27 aug 2025
Eiseres onvoldoende voortvarend opgetreden tegen merk- en modelinbreuk

Rb. Den Haag 27 augustus 2025, IEF 22903; ECLI:NL:RBDHA:2025:16047 (Eiseres tegen MP). Eiseres drijft een onderneming die zich bezighoudt met de ontwikkeling, productie en verhandeling van voorgerold sigarettenpapier en aanverwante producten. Zij verkoopt jointhulzen die worden geleverd in een cones-vormige verpakking die is vormgegeven volgens het model van Eiseres met daarop het merk 'THE ORGINAL CONES'. Multiple Products (hierna: MP) is een onderneming die zich bezighoudt met de import, export en groothandel in voedings- en genotmiddelen. Zij bieden o.a. voorgerold vloeipapier (cones) aan waarop het teken 'ORIGINAL DUTCH CONES' staat. Eiseres vordert een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis waarin MP verboden wordt inbreuk te maken op de merken en modellen van eiseres. Ook vordert ze een recall en vernietiging van het inbreukmakende materiaal. Eiseres stelt dat MP inbreuk maak door cones te ontwikkelen, produceren, aan te bieden en/of te verkopen in verpakkingsmateriaal waarop het teken ‘ORIGINAL DUTCH CONES’ is afgebeeld en waarvan het uiterlijk een (nagenoeg) identieke vormgeving heeft als de modellen van eiseres. MP maakt hiermee inbreuk op de merken in de zin van artikel 2.20 lid 2 aanhef en sub b en c BVIE en artikel 9 lid 2 sub b en c UMVo. Het teken stemt volgens eiseres in hoge mate overeen met de merken en wordt gebruikt voor dezelfde waren als waarvoor de merken zijn ingeschreven, te weten (verpakt) sigarettenpapier, waardoor bij het publiek verwarring kan ontstaan. Ook stelt eiseres dat het gaat om een bekend merk.
De voorzieningenrechter beoordeelt eerst of er sprake is van spoedeisend belang. MP voert aan dat eiseres geen spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. Eiseres heeft MP op 10 januari 2022 voor het eerst een sommatiebrief heeft gestuurd waarin zij heeft verzocht de vermeende inbreuk te staken. Pas op 6 oktober 2023 heeft zij MP gedagvaard in onderhavig kort geding. In de tussenliggende periode van een jaar en 10 maanden heeft eiseres niet, althans onvoldoende voortvarend, opgetreden tegen de vermeende inbreuk. Eiseres heeft betoogd dat zij in deze periode heeft geprobeerd om met MP tot een minnelijke regeling te komen, waarbij MP steeds heeft toegezegd met een nieuwe vormgeving van haar verpakking te komen en dat eiseres dit heeft afgewacht. Uit de overlegde correspondentie leidt de voorzieningenrechter af dat partijen na de eerste sommatie regelmatig communiceerden maar dat eiseres daarna in twee grote tussenpozen (meerdere maanden) niet optrad wanneer MP niet reageerde. Eiseres wordt in het ongelijk gesteld en de vorderingen afgewezen.
4.3 De voorzieningenrechter leidt uit de overgelegde correspondentie af dat partijen na de eerste sommatie in januari 2022 aanvankelijk regelmatig met elkaar communiceerden, maar dat [eiseres] daarna twee grote tussenpozen (van 25 mei 2022 tot 27 januari 2023 en van 14 februari 2023 tot 17 augustus 2023) heeft laten ontstaan waarin MP niet reageerde en [eiseres] niet heeft opgetreden tegen de vermeende inbreuk. Vervolgens heeft [eiseres] pas op 6 oktober 2023 (weer twee maanden later) MP gedagvaard in onderhavig kort geding. [eiseres] heeft geen steekhoudende verklaring gegeven waarom zij weinig voortvarend is geweest met het ondernemen van juridische acties. Onder deze omstandigheden zijn de belangen van [eiseres] om nu in te grijpen in kort geding, naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende spoedeisend, Daar komt nog bij dat de zaak na de mondelinge behandeling van 23 november 2023 is aangehouden voor schikkingsonderhandelingen tussen partijen, hetgeen kennelijk niet gelukt is en waarna partijen – weer een jaar en 10 maanden later – thans hebben gevraagd om vonnis te wijzen. Ook onder die omstandigheden kan niet geoordeeld worden dat [eiseres] nog een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. De vorderingen worden dan ook afgewezen.