplossing.

Gerben de Vries

IEF 14333

Verantwoordelijk voor gedogen muziekapparatuur in scooterwerkplaats

Vzr. Rechtbank Den Haag 7 oktober 2014, IEF 14333 (SENA/BUMA tegen HJ Scooters)
Naburige rechten. Relatiemanager van eiseressen bezocht gedaagde en stelt vast dat er speelklare muziekapparatuur aanwezig is en muziek werd afgespeeld in openbare ruimte. Er wordt een licentieovereenkomst met acceptgirokaart aangeboden. Gedaagde betoogt dat muziek niet bedoeld is om de verkoop van scooters te stimuleren, zodat er geen beroeps of bedrijfsbelang is. De winkel en werkplaats zijn voor personeel en klanten toegankelijk en de werkgever is voor gedogen muziekapparatuur verantwoordelijk. Gedaagde wordt verboden muziek van het repertoire te draaien en dient het bedrag te voldoen.

3.2. Gedaagde heeft betoogd dat de muziek die in de onderneming wordt gedraaid niet is bedoeld om de verkoop van scooters te stimuleren, zodat hij geen beroeps- of bedrijfsbelang heeft bij het openbaar maken van muziek. Dit betoog wordt verworpen omdat muziek het bedrijfsbelang reeds dient doordat het personeel de muziek kan beluisteren. Voort heeft gedaagde betoogd dat de muziek in afgesloten ruimtes wordt gedraaid. Ook aan dit betoog wordt voorbij gegaan nu de winkel en werkplaats toegankelijk zijn voor zowel de personeelsleden in de onderneming als voor klanten. Daarbij heeft voorts te gelden dat de werkgever verantwoordelijk is voor het gedogen van het gebruik van de muziekapparatuur op de werkvloer ofwel dat de directeur van gedaagde kan worden aangesproken op het draaien van de muziek in de onderneming.
IEF 14332

Europees Hof: embedded linken mag, (blijkbaar) ook naar illegale content

Bijdrage ingezonden door Kamiel Koelman, Van Diepen Van der Kroef. Voor ‘embedded’, of ‘framed’, linken naar de content van een anders website is de auteursrechtelijke toestemming van die ander niet nodig. Dit wisten we al sinds het Svensson-arrest van eerder dit jaar. Nu lijkt de hoogste rechter in auteursrechtzaken, het Europese Hof van Justitie, daaraan met de recente Bestwater-uitspraak [IEF 14315] toe te voegen dat het embedden van de content óók geen inbreuk oplevert, als die content zonder toestemming van de rechthebbende is geupload naar de website waarnaar wordt gelinkt.

Svensson In het Svensson-arrest oordeelde het Hof – kort gezegd - dat met het aanbrengen van een embedded link geen auteursrechtinbreuk wordt gemaakt, omdat men er van kan uitgaan dat de rechthebbende die iets op internet zette, de bedoeling had dat daarnaar wordt gelinkt. Commentatoren speculeerden dat hieruit moest volgen dat linken en embedden weer wél een inbreuk moet opleveren, als de content waarnaar wordt gelinkt illegaal op internet is gezet; dat wil zeggen zonder de toestemming van de rechthebbende, en dus ook zonder dat deze de bedoeling had dat iedereen ernaar kan linken.

Bestwater Maar uit Bestwater-arrest kan volgen dat het niet uitmaakt of het materiaal waarnaar wordt gelinkt al dan niet rechtmatig op internet is geplaatst. Het ging hier om een embedded link naar een Youtube filmpje, dat zonder toestemming van de auteursrechthebbenden op Youtube was gezet. Deze omstandigheid weerhield het Hof er niet van te oordelen dat het embedden géén auteursrechtinbreuk oplevert.

Betekenis Is nu helder hoe het zit met het linken naar en embedden van materiaal dat zonder adequate toestemming is geupload? In het kort: nee. Het Hof zegt helaas niet onomwonden dat – laat staan: waarom - het geen verschil zou maken of het oorspronkelijke filmpje met of zonder de toestemming van de auteursrechthebbende op internet is gezet. Naar de precieze bedoelingen van het Europese Hof moeten we daarom – zoals wel vaker tegenwoordig – gissen.

