Gepubliceerd op woensdag 23 juli 2025
IEF 22820
Rechtbank Zeeland-West-Brabant ||
6 jun 2025
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 6 jun 2025, IEF 22820; ECLI:NL:RBZWB:2025:4513 (Eiseres tegen gedaagde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/beperkte-creatieve-inbreng-sluit-auteursrecht-uit-maar-voorzieningenrechter-erkent-onrechtmatige-nabootsing-van-luiertas

Beperkte creatieve inbreng sluit auteursrecht uit, maar voorzieningenrechter erkent onrechtmatige nabootsing van luiertas

Vzr. Rb. Zeeland-West-Brabant 6 juni 2025, IEF 22820; ECLI:NL:RBZWB:2025:4513 (Eiseres tegen gedaagde). Mevrouw [naam] heeft onder de handelsnaam [eiseres] een eenmanszaak gedreven en in 2021 een luiertas op de markt gebracht (hierna: [tas eiseres]). in 2025 is deze eenmanszaak overgegaan in een besloten vennootschap onder dezelfde naam. Gedaagde heeft in december 2024 op haar website eveneens een luiertas gelanceerd (hierna: [tas gedaagde]). Eiseres stelt auteursrechthebbende te zijn op de [tas eiseres] en dat gedaagde hierop inbreuk maakt, dan wel dit ontwerp slaafs nabootst. Daarom vordert eiseres onder andere een breed stakingsbevel, een rectificatieplicht en een meldingsplicht aan professionele afnemers met het verzoek tot terugzending van de inbreukmakende tassen. Gedaagde betwist dat [naam] de ontwerper van de tas is, dat eiseres auteursrechthebbende is, dat de [tas eiseres] auteursrechtelijk beschermd is en dat er sprake is van inbreuk of slaafse nabootsing. De voorzieningenrechter gaat aan het argument van gedaagde dat eiseres niet de maker is voorbij. Het is namelijk voldoende aannemelijk dat [naam] de maker is. In de stukken en op de mondelinge behandeling heeft [naam] uitgelegd hoe het ontwerpproces is verlopen. 

Vervolgens past de voorzieningenrechter de werktoets toe. eiseres voert aan dat de [tas eiseres] zich onderscheidt door een specifieke combinatie van uiterlijke en functionele kenmerken, waaronder: Rechthoekige vorm met afgeronde hoeken, gestikte naden, specifieke hengsels, opvallend label, goudkleurige rits, sierlint en binnenvakken met opvallende stof. Gedaagde betwist dat deze elementen origineel of creatief zijn en beroept zich op vormgevingserfgoed van vergelijkbare luiertassen. De rechter oordeelt dat de kenmerken van de [tas eiseres] grotendeels functioneel bepaald, gangbaar of banaal zijn: De buitenvorm (rechthoek, hengsels, label, rits) is gebruiksgericht en niet onderscheidend. Ook de binnenzijde (vakkenindeling, waterdichte stof, kleurgebruik) is hoofdzakelijk functioneel bepaald. De combinatie van deze elementen draagt volgens de rechter niet het persoonlijk stempel van de maker. Het verweer van gedaagde, met verwijzing naar vergelijkbare tassen in het vormgevingserfgoed, is niet weerlegd door eiseres. Hiermee is de voorhandse conclusie dat het onvoldoende aannemelijk is dat de [tas eiseres] een auteursrechtelijk beschermd werk is. 

Wel maakt gedaagde zich met de [tas gedaagde] schuldig aan slaafse nabootsing ten opzichte van de [tas eiseres]. Eiseres stelt dat haar tas zich visueel onderscheidt van andere tassen en dat zij optreedt tegen imitaties. Dit heeft zij onderbouwd met Google-resultaten en eerdere handhavingsacties. Gedaagde stelt dat de markt al diverse soortgelijke tassen kent, maar slechts één van de door gedaagde overgelegde tassen vertoont enige gelijkenis. Deze enkele gelijkenis is onvoldoende om het onderscheidende karakter van de [tas eiseres] teniet te doen en dus is er sprake van een eigen gezicht op de markt. Wat betreft het verwarringsgevaar stelt de voorzieningenrechter dat de tassen qua vorm, maat, hengsels, label, rits, lint/keycord, en binnenindeling zeer sterk overeenkomen. De kleine verschillen wegen niet op tegen de totaalindruk. Gedaagde heeft met de [tas gedaagde] slaafs nagebootst, zonder voldoende afstand te houden. Verwarringsgevaar is aannemelijk. Omdat gedaagde niet alles heeft gedaan wat redelijkerwijs mogelijk was om verwarring te voorkomen, is sprake van onrechtmatig handelen jegens eiseres. Het stakingsbevel voor Nederland en de rectificatie op de website van gedaagde worden toegewezen op grond van slaafse nabootsing.

