Gepubliceerd op maandag 22 juli 2019
IEF 18600
Rechtbank Den Haag ||
18 jul 2019
Rechtbank Den Haag 18 jul 2019, IEF 18600; (Blossom tegen Yehwang), https://www.ie-forum.nl/artikelen/slaafse-nabootsing-niet-aannemelijk-sieraden-blossom

Uitspraak ingezonden door Bert Gravendeel, Gravendeel Advocaten, en Kim de Bonth, Holla Advocaten.

Slaafse nabootsing niet aannemelijk sieraden Blossom

Rechtbank Den Haag 18 juli 2019, IEF 18600; ECLI:NL:RBDHA:2019:7961 (Blossom tegen Yehwang) Modellenrecht. Auteursrecht. Blossom verkoopt sieraden onder bepaalde merken en is opgericht door Zhou. Yehwang is een groothandel in onder meer sieraden en brengt sieraden op de markt onder een soortgelijke naam als die van Blossom. Onder andere de vorm en modellen van de sieraden komen overeen met die van Blossom. Blossom vordert iedere inbreuk op haar auteursrechten en modelrechten te staken. De vorderingen worden gedeeltelijk toegewezen. Slaafse nabootsing is niet aannemelijk gemaakt.

5.10. Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van inbreuk op een auteursrecht dien in een geval als dit beoordeeld te worden in welke mate de totaalindrukken van het beweerdelijk inbreuk makende werk en het beweerdelijk bewerkte of nagebootste werk overeenstemmen. De auteursrechtelijk beschermde trekken of elementen van laatstbedoeld werk zijn daarbij bepalend. Bij de vergelijking van de totaalindrukken dienen ook onbeschermde elementen in aanmerking te worden genomen, voor zover de combinatie van al deze elementen in het beweerdelijk nagebootste werk aan de “werktoets” beantwoordt.

5.13. Naar voorlopig oordeel maakt Yehwang met haar sieraden 1 en 2 inbreuk op de auteursrechten op de dierensieraden van JF Blossom, omdat de totaalindrukken van de respectievelijke sieraden volledig overeenstemmen. De door Yehwang genoemde verschillen - zij heeft gewezen op de snorharen in de dierenkoppen - zijn in het geheel van deze oorbellen zodanig klein dat die op de totaalindruk niet van invloed zijn.

5.20. Het enige verschil tussen de oorbellen van JF Blossom en die van Yehwang betreft de afdruk op het hangertje van de oorbellen. Deze afdruk is weliswaar klein uitgevoerd, maar binnen de totaalindruk van de (kleine) oorbel, vormt het geen ondergeschikt element. De verschillen in de afdruk zijn in dit geval onvoldoende om van een andere totaalindruk te spreken. De afdruk van Yehwang is in de totaalindruk even groot en op dezelfde wijze en positie op het vlak aangebracht. Hoewel de afbeelding een palmboom betreft, is deze net als de ananas omringd door tekstelementen, zodanig dat een cirkelvorm om de afbeelding ontstaat, waarbij zich aan één zijde daarvan, net als in de oorbellen van JF Blossom, nog een extra halfrond lopend tekstelement bevindt. Dit, in combinatie met het feit dat ieder ander element in de oorbellen identiek is, maar dat sprake is van een vrijwel volledig overeenstemmende totaalindruk. Naar voorlopig oordeel maakt Yehwang dan ook inbreuk op de auteursrechten met betrekking tot deze oorbellen.

Conclusie auteursrechtinbreuk?
5.39. Nu het ervoor gehouden moet worden dat Yehwang inbreuk maakt op de auteursrechten op de sieraden met nummers 1,2,3 ligt het op deze grondslag gevorderde stakingsbevel voor toewijzing gereed. Gelet op de harmonisatie van het Europese Hof van Justitie op het gebied van het auteursrecht en nu niet is gebleken van voor dit geding relevante verschillen in wetgeving in de verschillende EU-lidstaten, zal het na te vermelden stakingsbevel voor de hele Europese Unie worden toegewezen. Yehwang heeft weliswaar gewezen op verschillen in wetgeving met betrekking tot werkgeversauteursrecht, maar daarvan is in dit geding geen sprake. Nu de toewijzing van het stakingsbevel meebrengt dat Yehwang de betreffende Yehwang-sieraden met nummers 1,2 3n 3 niet meer mag verhandelen, bestaat voor deze sieraden geen belang meer bij bespreking van eventuele inbreuk op modelrechtelijke grondslag slaafse nabootsing.

Slaafse nabootsing?
5.48. Naar voorlopig oordeel heeft JF Blossom onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de door haar verkochte sieraden (voor zover hier van belang: de nummers 4 t/m 11), een eigen gezicht hebben op de Nederlandse markt. Daarbij is van belang dat de betreffende sierden niet allemaal dezelfde kenmerken gemeen hebben, maar onderling verschillen vertonen, zodat voorshands oordelend geen sprake is van één gezicht: zo is sprake van verschillende vormen, verschillende omrandingen, verschillende lettertypes en van verschillende schakels van armbanden en kettingen. Voor die schakels geldt bovendien dat deze al langer bestaan. Diverse andere elementen, zoals bijvoorbeeld een (goudkleurig) hartje, zijn in sieraden voorts veel voorkomend. Verder heeft Yehwang ter zitting aangevoerd dat de (kleine) maatvoering van de sieraden, onder meer door haar zelf, vaak wordt toegepast. JF Blossom kan gelet hierop niet worden gevolgd in haar (algemene) stelling dat sprake is van kenmerkende vormen, kenmerkende groottes en kenmerkend materiaalgebruik. Een concrete uitwerking met betrekking tot het eigen gezicht voor de hier aan de orde zijnde (verschillende) producten ontbreekt. Voor zover JF Blossom nog heeft willen wijzen op het feit dat zij in korte tijd bekendheid heeft weten te verwerven op de markt, onder meer vanwege gedane investeringen, social-media presence en inzet van bekende Nederlanders, baat dat haar niet. Uit deze stellingen en de daartoe overlegde gegevens kan hooguit volgen dat zij met haar bedrijf en /of haar merken naamsbekendheid heeft verworven, maar van een eigen gezicht van de hier aan de orde zijnde producten blijkt daaruit niet. Het beroep op slaafse nabootsing kan daarom voorshands oordelend niet slagen. Voor zover de vorderingen hierop zijn gebaseerd, zullen deze worden afgewezen.