Redelijke verwachting Het Hof schrijft wel dat als een werk vrij op internet beschikbaar is, ervan kan worden uitgegaan dat de rechthebbende de bedoeling had om het hele internetpubliek te bedienen, inclusief het publiek dat door de embedded link wordt bereikt. Bedoelt het Hof dat men er ten aanzien van al het materiaal dat vrij op internet staat eenvoudigweg altijd van mag uitgaan dat het met toestemming van de rechthebbende is geupload, zodat er vrijelijk naar kan worden gelinkt, en het kan worden ge-embed?

Nieuw publiek In de Svensson-uitspraak oordeelde het Hof dat met de embedded link geen ‘nieuw’ publiek wordt bereikt dat de rechthebbende niet in gedachten had, toen hij het werk op internet plaatste. Dat was doorslaggevend om aan te nemen dat geen sprake was van auteursrechtinbreuk. In het Bestwater-geval stond het werk al op internet – al was dat illegaal - zodat met deze embedded link evenmin een nieuw publiek wordt bereikt. Zou dit de achterliggende redenering van het Hof zijn: het werk is al openbaar gemaakt door degene die het naar Youtube uploadde, zodat de partij die het werk embedde dat niet nog eens kan doen en daarmee niet nog eens inbreuk kan plegen?

Niet gevraagd Of zou het Hof de omstandigheid dat het filmpje zonder toestemming op Youtube was gezet gewoon niet in aanmerking hebben genomen, omdat de Duitse rechter die de zaak naar het Hof had doorverwezen, daar niet uitdrukkelijk om had gevraagd? Het Europese Hof herformuleert echter wel vaker vragen, als het daar zin in heeft. De vraag van de Duitse rechter verwijst bovendien weldegelijk naar de omstandigheden van het Duitse geval. En het overzicht van de feiten van dit geval in de uitspraak van het Europese Hof, laat zien dat dit Hof zich ervan bewust was dat de rechthebbende had gesteld dat het filmpje zonder diens toestemming naar Youtube was geupload.

Kamiel Koelman

IEF 14329

Thuiskopieregeling gewijzigd en de nieuwe thuiskopietarieven 2015

Uit het persbericht: De Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoedingen (SONT) heeft onlangs nieuwe Thuiskopietarieven geadviseerd aan Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie. Op 17 oktober heeft de Ministerraad ingestemd met een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) waarin dat advies is overgenomen. De AMvB is vandaag aan de Tweede kamer aangeboden. Rechthebbenden blijven de komende jaren terecht verzekerd van een vergoeding voor de kopieën die een consument maakt van films, muziek, afbeeldingen en boeken. Ook e-readers worden nu bij de Thuiskopieregeling betrokken. Lees verder

IEF 14328

Inbreuken op KING CUISINE door KING SALADES-logo

Vzr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 21 oktober 2014, IEF 14328 (King Cuisine)
Door gedaagde wordt beeldmerk KING SALADES gedeponeerd, dat stemt zodanig overeen met het woordmerk KING CUISINE dat daardoor conform 2.20 BVIE sub b verwarring bij het publiek kan ontstaan. Inbreuk door de zoon van de oprichter van King Cuisine op het aan King Cuisine toekomende merkrecht en handelsnaamrecht op “King Cuisine”, alsmede het auteursrecht op het logo van een koningskop.

4.1. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het door [gedaagde] gedeponeerd beeldmerk KING SALADES zodanig overeenstemt met het woordmerk KING CUISINE, dat daardoor verwarring bij het publiek kan ontstaan, conform lid 1 sub b van artikel 2.20 BVIE.
Het woord KING is het kenmerkende bestanddeel van het merk KING CUISINE. Dit woord wordt beklemtoond en verwijst naar de onderneming van King Cuisine. Gebruik van het woord KING in combinatie met SALADES zal door het publiek worden geassocieerd met de onderneming van King Cuisine. Het in het beeldmerk opgenomen koningskoplogo verwijst eveneens naar King Cuisine, die dit logo in het verleden heeft gebruikt. De associatie met King Cuisine wordt nog versterkt door de betrokkenheid van [gedaagde] en zijn familie in het verleden bij de onderneming van King Cuisine, waardoor afnemers van King Cuisine de associatie zullen maken dat [gedaagde] nog steeds bij King Cuisine is betrokken. Verwarring wordt tevens veroorzaakt doordat de woorden CUISINE en SALADES beide verwijzen naar voedingsmiddelen en het niet ongebruikelijk is om één kenmerkend bestanddeel voor meerdere producten te gebruiken. King Cuisine heeft in dit verband als voorbeeld Easyjet genoemd, die tevens als merknamen Easycar en Easybus gebruikt.
Voorts heeft te gelden dat de merken van partijen zijn ingeschreven voor dezelfde klassen/aanduidingen, namelijk klasse 29 en 30. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat ter zitting duidelijk is geworden dat King Cuisine nog steeds salades produceert en verkoopt. Op grond van het voorgaande is de vordering op grond van artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE toewijsbaar.

