Gepubliceerd op vrijdag 11 januari 2019
IEF 18183
Rechtbanken ||
9 jan 2018
Rechtbanken 9 jan 2018, IEF 18183; ECLI:NL:RBDHA:2019:111 (Hennessy c.s. tegen Loendersloot c.s.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/vorderingen-afgewezen-vrijwaringsincident-loendersloot-c-s-leidt-tot-onredelijke-vertraging

Uitspraak ingezonden door Niels Mulder, Elisa Hendriksen en Charlotte Sophie van Triest, DLA Piper.

Vorderingen afgewezen, vrijwaringsincident Loendersloot c.s. leidt tot onredelijke vertraging.

Rechtbank Den Haag 9 januari 2019, IEF 18183; ECLI:NL:RBDHA:2019:111 (Hennessy c.s. tegen Loendersloot c.s.) Merkenrecht. Procesrecht. Geschil in hoofdzaak ziet in de kern op gestelde merkinbreuk door gedaagden op verschillende Unie- en Benelux-merken van Hennessy c.s. voor onder meer alcoholische dranken. Loendersloot c.s. vordert dat de rechtbank bij vonnis haar toestaat om 22 partijen tegen een termijn van zes maanden in vrijwaring op te roepen.  Echter heeft het belang van Hennessy c.s. bij voortzetting van de hoofdzaak zonder verdere vertraging door (vrijwarings-)incidenten in dit geval te prevaleren boven het belang van Loendersloot bij vrijwaring. Toestaan van de vrijwaring zou meebrengen dat de hoofdzaak onredelijk wordt vertraagd. Vorderingen afgewezen.

4.7. (...) Ook ter zitting heeft Loendersloot c.s. desgevraagd niet afdoende kunnen beantwoorden waarom zij zo lang heeft gewacht met zich stellen en het opwerpen van dit incident. Haar verzoek om pleidooi in dit vrijwaringsincident heeft geleid tot verdere vertraging. Daar komt bij dat het merendeel van de in vrijwaring op te roepen partijen buitenlandse rechtspersonen zijn waarop - met name ook voor de buiten Europa gevestigde rechtspersonen - lange(re) betekeningstermijnen van toepassing zijn en ten behoeve waarvan de processtukken dienen te worden vertaald. Een en ander zal naar verwachting aanzienlijke verdere vertraging van de procedure opleveren.

4.10. Het voorgaande leidt ertoe dat het belang van Hennessy c.s. bij voortzetting van de hoofdzaak zonder verdere vertraging door (vrijwarings-)incidenten in dit geval dient te prevaleren boven het belang van Loendersloot bij vrjwaring. Toestaan van de vrjwaring zou meebrengen dat de hoofdzaak onredelijk wordt vertraagd. Gelet op de wederzijdse belangen van partijen en de eisen van een doelmatige procesvoering, zal de rechtbank de vorderingen van Loendersloot tot oproeping van Wolter c.s. in vrjwaring dan ook afwijzen.