Gepubliceerd op vrijdag 1 augustus 2008
IEF 6543
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

De raad voor Concurrentievermogen

Kamerstukken II 2007/08, 21501-30, nr. 186 en 187. Raad voor Concurrentievermogen; Verslag algemeen overleg op 28 mei 2008 (nr. 186) en Brief minister met verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 29 en 30 mei 2008 (nr. 187)

Uit het Algemeen Overleg:  Het Sloveense voorzitterschap heeft de octrooiwetgeving gekoppeld aan de Europese onderzoeksruimte omdat een goede octrooiwetgeving positieve consequenties heeft voor het gebruik van de Europese onderzoeksruimte. Het vertalingenregime vormt een bottleneck. Geprobeerd wordt via de machinevertalingen een oplossing te vinden, maar het vertrouwen in deze technologie moet nog groeien. Naast een beperkt talenregime, moeten ook de vertaalkosten worden beperkt, maar als twee octrooien botsen zullen partijen alsnog een vertaling moeten laten maken. Daarom ligt de nadruk op uiteindelijk één authentieke tekst. De eis voor een standaard correcte Nederlandse vertaling levert geen oplossing, zeker gelet op het aantal talen, het Nederlandse kleine taalgebied en de kosten. De financiering is eenmalig en communautair. Ook voor het mkb zullen de machinevertalingen kosteloos zijn.

Uit de Brief (gedachtewisseling over Europese octrooi strategie): Het Sloveense voorzitterschap gaf een presentatie over de voortgang van de onderhandelingen over één uniform stelsel van octrooibescherming (gemeenschapsoctrooi) en octrooirechtspraak (geschilbeslechting). Het voorzitterschap gaf aan dat voortgang is geboekt, maar dat het nog te vroeg is voor een uitgebreide discussie. Het voorzitterschap werkt aan een voorstel voor geschilbeslechting waarbij enerzijds de meeste principes van het European Patent Litigation Agreement (EPLA) worden overgenomen. EPLA is een model in wording dat geschilbeslechting beoogt met een aparte, gespecialiseerde hoog gekwalificeerde octrooirechter. Anderzijds houdt het voorzitterschap rekening met lidstaten die hechten aan nabijheid van rechtspraak door naast een centrale rechtsinstantie ook lokale rechtsinstanties te laten bestaan. In de discussie over het gemeenschapsoctrooi heeft het voorzitterschap het voorstel gedaan van machinevertalingen, waarbij met behulp van een computerprogramma automatisch kan worden vertaald in alle gemeenschapstalen. Het maken van humane vertalingen (niet per machine) kan dan worden beperkt tot die gevallen waarin een octrooi daadwerkelijk onderwerp van geschil is (minder dan 1% van alle verleende octrooien). Belangrijk is dat de machinevertaling slechts informatiedoeleinden dient, zodat geen discussie ontstaat over verschillende taalversies. De enige geldende (authentieke) tekst van een octrooi is de tekst in de taal waarin het is verleend.

Tijdens de gedachtewisseling spraken de meeste lidstaten, waaronder Nederland, steun uit voor de voortvarende en constructieve aanpak van het voorzitterschap. Alle lidstaten erkenden dat een doorbaak op het terrein van octrooibescherming en geschilbeslechting van groot belang is
voor de concurrentiepositie van het innovatieve bedrijfsleven in Europa. Uit de discussie bleek dat nog veel werk moet worden verricht, voordat de raad tot besluitvorming kan komen. Een aantal lidstaten gaf aan te hechten aan een octrooi in de eigen taal. Daarnaast hecht een aantal landen aan de nabijheid van de rechtspraak en het procederen in de eigen taal. Ook wezen er lidstaten op het belang van de rol van het Europese Hof van Justitie bij de geschilbeslechtingsregeling. Daarnaast benadrukte een aantal lidstaten, waaronder Nederland, dat de nieuwe geschilbeslechtingsregeling toegevoegde waarde moet hebben als het gaat om kwaliteit van de rechtspraak en rechtszekerheid. De lidstaten verschilden nog van mening of er een sterke koppeling moet worden gelegd tussen de dossiers gemeenschapsoctrooi en geschilbeslechting. Een aanzienlijk aantal lidstaten, waaronder Nederland, sprak de wens uit om tijdens het komende Frans voorzitterschap tot een oplossing te komen.

Nederland wees er in haar interventie tevens op dat bij de verdere onderhandelingen goed voor ogen moet worden gehouden dat het systeem in het leven wordt geroepen voor de gebruikers. Een uniform stelsel van octrooibescherming en -rechtspraak kan alleen op steun van gebruikers rekenen als het een verbetering inhoudt van de bestaande systemen in termen van transparantie, kostenefficiency en snelheid. Met de inwerkingtreding van het zogenaamde Londen vertalingenprotocol is vooruitgang geboekt met het terugdringen van vertaalkosten van verleende Europese octrooien. Het is nu zaak om ook voor de handhaving van octrooien op een zo kort mogelijke termijn een oplossing te vinden, zodat sprake is van een hoge gekwalificeerde en gespecialiseerde en uniforme octrooirechtspraak. De octrooirechtspraak is nu nog verspreid over vele instanties, is niet eenduidig en te duur. Nederland gaf aan het positief te vinden dat in het voorstel van het Sloveense voorzitterschap veel elementen uit EPLA zijn overgenomen en is bereid hier constructief over mee te praten. Nederland steunde voorts het voorstel van het voorzitterschap dat uitgaat van machinevertalingen en gaf aan sterk te hechten aan voortgang op beide dossiers.

Lees hier het verslag van het AO en hier de brief van de minister