4.2. Hetgeen omtrent de verwarring hierboven is overwogen geldt eveneens voor het gebruik door [gedaagde] van de handelsnaam KING SALADES. Als bijkomend argument voor verwarring geldt hier nog dat de onderneming van [gedaagde] op korte afstand (ongeveer 8 kilometer) van de vestigingsplaats van King Cuisine is gevestigd. Ook op grond van artikel 5 Handelsnaamwet is de vordering 6.1 van King Cuisine toewijsbaar.

4.3. Ten aanzien van de auteursrechten op het koningskoplogo, dat onderdeel is van het door [gedaagde] gedeponeerd beeldmerk is de voorzieningenrechter van oordeel dat, indien de stelling van [gedaagde] wordt gevolgd dat Glas Studios rechthebbende is op de auteursrechten op dat werk, die auteursrechten niet toekomen aan [gedaagde]. Gesteld noch gebleken is immers dat Glas Studios haar auteursrechten aan [gedaagde] heeft overgedragen. King Cuisine heeft door overlegging van productie 5 aangetoond dat zij in 1991 het logo met de koningskop nog heeft gebruikt. Daaruit kan worden afgeleid dat Glas Studios minst genomen aan King Cuisine een licentie voor gebruik van het koningskoplogo heeft verstrekt. Met King Cuisine is de voorzieningenrechter van oordeel dat die licentie dan een exclusief karakter heeft, aangezien dit logo immers op verzoek van de vader van [gedaagde] speciaal voor de rechtspersoon die thans King Cuisine heet ontworpen. Gelet op de veronderstelde licentie, dan wel het auteursrecht van King Cuisine, staat het [gedaagde] niet vrij om het koningskoplogo zonder toestemming van King Cuisine te gebruiken. Dat dit logo op dit moment niet in ongewijzigde vorm door King Cuisine wordt gebruikt is in het kader van auteursrechtinbreuk niet relevant.

IEF 14326

Wetsvoorstel Afschaffing geschriftenbescherming aangenomen

Afschaffing geschriftenbescherming, Kamerstukken I 2014-2015, 33 800 nr. 5.
Het wetsvoorstel Wijziging van de Auteurswet in verband met de afschaffing van bescherming van geschriften zonder oorspronkelijk karakter of persoonlijk stempel van de maker (33 800) is zonder beraadslaging en zonder stemming op 28 oktober aangenomen.

Dit wetsvoorstel schaft in de Auteurswet de bescherming van geschriften zonder oorspronkelijk karakter of persoonlijk stempel van de maker (niet-oorspronkelijke geschriften) af, de zogenaamde geschriftenbescherming. Hierbij moet gedacht worden aan geschriften waarbij geen sprake is van een creatieve prestatie, zoals (standaard) advertenties, telefoongidsen, catalogi, dienstregelingen, theaterprogramma's en gebruiksaanwijzingen. Voor databanken die geen auteursrechtelijke bescherming of sui generis-bescherming (enige in zijn soort) genieten komt de geschriftenbescherming ook te vervallen.

Met dit voorstel wordt de vrije verspreiding van feitelijke informatie vergemakkelijkt. Met dit voorstel vallen voortaan alleen werken van letterkunde, wetenschap of kunst, met een eigen oorspronkelijk karakter en een persoonlijke stempel van de maker onder het auteursrecht.

