Gepubliceerd op vrijdag 25 september 2009
IEF 8217
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Gênant en beschamend

Vzr. Rechtbank Amsterdam, 11 september 2009, KG ZA 09-1971 WT/MB, Eiseres tegen GS Media B.V. (met dank aan Jurian van Groenendaal, Boekx).

Portretrecht en onrechtmatige publicatie/ uitzending. Website Geenstijl.nl publiceert filmpje van dronken rechtenstudentes (“zegt zij dat zij als praeses van haar dispuut wenst te worden aangesproken met “majesteit” en vermeldt zij enige intieme details over haar privéleven.”). De voorzieningenrechter wijst de vorderingen toe, openbaarmaking is op grond van art. 21 Auteurswet niet geoorloofd, nu het redelijke belang van de geportretteerde zich verzet tegen openbaarmaking:

4. 3. In beide op internet geplaatste versies van het filmpje is [eiseres] herkenbaar in beeld gebracht, zodat de beelden van haar aangemerkt kunnen worden als een 'portret' in de zin van art. 21 Auteurswet (Aw). Dat is  ook het geval in de tweede versie van het filmpje, ondanks het op het gezicht van [eiseres]  aangebrachte balkje. [eiseres] blijft immers herkenbaar aan haar stem en haat lichaam(shouding). Geenstijl heeft weliswaar aangekondigd het filmpje nog verder te zullen anonimiseren. door het gezicht van [eiseres] volledig te ‘blurren’, maar ook in dat geval zal [eisers] aan haar stem en haar lichaam(shouding) te herkennen zijn Overigens was her gewijzigde filmpje (met de 'geblurde' beelden) tijdens de zitting en voorafgaand aan de uitgifte van het (verkorte) vonnis niet op de website geenstijl.nl te zien.

(...) 4.7. [eiseres] is middenin de nacht op straat gefilmd, zonder dat ze daarop bedacht hoefde  te zijn. Zij is geen bekende persoonlijkheid en vervult geen publieke functies. Door Geenstijl zelf is zij aangeduid als een 'jong en onzeker meisje'. Ondanks dat zij aanvankelijk aangaf niet gefilmd te willen worden (door het uiten van de woorden 'rot op') is de filmer toch doorgegaan, terwijl evenzeer duidelijk was dat [eiseres] onder invloed was van alcohol. De inhoud van het filmpje is, zo heeft Geenstijl zelf ook erkend, voor [eiseres] gênant en beschamend. Bovendien werd in het filmpje, door het inzoomen op bepaalde beelden en het herhalen van teksten, de spot met gedreven. Aannemelijk is dat de plaatsing van het filmpje op de websites van Geenstijl een enorme impact op het privéleven van [eiseres] heeft gehad en nog heeft. (…) Er is aldus sprake van een ernstige aantasting van de persoonlijke levenssfeer van [eiseres] en van onrechtmarig handelen van Geenstijl jegens haar. (…) Een beperking van de uitingsvrijheid van Geenstijl is hier op zijn plaats. (…) Geenstijl heeft voldoende mogelijkheden om zaken als bralgedrag van beschonken studenten op een prikkelende manier aan de kaak te stellen, zonder daarbij de persoonlijke levenssfeer van op deze ingrijpende wijze aan te tasten. Dit geldt ook voor het bekend maken van het 'nieuwsfeit' dat [eiseres] een gerechtelijke procedure tegen Geenstijl is begonnen (…)  Als het vragen van een gerechtelijk verbod op zich de openbaarmaking van het filmpje zou rechtvaardigen betekent dit dat voor de toegang tot de rechter zou worden afgemeden omdat zij door het vragen van een publicatieverbod de publicatie zou legitimeren. Dat is in strijd met art. 6 EVRM.

4.10. Nu de vordering tot verwijdering van het filmpje, zoals uit het voorgaande volgt, op basis van het portretrecht van [eiseres] en haar recht op bescherming van haar persoonlijke levenssfeer zal worden toegewezen, behoeven haar stelling dat zij daarop ook auteursrechtelijke aanspraken kan doen gelden en de verweren op dit punt, geen nadere bespreking.

Lees het vonnis hier.