Gepubliceerd op maandag 14 januari 2019
IEF 18188
Rechtbanken ||
31 okt 2018
Rechtbanken 31 okt 2018, IEF 18188; ECLI:NL:RBMNE:2018:5237 (Auteursrecht taxibord), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-auteursrecht-op-taxibord-uitvoeringen-en-materialen-gebruikelijk-in-vormgevingserfgoed

Geen auteursrecht op taxibord, uitvoeringen en materialen gebruikelijk in vormgevingserfgoed

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 31 oktober 2018, IEF 18188; ECLI:NL:RBMNE:2018:5237 (Auteursrecht taxibord) Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Eiseres sub 1 is een onderneming gespecialiseerd in daklichten en taxiborden. Gedaagde sub 1 houdt zich bezig met de verkoop, installatie en belettering van dakborden voor lesauto's en taxi's. Begin 2018 is zij gestart met het ontwerpen van een nieuw daklicht. Eiseres sub 1 stelt dat gedaagde sub 1 inbreuk maakt op haar auteursrecht. Uit het vormgevingserfgoed blijkt dat de uitvoering en materialen gebruikelijk zijn. Geen auteursrechtinbreuk Door ontbreken oorspronkelijkheid en creativiteit in het taxibord van eiseres is ook niet te zeggen dat het beweerdelijk nagebootste product een eigen plaats heeft op de markt. Geen slaafse nabootsing. Vorderingen afgewezen. 

4.6. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter zijn de hiervoor onder 4.4 aangeduide afzonderlijke trekken niet auteursrechtelijk beschermd. ad a), b) en c) Uit het vormgevingserfgoed wordt voldoende aannemelijk dat uitvoering van een taxibord in kunststof gebruikelijk is, en dat hetzelfde geldt voor de trapezoïde vorm, en afronding van de hoeken. Dat de hoek die het taxibord van [eisers c.s.] maakt en de wijze van afronding van de hoeken, in substantiële mate afwijkt van dit vormgevingserfgoed kan daaruit niet worden afgeleid. Daarbij komt dat de afronding van de hoeken te zeer bepaald is door technische eisen (het bereiken van een optimaal aerodynamisch effect) dat niet geoordeeld kan worden dat deze afronding het persoonlijk stempel van de maker (de door [eisers c.s.] ingeschakelde ontwerper) draagt.
ad d) Uit de mondelinge behandeling ter zitting is gebleken dat het doel van het scherm van het taxibord van [eisers c.s.] is om het eenvoudig te kunnen vervangen bij gebruik van de taxi door een andere chauffeur (waardoor vermelding van een ander chauffeursnummer nodig is). Daarmee is een los scherm als element louter technisch bepaald. Dat laat onverlet dat bij de vormgeving van het scherm zodanig creatieve keuzes kunnen zijn gemaakt, dat het alsnog auteursrechtelijk beschermd is. Die creatieve keuzes kan de voorzieningenrechter niet ontwaren. De zijkanten van het scherm zijn recht, en de overige zijden volgen de vorm van het frame, waar het onderdeel van uitmaakt. Beide keuzes liggen voor de hand.
ad e) Uit het vormgevingserfgoed wordt aannemelijk dat het bij taxiborden gebruikelijk is om vlakverdeling toe te passen in verschillende kleuren. Dit kennelijk om het taxibord meer te laten opvallen. Gelet op het feit dat bij de kleurverdeling van het taxibord van [eisers c.s.] is aangesloten bij de verschillende onderdelen waaruit dit bestaat, het losse scherm en het frame waarin het geplaatst is, is sprake van voor de hand liggende keuzes.

4.7. Het ontbreken van auteursrechtelijk beschermde trekken in een werk betekent in beginsel dat het werk geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. Dit is alleen anders als de combinatie van deze trekken wel oorspronkelijk is en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Ook dat ziet de voorzieningenrechter niet. De keuze van de samenvoeging van de onbeschermde elementen levert geen verrassende vormgeving op.

4.9. Voor zover de vorderingen zijn gebaseerd op slaafse nabootsing, geldt hetzelfde. Daarvoor is onder meer vereist dat het beweerdelijk nagebootste product een eigen plaats heeft op de markt. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen over het gebrek aan oorspronkelijkheid en creativiteit van het taxibord van eiser, is niet voldoende aannemelijk geworden dat hieraan is voldaan. Dat de producten van [eisers c.s.] geliefd zijn in de markt, is onvoldoende voor het voldoen aan het vereiste van een ‘eigen plaats’ in de markt. Die eigen plaats moet namelijk voortkomen uit de vormgeving, en niet uit de populariteit of bekendheid van het product (HR 19 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:938).