Gepubliceerd op donderdag 17 april 2014
IEF 13763
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Totaalverbod klaagwebsites bevestigd

Hof Den Haag 15 april 2014, KG ZA 12-1185 (Newice c.s. tegen Pretium en DEM)
Uitspraak ingezonden door Armand Killan en Thijs van den Heuvel, Bird & Bird. Domeinnaamrecht. Onrechtmatige uitingen. Klaagsite. De websites met de domeinnamen www.pretiumonline.com en www.pretiumonline.nl kenden onder meer de volgende uitingen: (1.) “PRETIUMONLINE OPLICHTERS” (2.) “HET MEEST ONBESCHOFTE BEDRIJF OOIT!! BEDROG LEUGENS SMERIG”, etc.. In eerste aanleg [IEF 12032] is een verbod opgelegd tot het verwijderen van alle content van de websites met rectificatie en overdracht domeinnamen. Volgens het hof is juiste maatstaf aangelegd. De stelling dat een totaalverbod is opgelegd en dat "de mond is gesnoerd" berust op een onjuist begrip. Misstanden aan de kaak stellen mag, zolang dat maar rechtmatig gebeurd. De voorzieningenrechter heeft diverse uitingen in onderling verband beschouwd. Beoordeling van iedere uiting afzonderlijk doet geen recht aan de boodschap die deze uitingen tezamen uitstralen. Het hof bekrachtigt het vonnis.

3.11. [..] heeft de juistheid van de gehanteerde maatstaf als zodanig niet bestreden. Het bezwaar van [..] c.s. dat de voorzieningenrechter de uitingen op alle websites en niet alleen die op pretitie.nl in zijn beoordeling heeft betrokken is reeds hiervoor in r.o. 3.2 verworpen.

3.12. In de kern stellen de grieven aan de orde dat de voorzieningenrechter zou hebben miskend dat de uitingen moeten worden gezien als waardeoordelen en daarom bij de beoordeling van de onrechtmatigheid van de uitingen, de mate waarin de uitingen steun vinden in de feiten, ten onrechte heeft betrokken. Dat standpunt wordt verworpen. De voorzieningenrechter heeft terecht de hiervoor in 4.11 weergegeven en door [..] c.s. niet bestreden toets aangelegd bij de beoordeling van de diverse uitingen. Bij die beoordeling dient tevens te worden betrokken de mate waarin de uitingen steun vinden in de beschikbare feiten. Daarenboven geldt dat - in het kader van de in 3.11 bedoelde belangenafweging - ook grenzen zijn aan de mate waarin en de wijze waarop waardeoordelen kunnen worden geuit [..]. Ook voor zover de uitingen van [..] zouden moeten worden gezien als waardeoordelen, zoals [..] stelt, heeft de voorzieningenrechter, gelet op hetgeen voorlag, terecht geoordeeld dat door de wijze waarop deze waardeoordelen zijn geformuleerd en de context waarin ze zijn geplaatst, de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden. Dat oordeel wordt niet anders als de in eerste aanleg buiten beschouwing gelaten producties van [..] in aanmerking worden genomen.

3.14. [..] waarin een ordemaatregel wordt verzocht bestaande uit het opleggen van een gebod tot het verwijderen van content van websites, heeft de voorzieningenrechter terecht de diverse uitingen op die websites in onderling verband beschouwd en op grond van de hoeveelheid en de aard van de daarop geplaatste ontoelaatbare uitingen, geoordeeld dat met de inhoud van de websites, op grond van de diverse uitingen in context gelezen, in zijn geheel de grens van het aanvaardbare wordt overschreden. Beoordeling van iedere uiting afzonderlijk doet bovendien geen recht aan de boodschap die deze uitingen tezamen uitstralen. Immers, een uiting die op zichzelf bezien mogelijk aanvaardbaar zou moeten worden geacht, kan toch de grens van het betamelijke overschrijden indien die uiting is geplaatst en dus wordt gelezen in samenhang met een of meer andere uitingen.

3.15. [..] Gelet op het grote aantal ontoelaatbare uitingen [..] de onderlinge samenhang tussen de uitingen en het totaalbeeld dat door de diverse uitingen op de websites van [..] werd opgeroepen, is het hof van oordeel dat de voorzieningenrechter, op grond van hetgeen destijds voorlag, terecht tot het oordeel is gekomen dat de hiervoor genoemde uitingen ontoelaatbaar waren, alsmede dat de ontoelaatbaar te achten uitingen zodanig met de niet toelaatbare uitingen waren verweven, dat de enig werkbare en passende reactie was om [..] bij wijze van ordemaatregel te gebieden de content van de websites geheel te verwijderen. [..]

3.16. [..] geen op de toekomst gericht verbod is opgelegd. Het aan hem opgelegde verbod tot verwijdering van de content van de websites betekent immers niet dat hij de door hem gestelde misstanden niet langer aan de orde zou kunnen stellen op een website, zolang hij dat op rechtmatige wijze doet. Zijn stelling dat hem een totaalverbod is opgelegd waarmee hem de mond is gesnoerd berust op een onjuist begrip van de hem opgelegde verboden. [..] juist uitdrukkelijk overwogen dat het gevorderde verbod op toekomstige publicatie een te onbepaalde en te vergaande maatregel zou zijn en een dergelijk verbod daarom niet opgelegd.