Gepubliceerd op dinsdag 27 juni 2023
IEF 21511
Hof Den Haag ||
11 nov 2022
Hof Den Haag 11 nov 2022, IEF 21511; ECLI:NL:GHDHA:2022:2876 (Tinnus Enterprise/Geïntimeerde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/ambities-van-tinnus-knappen-bij-het-hof

Ambities van Tinnus knappen bij het hof

Gerechtshof Den Haag 29 november 2022, IEF 21511; ECLI:NL:GHDHA:2022:2876 (Tinnus Enterprises/geïntimeerde) In deze zaak stelt Tinnus Enterprises (hierna: Tinnus) dat geïntimeerde inbreuk maakt op haar intellectuele eigendomsrechten. Het betreft in deze zaak een vulapparaat waar meedere waterballonnen tegelijkertijd mee kunnen worden gevuld. Bij de rechtbank vorderde Tinnus een verklaring voor recht dat de waterballonvuller van geïntimeerde inbreuk maakt op haar intellectuele eigendomsrechten. Daarop verweert geïntimeerde zich met de stelling dat de intellectuele eigendomsrechten van Tinnus dermate bepaald zijn door de technische vormgeving dat er überhaupt geen sprake is van een geldig model of auteursrechtelijk beschermd werk, waarbij de tegeneis van geïntimeerde doorhaling van het modellenrecht van Tinnus beslaat. De rechtbank volgt geïntimeerde in dit verweer - waarbij de doorhaling van het model ook wordt toegewezen. Hiertegen komt Tinnus in beroep. Zij vordert vernietiging van het vonnis. 

Tinnus voert dertien grieven ten tonele, die erop neerkomt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk. Geïntimeerde houdt vast aan haar verweer dat er geen sprake is van een auteursrechtelijk werk, maar van een werk dat ontstaan is uit technische bepaaldheden, waar enige creatieve keuzes dermate banaal zijn dat zij geen bescherming verdienen. 

Het hof begint met de gebruikelijke formule voor bepaling van auteursrechtelijke bescherming. Er moet sprake zijn van een eigen intellectuele schepping, waarin de persoonlijkheid van de maker wordt weerspiegeld door de creatieve keuzes die de maker heeft gedaan. Tinnus stelt dat er veel creatieve keuzes zijn gemaakt bij het ontwerp van het product, zoals in de kleur, de buitendiameter van de slangetjes en de materiaalkeuze. Hier stelt geïntimeerde tegenover dat al deze keuzes dermate banaal of technisch bepaald zijn dat zij geen eigenlijke creatieve keuzes zijn. Het hof volgt geïntimeerde in dit verweer. Bij elke keuze die Tinnus noemt komt het hof tot de conclusie dat de vormgeving niet of nauwelijks verder gaat dan de techniek toelaat en dat Tinnus niet overal consequent is in haar verweren. Zo stelde zij in eerste aanleg dat de kleuren geen rol spelen in het werk, maar in hoger beroep werd de kleur een belangrijk creatief element genoemd. Het hof wijst alle vorderingen van Tinnus af. 

6.3 Een gebruiksvoorwerp kan op grond van artikel 10 Auteurswet (Aw) - evenals werken van andere aard - als auteursrechtelijk beschermd werk worden aangemerkt, als is voldaan aan twee cumulatieve vereisten. Het voorwerp moet i) oorspronkelijk zijn, in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming ervan (het oorspronkelijkheidsvereiste), en ii) de auteursrechtelijk te beschermen bestanddelen moeten een nauwkeurig en objectief definieerbare uitdrukking van een dergelijke intellectuele schepping vormen (het bepaalbaarheidsvereiste). Ook een verzameling of bepaalde selectie van op zichzelf niet beschermde elementen kan een (oorspronkelijk) werk zijn in de zin van de Aw, mits de verzameling/selectie het persoonlijk stempel van de maker draagt. Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarin geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen. Wanneer voor de vervaardiging van een voorwerp technische overwegingen, regels of andere beperkingen gelden die geen ruimte laten voor creatieve vrijheid, kan dat voorwerp niet worden geacht de vereiste oorspronkelijkheid te hebben. De keuzes van de maker mogen verder niet louter een technisch effect dienen of uitsluitend het resultaat zijn van een door technische uitgangspunten beperkte keuze.

6.9 In eerste aanleg heeft Tinnus aanvankelijk betoogd dat kleuren geen rol spelen in het werk. In hoger beroep stelt zij dat de keuze voor de “felle kleur”, respectievelijk de “heldere en primaire kleuren” van de Bunch-O-Balloons (element a) en de keuze om de connector, slangetjes en ballonnen in dezelfde kleur uit te voeren (element g), de uiting zijn van vrije en creatieve keuzes van [oprichter-eigenaar] en dat deze elementen voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen, althans behoren tot de combinatie van elementen die aan de werktoets voldoet. Het hof verwerpt de stelling van Tinnus dat de Bunch-O-Balloons op grond van de elementen a en/of g op zich al een auteursrechtelijk beschermd werk is. Nog daargelaten de vraag of voldoende bepaalbaar zou zijn waarin het auteursrechtelijk beschermde werk zou bestaan als Tinnus zou worden gevolgd, is het hof met [geïntimeerde] van oordeel dat de keuze voor effen felle/primaire kleuren voor de Bunch-O-Balloons zodanig banaal en triviaal is dat daarin geen creatieve arbeid valt aan te wijzen.

6.17 Ten aanzien van de combinatie van de hiervoor besproken elementen geldt het volgende. Volgens Tinnus heeft [oprichter-eigenaar] gekozen voor de combinatie van elementen met een “strak uiterlijk (met een lengte die een veelvoud is van de breedte)”, waardoor de indruk ontstaat van “een strak georganiseerde bos ballonnen”, met het uiterlijk van een “gearrangeerd boeket bloemen”, een “strak georganiseerd boeket bloemen” of een “gekleurd boeket bloemen”. Dat andere dan technische motieven een rol hebben gespeeld om te komen tot dit strakke uiterlijk van de Bunch-O-Balloons kan naar het oordeel van het hof echter niet worden aangenomen (behalve ten aanzien van de banale keuze voor één kleur). Nog daargelaten dat het hof Tinnus niet volgt in haar stelling dat de Bunch-O-Balloons het uiterlijk heeft van een boeket bloemen (bloemen hebben doorgaans niet dezelfde kleur als hun steel - groene bloemen daargelaten - en de Bunch-O-Balloons wordt niet met de ballonnen naar boven, maar met de ballonnen naar beneden gebruikt), vloeit het strakke (al dan niet boeketachtige) uiterlijk van de Bunch-O-Balloons immers direct voort uit de hiervoor besproken technische keuzes om de ballonnen te bevestigen aan enigszins stijve slangetjes van dezelfde lengte die door de connector bijeen gehouden worden. Het hof ziet ook geen andere grond voor het oordeel dat de combinatie van de hiervoor besproken elementen auteursrechtelijk beschermd is. De totaalindruk van de Bunch-O-Balloons gaat naar het oordeel van het hof niet verder dan de technische functie ervan.