Gepubliceerd op woensdag 6 december 2006
IEF 3005
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Subsidiariteit en proportionaliteit (4)

frfr.bmpKamerstuk 30587, nr. G/7. 1e/2e Kamer. Subsidiariteitstoets op richtlijnvoorstel betreffende strafrechtelijke maatregelen ter verzekering van de handhaving van intellectuele eigendomsrechten (COM(2006) 168 fin.);

Antwoord van Franco Frattini, de vice-voorzitter van de Europese Commissie op vragen van de Eerste en Tweede Kamer over de door de EU voorgestelde strafmaat m.b.t. namaak en piraterij.

Beide Kamers kwamen eerder tot de conclusie dat genoemd voorstel niet zou voldoen aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. In het bijzonder waren ze van oordeel dat het voorstel buiten de bevoegdheden van de Gemeenschap zou vallen. De Commissie is het daar niet mee eens. 

“De Gemeenschap is bevoegd om daar waar nodig de hoogte van de sancties te harmoniseren. Het Hof (van Justitie) preciseert dat het kaderbesluit terzake aan de lidstaten de keuze liet de hoogte van de in te voeren sancties te bepalen. Deze overweging verbiedt het de wetgever van de Gemeenschap niet de uitoefening door de lidstaten van hun bevoegdheid met een nauwkeurig vastgestelde strafmaat aan te sturen.

Overeenkomstig de conclusies van de Raad JBZ van 25 en 26 april 2002  verloopt de harmonisering van strafrechtelijke sancties via een systeem  van «strafmaatmarges», waarbij minimum- en maximumsancties worden  vastgesteld die de nationale wetgever een voldoende ruime beoordelingsmarge  laten.”

Lees de volledige brief hier. Lees de brief van de tijdelijke commissie subsidiariteitstoets hier.  Eerdere berichten hier.