Gepubliceerd op donderdag 28 augustus 2014
IEF 14148
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Onvoldoende spoedeisend belang bij staking merkinbreuk

Rechtbank Den Haag 27 augustus 2014, IEF 14148 (Bacardi tegen Seva)
Zie eerdere Bacardi-uitspraken. Tussenvonnis. Merkenrecht. Parallel import. Bacardi is houder van een aantal Gemeenschapsmerken en Beneluxmerken voor alcoholhoudende dranken. Seva heeft zonder toestemming van Bacardi partijen alcoholhoudende dranken voorzien van een BACARDI-merk in de EU in het verkeer gebracht. Bacardi stelt dat Seva gedecodeerde Bacardi-producten in voorraad heeft. Voor zowel het spoedeisend belang bij de door Bacardi ingestelde vordering tot merkinbreuk en het jegens haar onrechtmatig handelen bestaat geen grond. De rechtbank wijst de vordering tot zekerheidsstelling ten behoeve van Seva toe en houdt iedere verdere beslissing aan.

4.4. (...) Bacardi c.s. stelt dat sprake is van een voortdurende inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechten door Seva, althans van voortdurende onrechtmatige handelingen van Seva jegens haar. Bacardi c.s. heeft echter slechts gewezen op één transactie uit 2009 waarbij Seva betrokken was en die mogelijk merkinbreuk vormt. Aldus heeft Bacardi c.s. het door haar gestelde voortdurende karakter van de merkinbreuk onvoldoende onderbouwd. Daar komt nog bij dat de beantwoording van de vraag of het feitencomplex van die transactie merkinbreuk vormt, naar voorlopig oordeel mede afhankelijk is van de beantwoording van prejudiciële vragen van het Gerechtshof Den Haag, die recent aan het Europese Hof van Justitie zijn gesteld. Voor zover deze transactie uit 2009 derhalve al merkinbreuk vormt, geldt voorts dat zonder toelichting, die ontbreekt, niet valt in te zien dat het bij uitstek gaat om een “ernstig, hoogst verwijtbaar geval van opzettelijke merkinbreuk”, zoals Bacardi c.s. stelt. Gelet hierop heeft Bacardi c.s. onvoldoende spoedeisend belang bij toewijzing van de vordering onder I op grond van de door haar gestelde merkinbreuken, zodat die vordering op die grondslag niet toewijsbaar is.

4.5. Bacardi c.s. legt daarnaast een onrechtmatige daad ten grondslag aan de gevorderde voorlopige voorziening. Zij stelt daartoe dat Seva onrechtmatig jegens haar handelt door gedecodeerde Bacardi-producten in voorraad te hebben, ongeacht de vraag of die in de EU in het verkeer zijn gebracht. Zij onderbouwt die stelling met een prijslijst die volgens haar van Seva afkomstig is en waarop gedecodeerde Bacardi-producten zijn vermeld. Nu Seva gemotiveerd betwist dat die prijslijst van haar afkomstig is, is voorshands oordelend onvoldoende aannemelijk gemaakt dat Seva gedecodeerde Bacardi-producten in voorraad heeft gehad. Reeds daarom is voor toewijzing van vordering I op grond van de gestelde onrechtmatige daad evenmin grond.

4.13. Voor het bepalen van de hoogte van de te stellen zekerheid zal worden aangesloten bij de regeling Indicatietarieven in IE-zaken. Omdat in dit stadium van de procedure niet kan worden beoordeeld of sprake zal zijn van een al dan niet als eenvoudig aan te merken procedure en op welke wijze deze procedure zal verlopen, zal Bacardi Limited worden gelast zekerheid te stellen voor een bedrag van € 25.000.--.

Lees de uitspraak: (pdf/link)