Gepubliceerd op donderdag 28 december 2006
IEF 3151
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Veroordeling in het kwadraat

Rechtbank Utrecht, 13 december 2006, HA ZA 06-1173, Kwadraat tegen MV Kwadraat (Met dank aan Diederik Stols, DLA Piper)
 
Niet zo spannend vonnis over merkrechten en handelsnaam "Kwadraat"; vorderingen Belgische eiser toegewezen
 
Kwadraat NV is een Belgische onderneming die sinds 1995 actief is op het gebied van woningbouw en die zich meer in het bijzonder bezighoudt met het ontwerpen, bouwen en verkopen van woningen. Daarnaast houdt Kwadraat zich bezig met projectbegeleiding. Zij heeft in 1999 het merk "K Kwadraat" bij het Benelux Merkenbureau gedeponeerd, voor onder meer bouwmaterialen, makelaardij in onroerende goederen, bouw, reparaties en installatiewerkzaamheden. MV Kwadraat houdt zich sinds 1996 onder de naam MV2 bezig met architectuur, projectbegeleiding en interieurontwerp. Op 12 april 200I heeft MV2 haar naam veranderd en staat zij in het handelsregister ingeschreven onder de naam MV Kwadraat B.V. Nadat Kwadraat bekend werd met het bestaan van MV Kwadraat, heeft zij bij brief van 31 januari 2006 MV Kwadraat gesommeerd om elk gebruik van de benaming "MV Kwadraat", alsook van elke gelijkende naam, te staken en gestaakt te houden en heeft zij haar in gebreke gesteld. MV Kwadraat heeft hieraan geen gevolg gegeven. In de procedure vordert Kwadraat een gebod tot staken van de merkinbreuk en wijziging van de handelsnaam.

 

De rechtbank stelt allereerst vast dat het merk K Kwadraat voldoende onderscheidend vermogen heeft voor de waren en diensten waarvoor het is ingeschreven. De rechtbank overweegt: "Het woord "Kwadraat" is immers in zijn algemeenheid niet beschrijvend of kenmerkend voor diensten in de bouwwereld of voor diensten op het gebied van de woningmarkt. De rechtbank hecht tevens belang aan het feit dat MV Kwadraat reeds zelf stelt dat er sprake is van weinig onderscheidend vermogen. Daarmee is gegeven dat MV Kwadraat op zichzelf genomen erkent dat het merk in ieder geval enig onderscheidend vermogen heeft."

Vervolgens neemt de rechtbank aan dat gedaagde het teken "MV kwadraat" gebruikt zoals bedoeld in artikel 2.20 lid 2 BVIE, nu zij haar producten en diensten onder deze naam aanbiedt en de naam MV kwadraat ook als domeinnaam op het internet gebruikt (www.mvkwadraat.nl). Ter comparitie is voorts gebleken dat het teken MV kwadraat ook voluit wordt gebruikt in stukken voor zakelijk gebruik, zoals op briefpapier en visitekaartjes en in de reclame.

Volgens de rechtbank is "kwadraat" het meest kenmerkende bestanddeel van het merk K kwadraat. De rechtbank neemt aan dat er sprake is van overeenstemming tussen merk en teken. Daarbij is volgens de rechtbank "uit visueel oogpunt" van belang dat MV Kwadraat vanaf 2001 naast haar logo "MV2" het woord "Kwadraat" voluit is gaan schrijven. Vanuit dit oogpunt is tevens van belang dat de onderneming bij de KvK staat ingeschreven onder de naam MV Kwadraat B.V. en op de website MV Kwadraat nagenoeg altijd voluit wordt geschreven. Ditzelfde geldt voor haar domeinnaam www.mvkwadraat.nl.

Nadat de rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van overeenstemmende activiteiten, neemt zij vervolgens aan dat er in casu sprake is van verwarringsgevaar. Daarbij verwerpt ze het verweer van gedaagde inzake de verschillende plaatsen waar beide partijen hun activiteiten uitvoeren: "Het betoog van MV Kwadraat dat er geen sprake is van verwarringsgevaar, omdat Kwadraat actief is in Vlaams-Brabant en MV Kwadraat actief is in Nederland, kan niet slagen. Hiertoe overweegt de rechtbank dat uit artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE voortvloeit dat de merkhouder een uitsluitend recht heeft. Kwadraat kan dit recht dan ook inroepen tegenover ondernemingen binnen de drie verdragsluitende staten; ongeacht de mate van activiteit binnen die staten. Ook de stelling dat er geen sprake is van verwarringsgevaar, omdat beide ondernemingen reeds tien jaar actief zijn daadwerkelijke verwarringzich niet heeft voorgedaan, kan niet tot een andere conclusie leiden."

Uiteindelijk wordt gedaagde veroordeeld om de merkinbreuk en het gebruik van de handelsnaam te staken. De opgelegde dwangsommen zijn opvallend mild, 1.000 euro per dag met een maximum van 20.000 euro.
Lees het vonnis hier.