Geen afspraken over gebruik handelsnaam na overname
Vzr. Rechtbank Den Haag 20 juli 2021, IEF 20105; ECLI:NL:RBDHA:2021:7619 (Promise tegen Promise 1) Kort geding. Eiser en gedaagde hebben op dit moment allebei een kapperszaak in het centrum van Leiden waarvoor zij nagenoeg dezelfde naam gebruiken. Eiser voert de naam Promise en gedaagde voert de naam Promise 1. Voor de overname van de zaak van gedaagde door eiser werd de handelsnaam Promise al gevoerd en was de kapperszaak onderdeel van een vof met twaalf vestigingen. Beide partijen willen dat de ander de handelsnaam aanpast. De voorzieningenrechter oordeelt dat gedaagde moet stoppen met het voeren van haar huidige handelsnaam. Hierbij is onder andere van belang dat gedaagde geen houder is van van het vof-merk en dat niet is gebleken dat partijen hebben afgesproken dat eiser een andere handelsnaam zou gaan voeren.