Gepubliceerd op maandag 5 maart 2007
IEF 3580
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Eerst even voor jezelf lezen

- Gerechtshof Arnhem, 13 februari 2007, rolnummer 2006/132 KG. Test & Drive V.O.F. c.s. tegen Veka Best Verkeersleermiddelen (met dank aan Arjan Maes, Dommerholt Advocaten).

Executiegeschil. Appellanten hebben in prima en in appel betoogd dat aan de verklaring ex artikel 260 lid 2 Rv terugwerkende kracht toekomt. Dat zou dan ook gevolgen moeten hebben voor de tussen betekening van het veroordelend vonnis en de afgelegde verklaring verbeurde dwangsommen. Het Hof Arnhem verwerpt die die stelling.

Lees het arrest (inclusief vonnis in eerste aanleg) hier.    

- Rechtbank ’s-Gravenhage, 5 maart 2007, KG ZA 07-136. R. van den Heuvel tegem Van den Heuvel Bouw B.V.

“Zodoende moet worden beoordeeld of Remco in ernst kon betwijfelen, mede gelet op de gronden waarop het verbod werd gegeven, dat zijn opzegging aan zijn provider Hostway voor afloop van de termijn van één maand als vervat in het verbod, een overtreding van het verbod zou opleveren. Bij dit een en ander zal er met partijen vanuit worden gegaan dat het voeren van de domeinnaam www.vdhbouw.nl als zodanig inderdaad gebruik als handelsnaam vormt. Anders gezegd, de in dit executiegeschil te beantwoorden vraag is of Remco ervan uit mocht gaan dat wat hij had gedaan om de website te beëindigen voldoende nakoming van het verbod opleverde. De voorzieningenrechter acht dat het geval, waarbij de volgende omstandigheden in aanmerking zijn genomen.”

Lees het vonnis hier.