| -	Aktevereiste: Uitbreiding aktevereiste op exclusieve licenties (art. 2 lid 3 Aw).- 	Billijke vergoeding: Algemeen recht op een billijke vergoeding voor het  verlenen van de exploitatiebevoegdheden (art. 25c lid 1 Aw). Deze  billijke vergoeding wordt door de Minister OC&W op gezamenlijk  verzoek van een vereniging van makers en een exploitant of een  vereniging van exploitanten vastgesteld.
 -	Aanvullende billijke vergoeding voor onbekende exploitatiewijzen (art. 25c lid 6 Aw).
 - 	Bestsellerbepaling: Recht op een aanvullende billijke vergoeding indien  de overeengekomen vergoeding gelet op de wederzijdse prestaties een  ernstige onevenredigheid vertoont in verhouding tot de opbrengst van de  exploitatie van het werk (art. 25d Aw).
 -	Non-usus-bepaling: Recht op ontbinding wanneer (voldoende) exploitatie van het werk uitblijft (art. 25e lid 1 Aw).
 - 	Vernietigbaarheid knevelcontracten: Bedingen die voor een onredelijk  lange of onvoldoende bepaalde termijn de exploitatie van toekomstige  werken van de maker bepalen (art. 25f lid 1 Aw) en evident onredelijk  bezwarende contractsbepalingen (art. 25f lid 2 Aw) worden vernietigbaar  verklaard. Deze artikelen zijn echter alleen van toepassing op  overdrachten en exclusieve licenties (art. 25b lid 2 Aw).
 -	 Geschillencommissie: Een geschillencommissie kan worden ingesteld door  de Minister van V&J voor de beslechting van geschillen tussen een  maker en zijn wederpartij of een derde ten aanzien van artikel 25c,  eerste en zesde lid, 25d, 25e of 25f Aw.
 -	Toepassingbereik: Deze  nieuwe bepalingen die de positie van de maker moeten gaan ondersteunen,  komen terecht in een nieuw hoofdstuk (Ia De exploitatieovereenkomst) in  de Auteurswet. Fictieve makers (art. 7 en 8 Aw) zijn uitgezonderd van  deze bepalingen. Het hoofdstuk is wel van overeenkomstige toepassing op  de erfgenaam en de legataris (art. 25b Aw). De maker kan geen afstand  doen van de bepalingen uit dit nieuwe hoofdstuk en omzeiling daarvan  door rechtskeuze wordt voorkomen (art. 25h). Dit hoofdstuk is van  overeenkomstige toepassing op uitvoerende kunstenaars.
 -	 Filmauteursrecht: Het filmauteursrecht (art. 45d Aw) wordt aangepast.  Het vermoeden van overdracht aan de producent, tenzij schriftelijk  anders is overeengekomen, blijft ongewijzigd. Producenten moeten evenwel  een billijke vergoeding aan makers betalen voor de overdracht van deze  exploitatierechten en de exploitatie van het filmwerk. Van dit recht kan  geen afstand worden gedaan (art. 45d lid 1 Aw). Daarnaast is de  exploitant die een filmwerk uitzendt of doet uitzenden of op andere  wijze mededeelt aan het publiek, een proportionele billijke vergoeding  verschuldigd aan de hoofdregisseur, de scenarioschrijver en de  hoofdrolspelers (via schakelbepaling art. 4 WNR) van het filmwerk die  deze rechten aan de producent hebben overgedragen. Dit recht dient  collectief te worden uitgeoefend (art. 45d lid 3 Aw). Vormen van online  beschikbaar stellen waarbij de kijker zelf bepaalt wanneer en waar hij  de content bekijkt (video-on-demand), vallen niet onder de verplicht  collectief beheer vergoedingsaanspraak. Uitgezonderd van deze  proportionele billijke vergoeding zijn makers van een filmwerk waarvan  de exploitatie als zodanig niet als hoofddoel is, zoals makers van  commercials (art. 45d lid 6 Aw). Van het recht op een proportionele  billijke vergoeding kan geen afstand worden gedaan.
 
 Samengevat
 De  belangrijkste filmmakers hebben krachtens het vernieuwde artikel 45d Aw  recht (mits het exploitatierecht is overgedragen aan de auteur) op wel  liefst drie vergoedingen, namelijk het honorarium voor de bijdragen  (alhoewel de billijke vergoeding ook inbegrepen kan zijn), een  vergoeding voor de overdracht van de exploitatierechten en een  proportionele vergoeding voor de exploitatie. Ook genieten zij alle  rechten die voortvloeien uit art. 25c, tweede tot en met het zesde lid,  art. 25d en art. 25e en 25g Aw, zoals een aanvullende billijke  vergoeding voor onvoorziene werken, bestsellerbepaling,  non-usus-bepaling en de mogelijkheid om het geschil aan een  geschillencommissie voor te leggen.
 Lotte Anemaet 1) Jan Boerstoel, “Het wordt straks de kip met de blikken eieren”, in: W. de Jonge (red.), Makers aan het woord, Platform Makers: Amsterdam 2014, p. 37, IEF 14358. Zie ook: Wat er speelt. De positie van makers en uitvoerende kunstenaars in de digitale omgeving. SEO Economisch Onderzoek, maart 2011.2) Zie P.B. Hugenholtz en L. Guibault, Auteurscontractenrecht: naar een wettelijke regeling? Onderzoek in opdracht van het WODC (Ministerie van Justitie), IvIR.nl augustus 2004.
 3) Kamerstukken II, 2012-2013, 33 308, nr. 6, p. 2: ‘De bepalingen dienen als steun in de rug voor de maker’.
 4) Zie bijvoorbeeld:  D.J.G. Visser, ‘De kabeldoorgiftevergoeding is dood; leve de kabeldoorgiftevergoeding! Het arrest Norma/NLkabel en de voorgestelde wijziging van het Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht’, AMI 2014/3, p. 82-84; D.J.G. Visser en P.J. Kreijger, ‘Billijke vergoeding video-on-demand verplicht collectief?’, AMI 2015/1, p. 9-11; B.J. Lenselink, ‘Auteurscontractenrecht 2.0. Het wetsvoorstel inzake het auteurscontractenrecht’, AMI 2013/1, p. 1-11; J.J.C. Kabel, ‘Voorbaat of vermoeden? De rol van artikel 45d Auteurswet. Kanttekeningen bij het arrest Norma/NLkabel’, AMI 2014/3, p. 73-77; J.P. Poort en J.J.M. Theewes, ‘Prova d’Orchestra. Een economische analyse van het voorontwerp auteurscontractenrecht’, AMI 2010/5, p. 137-145; Commissie Auteursrecht, Advies aan de Minister van Justitie over het voorontwerp van wet inzake het auteurscontractenrecht, 14 oktober 2010; W. de Jonge (red.), Makers aan het woord, Platform Makers: Amsterdam 2014, IEF 14358.
 |