Gepubliceerd op vrijdag 11 maart 2016
IEF 15753
Rechtbank Den Haag ||
9 mrt 2016
Rechtbank Den Haag 9 mrt 2016, IEF 15753; ECLI:NL:RBDHA:2016:2511 (Atlas-Danifé tegen Satellite), https://www.ie-forum.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-mobiele-urinoirs-kenmerken-deels-functioneel-bepaald

Auteursrechtinbreuk mobiele urinoirs, kenmerken deels functioneel bepaald

Vzr. Rechtbank Den Haag 9 maart 2016, IEF 15753; ECLI:NL:RBDHA:2016:2511 (Atlas-Danifé tegen Satellite)
Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Atlas fabriceert en ontwerpt urinoirs voor gelijktijdig toiletgebruik door vier mannen onder de naam PLUTO. Satellite brengt de urinoir 4MEN op de markt, waarmee zie inbreuk maakt op het auteursrecht van Atlas. Hoewel een aantal kenmerken van de Pluto3 zoals slots (ten behoeve van de vorkheftrucklepels) en de ribben ten behoeve van stevigheid en mogelijk ook het vergemakkelijken van het ‘nesten’ van de urinoirs deels functioneel bepaald zijn, geldt dat niet voor alle trekken. Gelet op de gelijkenissen is er een vermoeden van ontlening. Er wordt een inbreukverbod voor de EU gegeven, niet voor lidstaten buiten de EU. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld voor bescherming op grond van artikel 5 lid 1 Berner Conventie. Daarbij wordt een recall en opgave bevolen.

4.5. (...) Anders dan partijen hier en daar kennelijk menen, dient deze maatstaf niet te worden toegepast op het idee van een ‘nestelbaar (i.e. stapelbaar) mobiel urinoir in twee delen, bestemd voor vier gebruikers’, maar op de concrete uitvoering van dat idee.

4.6. Ter onderbouwing van haar standpunt dat de Pluto3 een werk is in de zin van de Auteurswet heeft Atlas c.s. gewezen op de volgende uiterlijke kenmerken:
- de afwisseling van ronde en vierkante vlakken;
- afgewisselde vloeiende en strakke lijnen;
- de combinatie van deze elementen;
- de (specifieke) coconvorm (capsulevorm);
- de vormgeving (boogvorm) van de tankdop (met uitspring);
- de (prominente) plaatsing van de tankdop;
- de afstand tussen elk urinoir, de vormgeving van de vlakken tussen de urinoirs en de “hoekjes” die zijn gecreëerd.

4.11. Hoewel een aantal kenmerken van de Pluto3 (zoals de ter zitting besproken slots (ten behoeve van de vorkheftrucklepels) en de ribben ten behoeve van stevigheid en mogelijk ook het vergemakkelijken van het ‘nesten’ van de urinoirs)) in ieder geval deels technisch/functioneel bepaald zijn, geldt dat niet voor alle in 4.6 vermelde trekken.
Opvallend is onder meer de zwarte tankdop ten behoeve van het leegzuigen van het urinoir. Deze tankdop bevindt zich in een boogvormige uitspring op het uitspringende deel van de bovenzijde van het urinoir. Ten aanzien van deze tankdop heeft Atlas c.s. gesteld dat deze ook op een andere locatie in een andere hoek of in een andere wijze had kunnen worden vormgegeven en zij heeft daartoe onder meer verwezen naar de in 2.2 weergegeven Pluto2, waar de tankdop op een andere wijze is vormgegeven. Daartegenover is de stelling van Satellite c.s. dat zij de locatie van de tankdop, anders dan Atlas c.s., wel heel handig vindt en dat het volgens haar de enige mogelijk locatie is, onvoldoende. Naar voorlopig oordeel valt in ieder geval zowel met betrekking tot de vormgeving van de tankdop (zowel de locatie als de uitspringende boogvorm) als de vlakverdeling (de ‘schotten’ tussen de urinoirs) en het lijnenspel van de Pluto3 niet in te zien dat deze louter functioneel bepaald zijn. Weliswaar dient een mobiel urinoir in twee delen dat geschikt moet zijn voor vier personen aan bepaalde vereisten te voldoen, maar Satellite c.s. heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er maar één concrete vormgeving (namelijk die van de Pluto3 of de 4MEN) mogelijk is om aan de technische eisen van een dergelijk urinoir te voldoen. Uit de door Atlas c.s. overgelegde afbeelding van de PTA Thailand en de Pee Pod (zie 2.9) alsmede uit de in 2.2 weergegeven Pluto2 volgt reeds dat binnen de door Satellite c.s. aangegeven kaders – een nestelbaar mobiel urinoir in twee delen, bestemd voor vier gebruikers – ook op andere wijze kan worden vormgegeven dan de makers van de Pluto3 hebben gedaan.

4.14. De totaalindruk van de Pluto3 wordt in belangrijke mate bepaald door de in 4.6 vermelde trekken waarvan de afwisseling van ronde en vierkante vlakken, vloeiende en strakke lijnen, de cocon/capsulevorm en de tankdop het meest in het oog springen en die afwijken van de (mobiele) urinoirs die voordien bekend waren. Tussen partijen is niet in geschil dat de 4MEN op deze punten grote mate van overeenstemming vertoont met de Pluto3. Gelet op deze gelijkenissen tussen de beide urinoirs kan een vermoeden van ontlening worden aangenomen.