Gepubliceerd op woensdag 24 mei 2023
IEF 21441
BBIE ||
22 mei 2023
BBIE 22 mei 2023, IEF 21441; (SNOOZIES! tegen Snoezziess), https://www.ie-forum.nl/artikelen/snoozies-tegen-snoezziess

SNOOZIES! tegen Snoezziess

BBIE 22 mei 2023, IEF 21441; Beslissing oppositie 2018248 (Marshall Bank tegen Larissa)  De oppositiedivisie van het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) heeft uitspraak gedaan in een zaak omtrent woordmerken. Marshall Bank heeft oppositie ingesteld tegen de inschrijving van het woordmerk 'Snoezziess' van Larissa van Andel. De opposant baseert zich hierbij op haar oudere woordmerk 'SNOOZIES!'.

Van Andel heeft Snoezziess onder andere ingeschreven voor sierraden, terwijl Marshall Bank SNOOZIES! heeft ingeschreven voor hoofdkussens, beddenspreien, sokken en pantoffels. De opposant stelt dat er desalniettemin een risico op verwarring bestaat tussen de merken. Beide merken delen de letters 'SNO' en 'ZIES' en verschillen slechts in enkele letters. Hierdoor zijn de merken visueel sterk gelijkend. Bovendien worden ze op dezelfde manier uitgesproken en zijn ze auditief identiek. De opposant stelt ook dat haar oudere merk een hoge onderscheidingskracht heeft. Door de opgebouwde reputatie van het merk is het verwarringsgevaar des te groter. Het publiek zou kunnen denken dat de aangeboden producten afkomstig zijn van dezelfde onderneming.

Van Andel verweert zich door te stellen dat er zowel visuele als auditieve verschillen bestaan tussen de merken. Haar merk bevat meer letters en eindigt met een uitroepteken, wat resulteert in een ander uiterlijk. Daarnaast zou er een auditief klankverschil zijn tussen de merken, aangezien de 'oo' en 'oe' anders worden uitgesproken in de Benelux-regio. Hierdoor zouden de totaalindrukken van de merken voldoende verschillen om te weten dat het om een ander bedrijf gaat. Bovendien bieden beide bedrijven verschillende soorten producten aan, waardoor het verwarringsgevaar niet zou bestaan.

Het BBIE oordeelt dat de merken visueel overeenstemmen. Ze delen de eerste drie letters 'SNO', waar consumenten vaak meer aandacht voor hebben. Daarnaast hebben beide merken de letters 'ZIES'. Ook auditief verschillen de merken niet voldoende. Ongeacht hoe de 'oo' of 'oe' wordt uitgesproken, klinken de merken in hoge mate hetzelfde.

Het BBIE concludeert dat de totaalindrukken van de merken sterk overeenstemmen. Op basis van deze beoordeling stelt het BBIE vast dat er een gevaar voor verwarring bestaat voor een deel van de diensten waarvoor het betwiste teken is aangevraagd.

De oppositie wordt gedeeltelijk toegewezen. Snoezziess mag niet worden ingeschreven voor de waren die als overstemmend zijn bevonden, maar wel voor de niet-overeenstemmende waren en diensten.

43. Voor de globale beoordeling moet worden uitgegaan van de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument van de betrokken waren of diensten. Er dient evenwel rekening mee te worden gehouden, dat de gemiddelde consument slechts zelden de mogelijkheid heeft, verschillende merken rechtstreeks met elkaar te vergelijken, doch aanhaakt bij het onvolmaakte beeld dat bij hem is achtergebleven. Ook dient er rekening mee te worden gehouden dat het aandachtsniveau van de gemiddelde consument kan variëren naar gelang van de soort waren of diensten waarom het gaat.12 De betrokken waren en diensten zijn gericht op het algemene publiek met een normaal aandachtsniveau.

44. Het verwarringsgevaar is des te groter naarmate de onderscheidingskracht van het oudere merk sterker is. Merken die hetzij van huis uit, hetzij wegens hun bekendheid op de markt, een sterke onderscheidingskracht hebben, genieten dus een ruimere bescherming dan merken met een geringe onderscheidingskracht.13 Het ingeroepen merk heeft een normaal onderscheidend vermogen, nu het geen kenmerk van de betrokken waren omschrijft. Aan de stelling van opposant (supra, punt 11) dat er sprake zou zijn van door intensief gebruik verhoogd onderscheidend vermogen moet worden voorbijgegaan, nu dit niet met stukken wordt onderbouwd.

45. De globale beoordeling van het verwarringsgevaar veronderstelt een zekere onderlinge samenhang tussen de in aanmerking te nemen factoren, met name tussen de overeenstemming van de conflicterende tekens en de waren of diensten waarop zij betrekking hebben. Zo kan een geringe mate van overeenstemming van de betrokken waren of diensten worden gecompenseerd door een hoge mate van overeenstemming tussen de tekens, en omgekeerd.

46. In het onderhavige geval zijn de tekens in hun totaalindruk sterk overeenstemmend. De onder 38 bedoelde diensten in klasse 35 zijn in zekere mate overeenstemmend met de waren waarvoor het ingeroepen merk is ingeschreven. Op basis van deze en de hiervoor genoemde andere factoren, en gelet op hun onderlinge samenhang, is het Bureau van oordeel dat er sprake is van verwarringsgevaar in die zin dat het publiek kan menen dat de door het ingeroepen merk aangeduide waren en een deel van de diensten waarop het betwiste teken betrekking heeft, van dezelfde onderneming of, in voorkomend geval, van economisch verbonden ondernemingen afkomstig zijn.