| Juist die embargoperiode blijkt in de academische praktijk voor sommige  wetenschappelijke auteurs een obstakel te vormen dat zij graag omzeilen.  Bijvoorbeeld door onmiddellijk na verschijning een eerdere  (draft)versie van het betreffende artikel op internet te plaatsen, of  door überhaupt geen acht te slaan op de (nu dus wettelijke) verplichting  van een embargoperiode en de publicatie toch meteen online te zetten.  Of artikel 25fa werkelijk iets zal veranderen aan de bestaande praktijk  moet zich nog uitwijzen. Wel lijkt de bepaling in elk geval moeilijk te  verenigen met het beleid van grote wetenschapsfinanciers en  universitaire instellingen die dikwijls als voorwaarde voor financiering  onmiddellijke publicatie van onderzoeksresultaten en data vereisen. 
 Goud | Opvallend  genoeg voltrok zich parallel aan de voorbereiding van de wettelijke  introductie van groen OA een geheel andere ontwikkeling.  Staatssecretaris Dekker liet immers de afgelopen jaren bij diverse  gelegenheden weten dat de Nederlandse regering fervent voorstander is  van de gouden route naar OA. Bij deze manier van OA plaatst de uitgever  artikelen niet alleen in papieren wetenschappelijke tijdschriften maar  ook direct op internet waar het in beginsel gratis toegankelijk is voor  gebruikers. De auteur (of zijn onderzoeksinstelling of subsidiënt) wordt  geacht de kosten hiervoor, de zogenaamde APC’s  (Article Processing  Charges), te betalen.
 
 Dat er op de diverse fronten verschillend  wordt gedacht over OA, ontlokte bij Wirt Soetenhorst (directeur Boom  uitgevers) de uitspraak dat ‘de keuze voor de  groene oplossing van Open  Access (in de Auteurswet) niet overeenkomt met het standpunt van de  staatssecretaris van Onderwijs en dus een dode letter wordt’ (een  stelling tijdens het Auteurscontractenrecht-symposium op 3 september  2015). Visser wees eerder inderdaad al op de interessante paradox dat  door de wettelijke verankering van de groene route, het voor slimme  uitgevers juist  een aantrekkelijkere optie wordt om de gouden route te  verkennen: “…[het is] goed denkbaar dat slimme uitgevers […]  gaan  overschakelen op golden access: ‘Wil jij nu snel open access? Prima,  maar dan moet je wel dokken.’”
 
 Platina | En waar staan de  wetenschappelijke auteurs om wier werk het uiteindelijk allemaal draait?  De Nederlandse universiteiten lieten in 2013 weten blij te zijn met de  steun van het kabinet (voor Open Access) en konden begrip opbrengen voor  de principiële keuze voor de gouden route. De VSNU tekende daarbij aan:  ‘Waarschijnlijk is de gouden route op termijn de meest duurzame  oplossing. Maar hij is ook complex.’
 
 En complex is het geworden.  Want inmiddels moeten veel Europese universiteiten concluderen dat zij  een significant deel van hun budget kwijt zijn aan het publiceren van  hun wetenschappelijke artikelen in gouden OA. De LERU (League of  European research Universities) riep onlangs de Nederlandse regering op  om als EU-voorzitter snel tot werkbare oplossingen te komen. Want,  ‘Christmas is over’, aldus Deketelaere, secretaris-generaal van de LERU.
 
 Een  platina route naar OA is zo’n werkbare oplossing die hier en daar in de  praktijk al wordt beproefd. Zo nam onlangs een groep taalkundigen het  initiatief om uit protest tegen de hoge APC’s de overeenkomsten met  gerenommeerde uitgeverijen op te zeggen en een aantal linguïstische  tijdschriften inclusief hun redacties, auteurs en peers onder te brengen  bij een OA uitgeverij. Een ander (juridisch) voorbeeld is het volledig  OA-tijdschrift NALL dat al eerder een dergelijk traject bewandelde,  overigens juist in samenwerking met een ‘traditionele’ uitgever. De  platina route kent zeker ook zijn eigen obstakels:  zo hebben veel  auteurs en lezers nog steeds een onberedeneerde voorkeur voor  traditionele, papieren publicaties en zullen nieuwe OA-tijdschriften nog  moeten werken aan hun naamsbekendheid. Maar uiteindelijk zal platina OA  het op alle fronten winnen van de dode letter van 25fa en de  onbetaalbare oplossing van gouden OA.
 Anne de Hingh |