Gepubliceerd op vrijdag 16 mei 2025
IEF 22699
Hof Den Haag ||
8 apr 2025
Hof Den Haag 8 apr 2025, IEF 22699; ECLI:NL:GHDHA:2025:735 (DR tegen HP), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hof-wijst-merkinbreuk-hp-cartridges-af-maar-oordeelt-misleidende-informatie

Hof wijst merkinbreuk HP-cartridges af maar oordeelt misleidende informatie

Hof Den Haag 8 april 2025, IEF 22699;ECLI:NL:GHDHA:2025:735 (DR tegen HP). Appellant Digital Revolution BV (hierna: DR) exploiteert de webshop 123inkt.nl, net als buitenlandse zusterbedrijven met vergelijkbare webshops. Via deze webshops worden originele, ongebruikte HP-cartridges verkocht zonder buitenverpakking, aangeduid als ‘milieuproduct’. Deze cartridges die door DR worden aangeboden, zijn voorzien van een of meer HP-merken, namelijk het woordmerk 'HP' en twee beeldmerken. De cartridges zijn afkomstig van retouren, recyclers of opkopers en kunnen 10 tot 17 jaar oud zijn. DR verkoopt deze cartridges voor de prijs van nieuwe exemplaren. HP vordert onder meer een verkoopverbod wegens merkinbreuk onder artikel 9 lid 2 sub a UMVo en wegens onrechtmatig handelen, waaronder misleidende handelspraktijken en ongeoorloofde misleidende reclame. Ook vordert HP een rectificatie. Deze zaak betreft het hoger beroep op de inbreukzaak en het executie kort geding. De rechtbank acht zich uitsluitend bevoegd ten aanzien van het Nederlandse bedrijf van DR. De voorzieningenrechter achtte zich uitsluitend bevoegd ten aanzien van het Nederlandse bedrijf van DR en wees HP’s vordering deels toe. DR werd verboden om cartridges zonder originele buitenverpakking te verkopen wegens merkinbreuk. De overige vorderingen, waaronder de vordering inzake misleidende milieuclaims, werden afgewezen.

Het betoog van HP over het veiligheidslabel op de buitenverpakking, dat kan worden gebruikt om counterfeit-producten te identificeren, blijft buiten beschouwing, nu haar merkenrechtelijke vorderingen betrekking hebben op cartridges die met haar toestemming in de EER in het verkeer zijn gebracht. Aangezien HP zich beroept op de uitzondering op de uitputtingsregel van artikel 15 UMVo, gaat het hof ervan uit dat de cartridges met toestemming van HP in de EER zijn verhandeld. HP stelt dat er gegronde redenen bestaan om verdere verhandeling te verbieden. Voor de uitleg van het begrip ‘gegronde redenen’ verwijst het hof naar het arrest L'Oréal/eBay van het Hof van Justitie van de Europese Unie [zie IEF 9961]. Daaruit volgt dat daarvan sprake kan zijn indien de buitenverpakking die essentiële informatie over de fabrikant bevat of bijdraagt aan het imago van het product, wordt verwijderd en daardoor afbreuk wordt gedaan aan de herkomstfunctie of het merkimago. Het hof oordeelt echter dat HP onvoldoende heeft aantoond dat sprake is van kwaliteitsverlies, nu klachten of verifieerbare kwaliteitsgebreken ontbreken. Het hof verwijst bovendien naar HP's eigen bewaarvoorschriften, die wijzen op langdurige houdbaarheid bij correcte opslag. De herkomstfunctie wordt niet aangetast: voor de gemiddelde consument is duidelijk dat het om een HP-product gaat, ook zonder buitenverpakking. De kwaliteitsgarantiefunctie wordt niet geschaad door het ontbreken van fabrieksgarantie, aangezien die geen inhoudelijke kwaliteitsinformatie biedt. Daarnaast heeft HP ook niet aangetoond dat het imago van HP wordt geschaad door het ontbreken van de buitenverpakking, door bijvoorbeeld het overleggen van marktonderzoek. Ook het ontbreken van CE-markering of productveiligheidsinformatie vormt geen reëel risico of reputatieschade. Het hof wijst de merkenrechtelijke vorderingen van HP dan ook af.

Ten aanzien van het onrechtmatig handelen stelt HP dat het gebruik door DR van de woorden ‘milieuproduct’ en ‘retouren’ misleidend is. Volgens HP is onduidelijk dat het bij 'retouren' gaat om cartridges die ter recycling zijn aangeboden of om 10 jaar oude cartridges die via opkopers bij DR terecht zijn gekomen. DR bepleit dat het milieuaspect van haar product gelegen is in het feit dat dat cartridges met beschadigde buitenverpakking niet worden weggegooid, maar nog steeds worden verkocht. Hoewel deze milieuclaim op zichzelf niet feitelijk onjuist is en voornamelijk uit marketingoverwegingen lijkt te zijn gedaan, acht het hof dit onvoldoende om dit als misleidend te kwalificeren. Het hof oordeelt echter wel dat DR misleidende informatie verstrekt door HP-cartridges als nieuw te verkopen zonder te vermelden dat deze deels afkomstig zijn uit recyclebakken en mogelijk jaren oud zijn. Dit kan consumenten ertoe brengen een besluit te nemen dat zij anders niet zouden nemen. Daarom wordt DR verboden dergelijke cartridges aan te bieden zonder duidelijke vermelding van de mogelijke ouderdom. De overige vorderingen van HP, waaronder een algemeen verbod op de verkoop van cartridges zonder buitenverpakking en een opgave- en rectificatieverplichting, worden afgewezen.

4.17. Wat de Herkomst-situatie betreft is allereerst van belang dat – naar de gemiddelde consument van cartridges verondersteld wordt te weten – het woordmerk ‘HP’ verwijst naar de ‘HP’-groep die de door DR verkochte HP-cartridges produceert en verkoopt. Dat woordmerk is, al dan niet als onderdeel van een HP-woord/beeldmerk, zichtbaar op de DR-websites, op de cartridges, en meestal ook op binnenverpakking daarvan. Anders dan HP suggereert, is voor de consument dus ook zonder buitenverpakking duidelijk dat de door DR aangeboden cartridges zijn geproduceerd en (voor het eerst in de EER) in de handel gebracht door de HP-groep. Hiermee is de herkomst(garantie)functie van de HP-merken in voldoende mate verzekerd. Daarvoor is niet nodig dat de consument ook weet welke precieze HP-entiteit voor de productie en verhandeling van ‘zijn/haar’ cartridge verantwoordelijk is, daargelaten nog dat die consument dat, zeker in dit informatietijdperk, zonder veel moeite zal kunnen achterhalen. Nu de einddatum van de fabrieksgarantie geen informatie over de kwaliteit van de cartridges verschaft (zie rov. 4.15) komt de kwaliteitsgarantiefunctie van die merken ook niet in het gedrang doordat die garantie, vanwege ontbreken van de buitenverpakking, voor de consument niet kenbaar zou zijn. De Herkomst-situatie is, zo volgt uit dit een en ander, niet aan de orde.