IEF 14324

Schoenzool met combinaties beschermd

Hof 's-Hertogenbosch 28 oktober 2014, IEF 14324 (X Shoes tegen Y Shoe's)
Auteursrecht. Totaalindruk van de X Ground, naar het oordeel van het hof, voldoende blijk van een eigen intellectuele schepping van de maker. Anders dan Y betoogt is geen sprake van het enkel volgen van een trend of mode. De combinatie van een rasterzool met verzonken points, pivots, een verbindingslijn van de pivot (...) is in geen van de andere zolen waarvan afbeeldingen zijn overgelegd terug te vinden. De zool is een auteursrechtelijk beschermd werk. Nu de totaalindruk van de zool van geïntimeerde één op één gelijk is aan deze zool, is er sprake is van inbreuk. Vorderingen worden toegewezen.

3.3.2. Grief 1 is gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat aan de zool van [appellante] geen auteursrechtelijke bescherming toekomt.
Met grief 1 en de toelichting daarop betoogt [appellante] dat de [appellante] Ground zool het resultaat is van menselijk scheppende arbeid van [schoenontwerper] en zijn creatieve keuzes, en aldus een voortbrengsel van zijn menselijke geest. Voorts heeft de zool een geheel eigen oorspronkelijk gezicht. De profilering van de zool, een speciaal ontworpen rasterpatroon, is een uniek eigen ontwerp van de maker dat niet eerder is terug te vinden in een andere zool. Wat de pivots (draaipunten) in de zool betreft geldt, dat het gebruik daarvan ten tijde van het ontwerpen van de onderhavige zool ook wel bij andere zolen voorkwam, maar de verbinding van de pivots met de zijkant van de zool om er één geheel van te maken, is weer een geheel eigen ontwerp van de maker. Ook de contrasterende kleurstelling is een geheel eigen ontwerp van de maker. Genoemde eigen ontwerpen van de maker zijn niet ingegeven door technische of functionele eisen en evenmin door reeds bekende mode-, trend- en smaakelementen van het publiek.
Het voorgaande brengt, aldus [appellante], mee dat de zool een auteursrechtelijk beschermd werk is en dat, nu de totaal indruk van de zool van [geïntimeerde] één op één, inclusief de auteursrechtelijk beschermde elementen van de zool van [appellante], gelijk is aan de zool van [appellante], sprake is van inbreuk door [geïntimeerde].

3.4.3.
Gelet op het voorgaande, en ook op de andere zolen waarvan [geïntimeerde] afbeeldingen in het geding heeft gebracht, geeft de totaalindruk van de [appellante] Ground, naar het oordeel van het hof, voldoende blijk van een eigen intellectuele schepping van de maker. Anders dan [geïntimeerde] betoogt is geen sprake van het enkel volgen van een trend of mode. De combinatie van een rasterzool met verzonken points, pivots, een verbindingslijn van de pivot, aan de voorkant van de zool, met de zijkant van de zool in een hoek als afgebeeld in de memorie van grieven onder 16, een verbindingslijnlijn van de pivot in de hak met de zijkant van de zool en de kleurcontrasten tussen enerzijds de zool en anderzijds de verbindingslijnen vanaf de pivots, is in geen van de andere zolen waarvan afbeeldingen zijn overgelegd terug te vinden. Aldus komt aan de [appellante] Ground zool auteursrechtelijke bescherming toe.
IEF 14319

Wet en AMvB toegestaan gebruik verweesde werken

Wet inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen verweesde werken, Stb. 2014, nr. 388. - AMvB, Stb. 2014, 399
Vanaf morgen (29 oktober) treedt deze wet in werking. Artikel 16o Auteurswet komt te luiden: Als inbreuk op het auteursrecht op een werk van letterkunde, wetenschap of kunst als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder 1, 5 of 10, wordt niet beschouwd de reproductie of beschikbaarstelling door voor het publiek toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen en musea, alsmede archieven en instellingen voor cinematografisch of audiovisueel erfgoed die niet het behalen van een direct of indirect economisch of commercieel voordeel nastreven, van een voor het eerst in een lidstaat van de E.U. of in een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de E.E.R. openbaar gemaakt werk mits:

a. het werk deel uitmaakt van de eigen verzameling van de hiervoor bedoelde organisaties;
b. de rechthebbende op het werk na een zorgvuldig onderzoek als bedoeld in artikel 16p niet is geïdentificeerd en opgespoord; en
c. de reproductie en beschikbaarstelling geschiedt in het kader van de uitoefening van een publieke taak, in het bijzonder het behouden en restaureren van de werken en het verstrekken van voor culturele en onderwijsdoeleinden bestemde toegang tot de werken uit de eigen verzameling van de hiervoor bedoelde organisaties. (...)

