Gepubliceerd op maandag 30 mei 2011
IEF 9720
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Niet weerhouden feiten te publiceren

Gem. Hof 16 april 2011, LJN BQ6343 (Diario N.V. tegen Minister)

Aruba. Persrecht. Vrijheid van meningsuiting. Rectificatie. Betreft beperking van de uitingsvrijheid. In krantenartikel wordt minister beschuldigd van corruptie. De minister eist rectificatie. Het Hof is van oordeel dat de beschuldiging onvoldoende door feitenmateriaal wordt ondersteund. De eer en goede naam van de minister zijn geschonden. Het recht op eer en goede naam weegt in dit geval zwaarder dan het recht op vrijheid van meningsuiting.

4.7 Alles overwegend is de uitkomst van de te maken belangenafweging dat het recht op eer en goede naam van [minister] in dit geval zwaarder weegt dan het recht op vrijheid van meningsuiting van Diario en [appellant sub 2]. Gezien de vitale rol van publieke waakhond die de pers heeft in een democratische samenleving op grond van de jurisprudentie van het EHRM dient de vrijheid van Diario en [appellant sub 2] om te publiceren over een ernstige misstand als de corruptie van een minister te worden gewaarborgd. De toegewezen vordering tot rectificatie strekt er niet toe Diario en [appellant sub 2] ervan te weerhouden feiten te publiceren over genoemde kwesties. Echter, [minister] hoefde de beschuldiging dat zij corrupt is in de “Editiorial” van 12 januari 2010 niet te “incasseren”, ook niet als in aanmerking wordt genomen dat deze beschuldiging betrekking had op haar ministerschap, en niet op haar privéleven. Daarbij heeft het Hof voorts meegewogen het gebrek aan inkleding van de beschuldiging, nu deze in het oog springend in de kop is geplaatst en in stellige bewoordingen is geformuleerd (“Sin ningun duda: Marisol ta corupto!”).

Lees de uitspraak hier (link / pdf).
6:162 Burgerlijk Wetboek