Vandaag 29 november heeft het Hof van Justitie zijn lang verwachte uitspraak gedaan in de zaak VCAST/RTI (HvJ EU 29-11- 2017, C-265/16, IEF 17308, VCAST). Op het moment dat dit bericht geschreven wordt is de uitspraak nog slechts in het Frans en Italiaans beschikbaar; wel is er een perscommuniqué in het Nederlands.
VCAST maakte op verzoek van haar klanten voor deze laatste videokopieën van uitzendingen, onder meer ook van uitzendingen van RTI (Reti Televisive Italiane), die daar in dit gevel tegen opkwam. Daarna werd de opname op de door de gebruiker aangegeven gegevensopslagruimte in de cloud geplaatst (bijv. Google Drive) [zie daarvoor (niet de uitspraak maar) de Conclusie van A-G Szpunar van 7 september jl, IEF 17142, sub 12]. Maar VCAST maakte het haar klanten gemakkelijk. Op haar internetsite vindt de gebruiker de volledige programmering van de televisiekanalen die in de dienst van VCAST zijn inbegrepen; de gebruiker kan hetzij een van de vermelde uitzendingen aangeven, hetzij een tijdvak. Het is deze aangename dienst die VCAST bij het Hof zum Verhängnis wordt, want dit handelen wordt door het Hof aangemerkt, niet als een reproductie maar als een mededeling aan het publiek. En de art. 5(2)(b) van de Auteursrechtrichtlijn staat weliswaar het maken van privékopieën toe, maar niet de mededeling aan het publiek van werken, al is het ten behoeve van die laatste activiteit. Maar nu loop ik vooruit op de zaak.