Artikel 16p

1. Het zorgvuldig onderzoek naar de rechthebbende, als bedoeld in artikel 16o, eerste lid, onder b, wordt uitgevoerd door voor ieder werk als bedoeld in artikel 16o, eerste lid, en voor ieder daarin opgenomen werk van letterkunde, wetenschap of kunst de voor de desbetreffende categorie van werken geschikte bronnen voor het opsporen van rechthebbenden te raadplegen. Op voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden bij algemene maatregel van bestuur regels gegeven ten aanzien van de bij het onderzoek te raadplegen bronnen. (...) [AMvB, Stb. 2014-399]

Lees verder

IEF 14316

Is copyright law fit for purpose in the Internet era?

Robert Ashcroft and Dr George Barker, Is copyright law fit for purpose in the Internet era? September 2014.
Bijdrage ingezonden door Robert Ashcroft, PRS for Music. Introduction: This paper will argue that the application of exceptions to copyright that benefit intermediary business models - combined with the limitation on the liabilities of intermediaries made possible in the Digital Millennium Copyright Act [DMCA] in the USA and the eCommerce Directive in Europe - has led to the situation where rights holders are prevented from giving full consent for use of their works as required under copyright law and that this is damaging to the economy as a whole. (...)

Summary: The safe harbour regime was introduced before broadband, file sharing, social media and apps, and at a time when knowledge of what was passing through the network was limited at best.
This paper will argue that the unintended consequences of the safe harbour legislation have been the distortion of markets and investment, the creation of barriers to entry and the limitation of overall economic growth for the cultural and creative industries, both now and in the future. The failure of the law either to require the consent of rights holders, or to compensate them for the harm caused by such lack of consent, means that economic growth has been less than it should have been and that society as a whole is therefore worse off than it would have been had creators’ full consent for the use of their works on the Internet been required, or had their lack of consent been compensated for. (...)
Lees verder

IEF 14315

HvJ EU: framing en embedden is geen inbreuk

HvJ EU 21 oktober 2014, IEF 14315, zaak C-348/13 (BestWater) - dossier
Tip van Fulco Blokhuis, Boekx. Auteursrecht. Hyperlinks. Framing-techniek. Zie eerder: IEF 12669. Prejudiciële vraag: Vormt de opneming van een op een website van een derde voor het publiek beschikbaar gesteld werk van een derde in de eigen website onder omstandigheden als in het hoofdgeding, een mededeling aan het publiek in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG, ook als het werk van een derde daardoor niet aan een nieuw publiek wordt meegedeeld en de mededeling niet met behulp van een specifieke technische werkwijze plaatsvindt die verschilt van die van de oorspronkelijke mededeling?

Antwoord:

Die Einbettung eines auf einer Website öffentlich zugänglichen geschützten Werkes in eine andere Website mittels eines Links unter Verwendung der Framing-Technik, wie sie im Ausgangsverfahren in Frage steht, allein stellt keine öffentliche Wiedergabe im Sinne von Art. 3 Abs. 1 der Richtlinien 2001/29/EG (...) dar, soweit das betreffende Werk weder für ein neues Publikum noch nach einem speziellen technischen Verfahren wiedergegeben wird, das sich von demjenigen der ursprünglichen Wiedergabe unterscheidet.

Unofficiële vertaling:

Het embedden op een website van een openbaar toegankelijk beschermd werk op een andere website middels een link en onder gebruikmaking van de framing-techniek, zoals in deze procedure bedoeld, is geen weergave in de zin van artikel 3 lid 1 Richtlijn 2001/29/EG, voor zover het werk noch voor een nieuw publiek noch via een speciale technische procedure wordt weergegeven, dat zich onderscheid van de oorspronkelijke weergave.

Op andere blogs:
Banning
Dohmen advocaten
Mr.
DirkzwagerIEIT

IPKat