Gepubliceerd op woensdag 11 mei 2016
IEF 15937
Kantonrechter ||
25 apr 2016
Kantonrechter 25 apr 2016, IEF 15937; ECLI:NL:RBAMS:2016:2702 (Promovenda tegen VU), https://www.ie-forum.nl/artikelen/vu-moet-promovenda-schadevergoeding-betalen-na-plagiaatkwestie

VU moet promovenda schadevergoeding betalen na plagiaatkwestie

Ktr. Rechtbank Amsterdam 25 april 2016, IEF 15937; ECLI:NL:RBAMS:2016:2702 (Promovenda tegen VU)
Mediarecht. Plagiaat. Werkgeversschap. Promovenda zou op 29 mei 2013 haar proefschrift verdedigen aan de VU, dat werd uitgesteld vanwege een anonieme e-mail dat er sprake was van plagiaat. De KNAW neemt geen anonieme klachten in behandeling, de Ombudsman van de VU wel. De kantonrechter oordeelt [net als het College voor de mensenrechten] dat de universiteit in strijd met beginsel van goed werkgeverschap en onrechtmatig heeft gehandeld jegens promovenda en veroordeelt de universiteit tot betaling van schadevergoeding. De Commissie Drenth concludeert in haar integriteitsonderzoek dat plagiaat is terug te voeren tot de gehanteerde werkwijze en te ruime interpretatie van 'zelfcitatie'. Het LOWI vastgesteld dat weliswaar sprake is van plagiaat, maar dat de promovenda de wetenschappelijke integriteit niet heeft geschonden. VU wordt veroordeeld voor immateriële schadevergoeding van €7.500, de rectificatie wordt afgewezen.

 

14. [eiseres] heeft desgevraagd verklaard dat zij nog steeds last heeft van de beschuldigingen in de publicaties en dat een rectificatie voor haar met name binnen Nederland de weg weer vrij zou kunnen maken. De kantonrechter ziet echter geen grond om de gevorderde rectificatie toe te wijzen. De commissie Drenth heeft naar aanleiding van de melding over het proefschrift van [eiseres] in haar eerste rapport geoordeeld, dat in één hoofdstuk sprake is van plagiaat die niet het gevolg is van opzet maar terug is te voeren tot een gehanteerde werkwijze. In twee nadere hoofdstukken was sprake van een veel te ruime interpretatie van ‘zelfcitatie’, waardoor in feite sprake was van plagiaat. Tevens heeft de commissie overwogen dat een en ander [eiseres] niet ten volle is aan te rekenen, omdat zij zich heeft gevoegd naar de werkwijze van haar promotor. [eiseres] heeft tegen dit oordeel geen beroep aangetekend. De conclusie in het tweede rapport van de Commissie Drenth luidde dat in drie van de onderzochte publicaties sprake is van plagiaat, zij het dat de omvang daarvan aanzienlijke verschillen vertoont. Tegen deze beslissing heeft [eiseres] wel beroep ingesteld bij het LOWI. Na beoordeling heeft het LOWI vastgesteld dat weliswaar sprake is van plagiaat, maar dat [eiseres] de wetenschappelijke integriteit niet heeft geschonden. De VU heeft dit oordeel overgenomen. Dit brengt de kantonrechter tot het oordeel dat de persberichten, zoals aangehaald onder 1.8 en 1.10 geen onjuiste gegevens van feitelijke aard bevatten. Evenmin zijn deze door onvolledigheid misleidend. De in het voorgaande geconstateerde onzorgvuldigheid van de VU, die bestaat uit de schending van de vertrouwelijkheid, wordt niet weggenomen met publicatie van een rectificatie.

15. [eiseres] vordert vergoeding van € 15.000,- aan immateriële schade. De kantonrechter acht voldoende aangetoond dat [eiseres] is geschaad als gevolg van de persberichten van de VU en de uitlatingen van [naam 3] in de media. Echter niet alle voor [eiseres] schadelijke publicaties in de media zijn aan de VU toe te rekenen. De anonieme melder heeft immers ook contact gezocht met de media. De ophef die is ontstaan is slechts deels te wijten aan de handelwijze van de VU. De kantonrechter zal de door [eiseres] geleden immateriële schade schatten en bepaalt deze op € 7.500,-.

Op andere blogs:
Media Report