Gepubliceerd op maandag 5 november 2012
IEF 11969
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Riksdag: Richtlijn collectief beheer niet verenigbaar met subsidiariteitsbeginsel

CGemotiveerd advies van de Zweedse Rijksdag inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor onlinegebruik op de interne markt (COM(2012)0372 – C7-0183/2012 – 2012/0180(COD)), mededeling aan de leden (92/2012).

Swerige Riksdag

Meer over dit onderwerp: Multi-territorial licensing, voorstel richtlijn [IEF 11565].

De Rijksdag is ingenomen met de plannen van de Commissie om het collectieve beheer van rechten te moderniseren en is van oordeel dat het wenselijk is dat er op dit gebied op EU-niveau minimumvoorschriften worden opgesteld.
De Rijksdag is evenwel van mening dat delen van het voorstel met betrekking tot governance en transparantie in het kader van collectief beheer (zie Titel II) in strijd zijn met het subsidiariteitsbeginsel. De Rijksdag betwijfelt of het noodzakelijk is op EU-niveau gedetailleerde bepalingen betreffende transparantie en governance in verband met collectief beheer vast te stellen en is van oordeel dat de bepalingen betreffende governance en transparantie in hun huidige, gedetailleerde vorm niet in overeenstemming zijn met het subsidiariteitsbeginsel. Volgens de Rijksdag bestaat het gevaar dat te gedetailleerde bepalingen inzake o.a. verslaglegging de kosten van collectief beheer te veel zullen doen stijgen, met als gevolg dat de kosten van collectief beheer de aan de bepalingen verbonden voordelen teniet zullen doen. De Rijksdag vindt dat te gedetailleerde bepalingen inzake transparantie en governance op het gebied van collectief beheer op EU-niveau vermeden moeten worden. Naast het kostenaspect speelt tevens een rol dat gedetailleerde regels het gevaar kunnen creëren dat de werkingssfeer van oplossingen die op nationaal niveau hun nut hebben bewezen wordt beperkt.
De Rijksdag concludeert derhalve dat het voorstel van de Commissie in zijn huidige vorm niet in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel.