Gepubliceerd op maandag 11 december 2023
IEF 21805
Gerechtshoven ||
28 nov 2023
Gerechtshoven 28 nov 2023, IEF 21805; ECLI:NL:GHDHA:2023:2289 (HE LICENTIES tegen ORCHID GARDENS), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hof-bekrachtigt-vonnis-rechtbank-waarin-beslag-wordt-opgeheven

Hof bekrachtigt vonnis rechtbank waarin beslag wordt opgeheven

Hof Den Haag 28 november 2023, IEF 21805; ECLI:NL:GHDHA:2023:2289 (HE LICENTIES tegen ORCHID GARDENS). HE Licenties meent dat Orchid Gardens inbreuk heeft gemaakt op haar octrooien door verhandeling van bepaalde gekleurde orchideeën. Om die reden heeft HE Licenties beslag laten leggen op vorderingen van Orchid Gardens. De rechtbank heeft de beslagen opgeheven [zie IEF 20860]. HE Licenties vordert in hoger beroep vernietiging van het vonnis van de rechtbank.

Eén van de grieven HE Licenties richt zich onder andere op het oordeel van de rechtbank dat Orchid Gardens en anderen geen inbreuk maken op de werkwijzeconclusies van NL 904 en EP 287. Orchid Gardens heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat ze de beweerde werkwijze niet toepast. Specifiek is aangetoond dat, in het geval van hun orchideeën met een groter gat, dit gat niet wordt gevormd voordat het onderworpen wordt aan de kleursubstantie. Orchid heeft daarbij duidelijk gemaakt welke methode hiervoor wordt toegepast. Deze methode staat volgens Orchid gelijk aan de methode die VG Colours toepast. Die methode is minder gecompliceerd dan de door HE Licenties geclaimde werkwijze. HE Licenties heeft daar onvoldoende tegenover gesteld. Zij stelden namelijk dat zij niet op de hoogte waren van de werkwijze van Orchid Gardens. Voorts baseert HE Licenties de gestelde inbreuk op het rechtsvermoeden van artikel 70 lid 8 Row. Daaruit kan worden afgeleid dat een product vermoedelijk is vervaardigd volgens een geoctrooieerde werkwijze, op voorwaarde dat het gaat om een werkwijze voor de productie van een nieuw product. Echter, deze laatste voorwaarde is niet vervuld. De omstandigheden die HE Licenties heeft aangevoerd leiden ook niet tot een ander oordeel. Op grond van het voorgaande concludeert het hof dat de rechtbank de ten laste van Orchid Gardens gelegde beslagen terecht heeft opgeheven. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Den Haag van 27 juli 2022 en veroordeelt HE Licenties in de kosten van het principaal beroep.

6.15 Orchid Gardens c.s. heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij de geclaimde werkwijze niet toepast en meer in het bijzonder dat, voor zover haar orchideeën een groter gat bevatten, dat gat niet wordt gevormd voordat het gat wordt onderworpen aan de kleursubstantie. Orchid Gardens heeft duidelijk gemaakt welke methode zij wel toepast door middel van een gedetailleerde beschrijving van haar werkwijze door de deurwaarder (productie 7 van Orchid Gardens c.s.). Voor zover de met die werkwijze geproduceerde orchideeën beschikken over een groter gat, is dat volgens Orchid Gardens c.s. het gevolg van de etsende werking van de kleurstof en gaat de onderwerping aan de kleursubstantie dus vooraf aan de vorming van het grotere gat. Daarbij heeft Orchid Gardens c.s. erop gewezen dat andere bedrijven, waaronder VG Colours, eenzelfde methode toepassen en dat die methode minder gecompliceerd is dan de door HE Licenties geclaimde werkwijze en resulteert in goede mate van kleuring. Voor zover HE Licenties die laatste stellingen heeft willen bestrijden, verwerpt het hof dat verweer in het licht van het tussenvonnis in de bodemzaak van HE Licenties tegen VG Colours. Daarin heeft de rechtbank als vaststaand aangenomen dat VG Colours vanaf 2015 een werkwijze toepaste die overeenkomt met de werkwijze die Orchid Gardens c.s. stelt toe te passen, te weten zonder vorming van een groter gat voorafgaand aan de toevoeging van de kleurstof. Niet ter discussie staat dat de daaruit resulterende orchideeën van VG Colours goed gekleurd waren. De bedoelde werkwijze – zonder vorming van een groter gat voorafgaand aan de toevoeging van de kleurstof – resulteert dus in een goede mate van kleuring.

6.27 Hiervoor heeft het hof al geoordeeld dat de productconclusies van NL 904 niet nieuw zijn. Aangenomen moet worden dat HE Licenties dat wist of moest beseffen op het moment dat zij de afnemers van Orchid Gardens c.s. aansprak op inbreuk op de octrooien. Daarvan uitgaande wist of moest HE Licenties ook beseffen dat Orchid Gardens c.s. geen inbreuk maakte op de werkwijzeconclusies van EP 287, omdat zij geen beroep kon doen op het rechtsvermoeden van artikel 70 lid 8 Row en zij niet wist welke werkwijze Orchid Gardens c.s. toepaste.