Gepubliceerd op woensdag 30 juli 2008
IEF 6521
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Sesam, open u

Vzr. Rechtbank Amsterdam 3 juli 2008, KG ZA 08-960. Johnson & Johnson tegen S. c.s. (Met dank aan Simon Dack, De Brauw Blackstone Westbroek). Inzage in in beslaggenomen documenten. Proceskostenveroordeling inclusief beslagkosten.

J&J heeft in maart 2006 met onmiddelijke ingang de distributieovereenkomst met S, handelend onder de naam Trayll Brands B.V., opgezegd, omdat volgens J&J S. producten bestemd voor de Afrikaanse markt, in strijd met de distributieovereenkomst, naar andere markten doorsluisde, waaronde de Verenigde Staten. In mei 2008 is verlof verleend tot conservatoir bewijsbeslag en bevel gegeven de betrokken producten in bewaring te stellen. Tevens is aan de deurwaarder het bevel gegeven om een beschrijving te maken van de zaken en documenten die betrekking hebben op de inbreuk. In de beschikking is bepaald dat (afschriften van) de in beslag genomen zaken alleen aan J&J ter beschikking mogen worden gesteld 'na toestemming van gerekwestreerden of nadat de (bodem)rechter daartoe heeft bestlist'.

J&J vordert onder meer inzage te krijgen in en beschikking te krijgen over afscriften van het door de deurwaarder opgestelde proces-verbaal van de beschrijving van de zaken en documenten en de door de deurwaarder in beslag genomen en bij deze in bewaring gegeven afschriften van relevante documentatie.

"Niet in geschil is dat Trayll Brands feitelijk heeft gehandeld in J&J verpakkingen die vervalst (gekopieerd van originele verpakkingen) bleek te zijn. Op grond van de thans beschikbare gegevens valt bepaald niet uit te sluiten dat S. c.s. van het feit dat het hier counterfeit verpakkingen betrof op de hoogte was, of deze handel zelfs heeft geïnitieerd. [...] Anders dan S. c.s. heeft aangevoerd valt evenmin uit te sluiten dat niet alleen de Amerikaanse merkrechten van J&J daarbij zijn geschonden, maar ook de Europese. [...] In het licht van het voorgaande kan het verweer van S. c.s. dat J&J geen rechtmatig belang heeft bij haar vordering, niet slagen."

 

"S c.s. heeft verder aangevoerd dat er sprake zou zijn van een 'fishing expedition', nu de in beslaggenomen gegevens veel meer zouden omvatten dan zaken verband houdend met het geschil tussen partijen. Gezien de inhoud van het verzoekschrift en het verleende verlof moet echter worden aangenomen dat het zich beperkt tot (elektronische) documenten betreffende de handel in Lifescan OneTouch test strips en/of verpakkingen, bijsluiters en/of andere productbescheiden of verpakkingsmaterialen voor Lifescan OneTouch test strips, houdende de merken van J&J. Deze omschrijving is concreet genoeg om aan te nemen dat het hier gaat om 'bepaalde bescheiden' als bedoeld in artikel 843a Rv."

Een rechtsbetrekking uit onrechtmatige daad wegens merkinbreuk wordt tussen J&J enerzijds en S en Tryall Brands anderzijds, in verband met de betrokkenheid van laatstgenoemden bij de gestelde merkinbreuk dan ook aanwezig geacht. Een beroep op de vertrouwelijkheid van de gegevens gaat niet op, nu J&J geheimhouding hebben toegezegd. De gevraagde voorzieningen worden toegewezen.
 
"De door S c.s. aangehaalde passage uit de Memorie van Toelichting op deze artikelen - waarin staat dat de beslissing over de kosten van een maatregel op basis van artikel 1019h zal moeten worden aangehouden totdat de rechter over de inbreuk en de totale kostenveroordeling kan oordelen - brengt niet mee dat de rechter in kort geding over dergelijke kosten geen uitspraak zou kunnen doen, als hij, zoals in dit geval, aannemelijk acht dat van merkinbreuk sprake is."

Lees het vonnis hier.