Gepubliceerd op donderdag 22 november 2007
IEF 5137
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Eerst even voor jezelf lezen

HvJ EG, 22 november 2007, zaak C-328/06, betreffende een Spaans verzoek om een prejudiciële beslissing in de procedure Alfredo Nieto Nuño tegen Leonci Monlleó Franquet.

“Het Hof van Justitie (Tweede kamer) verklaart voor recht: Artikel 4, lid 2, sub d, van de Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten, moet aldus worden uitgelegd dat het oudere merk algemeen bekend moet zijn op het gehele grondgebied van de lidstaat waar het is ingeschreven of in een aanmerkelijk gedeelte ervan.”

Lees het arrest hier.

HvJ EG, 22 november 2007, conclusie A-G BOT  in zaak C-446/05. Belgische prejudiciële vragen in strafzaak tegen Ioannis Doulamis.

„De artikelen 81 EG, 3, lid 1, sub g, EG en 10, tweede alinea, EG, in onderlinge samenhang gelezen, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale wet die tandverzorgers verbiedt, in het kader van een vrij beroep of een praktijk voor tandverzorging in enige vorm, hetzij rechtstreeks, hetzij indirect, publieksgerichte reclame voor hun diensten te maken.

Een dergelijke regeling vormt daarentegen een beperking van de vrijheid van vestiging en van het vrij verrichten van diensten in de zin van de artikelen 43 EG en 49 EG. Deze beperking is gerechtvaardigd uit hoofde van de bescherming van de volksgezondheid wanneer de in geding zijnde nationale wetgeving tandverzorgers niet verbiedt een eenvoudige en neutrale vermelding te doen opnemen in een telefoongids of in een ander openbaar informatiemedium teneinde aan hun praktijk bekendheid te geven, zoals een vermelding van hun identiteit, de activiteiten die zij mogen uitoefenen, de plaats waar zij deze uitoefenen, hun werktijden en de mogelijkheden contact met hen op te nemen.”

Lees de conclusie hier.