4.19. De voorzieningenrechter is van oordeel dat [gedaagde] met de [tas gedaagde] niet voldoende afstand van de [tas eiseres] heeft genomen om zo verwarring tussen de beide tassen te voorkomen. De beide tassen zijn draagtassen en hebben een rechthoekige vorm met afgeronde hoeken bestaande uit drie vlakken (voor, achter en onderzijde) waarbij de naden om de vlakken te verbinden naar binnen gestikt zijn, zodat geen stiksel zichtbaar is. De maatvoering is vrijwel hetzelfde. Dat de lengte van de [tas gedaagde] 56cm is en van de [tas eiseres] 53,5cm doet niet af aan de totaalindruk van de beide tassen. Zij ogen beide even groot.

Beide tassen hebben twee hengsels met een breedte van circa 4,5cm van dubbelgeslagen stof welke aan de buitenzijde van de tas op de voor- en achterzijde zijn gestikt met een rechthoekig stiksel met een kruisstiksel er doorheen. Dat de hengsels van de [tas gedaagde] ongeveer 6cm langer zijn doet niet af aan de totaalindruk.

Verder hebben de beide tassen een rechthoekig merklabel op de voorkant met een lichte kleur. Op het merklabel van de [tas eiseres] is in donkere gestileerde grote letters [eiseres] gestikt met daaronder geplaatst [plaatsnaam] in kleine letters. Ook op het merklabel van de [tas gedaagde] is eveneens in donkere gestileerde grote letters [bedrijf gedaagde] gestikt met daaronder eveneens de toevoeging [plaatsnaam] in kleine letters. Het merklabel van [bedrijf gedaagde] zit hoger dan het label van [eiseres] maar daarmee wordt mogelijke verwarring niet voorkomen.

Beide tassen hebben een goudkleurige rits aan de bovenzijde van de tas met een dunne strook stof tussen het vlak van de buitenkant en de binnenzijde gestikt. Beide ritsen hebben dezelfde ritstrekker en bij beide tassen sluit de rits de tas over de hele breedte af. Verder heeft de [tas eiseres] linksboven aan de tas (in gesloten positie) een lint aan de ritstrekker en heeft [tas gedaagde] eveneens linksboven aan de tas (in gesloten positie) een ritstrekker met een keycord met een lint. Dat [gedaagde] zelf een onthoudingsverklaring heeft opgesteld die zij op 19 mei 2025 heeft ondertekend, waarin zij kortgezegd van 7 juni 2025 het keycord met (roodkleurig) lint van alle [tas gedaagde] zal verwijderen en verwijderd houden, maakt het oordeel niet anders. Door verwijdering van het keycord met lint wordt het gevaar voor verwarring niet weggenomen. Daarvoor is de gelijkenis tussen de beide tassen te groot.

Ook de binnenzijde van de beide tassen stemt overeen. Aan de voorkant van de binnenzijde hebben de beide tassen zes rechthoekige opbergvakken, drie vakken boven en ongeveer zes centimeter lager nog drie vakken. Dat twee vakken van de [tas gedaagde] in tegenstelling tot de vakken van de [tas eiseres] zijn voorzien van drukknopen, is een verschil dat in het kader van de totaalindruk van de beide tassen ondergeschikt is aan de in het oog springende kenmerken.

Verder is bij de beide tassen de binnenzijde voor eenzelfde deel in een waterdichte stof uitgevoerd.

Aan de binnenzijde aan de achterkant hebben de beide tas een rits over de gehele breedte van de tas. Bij beide tassen loopt de stof van de buitenkant door op deze binnenzijde.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter zijn de kenmerken van de [tas eiseres] nagenoeg één op één overgenomen door [gedaagde] . De beperkte verschillen vallen teniet in de vergelijkbare totaalindruk van de beide tassen en zijn zo beperkt dat die door de weinig oplettende consument van dit type product niet zullen worden opgemerkt.

Voldoende aannemelijk is verder dat [gedaagde] met de [tas gedaagde] opzettelijk de [tas eiseres] heeft nagebootst. [gedaagde] heeft namelijk voordat zij de [tas gedaagde] op de markt heeft gebracht eerst op 22 januari 2024 een [tas eiseres] besteld. [gedaagde] voert weliswaar aan dat zij meerdere luiertassen heeft besteld om zo uitvoerig onderzoek te kunnen doen naar de luiertassen die al op de markt verkrijgbaar waren, maar een onderbouwing hiervan ontbreekt. De keuzes die [gedaagde] heeft gemaakt zijn dus enkel terug te voeren op de [tas eiseres] .

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter had [gedaagde] eenvoudig kunnen afwijken van de [tas eiseres] zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid of bruikbaarheid van haar luiertas. [gedaagde] betwist dit ook niet. Doordat [gedaagde] dit heeft nagelaten, heeft zij niet alles gedaan wat redelijkerwijs mogelijk en nodig is om te voorkomen dat gevaar voor verwarring ontstaat. [gedaagde] handelt hierdoor onrechtmatig.