DOSSIERS
Alle dossiers

Wet- en regelgeving  

IEF 3475

Oneerlijk (2)

“De gemiddelde consument: Indien een handelspraktijk op een bepaalde consumentengroep is gericht, dan vormt een gemiddeld lid van die groep de maatstaf. De eerlijkheid of oneerlijkheid van een handelspraktijk wordt dan beoordeeld vanuit het gezichtspunt van deze maatstaf.” (Uit: ‘Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken’ Brochure DG Gezondheid en Consumentenbescherming van de Europese Commissie.)

Lees de brochure hier. Eerder bericht en implementatiewetgeving hier.

IEF 3443

Gesponsorde titel

"Het Commissariaat heeft beleidsregels opgesteld die het mogelijk maken een commercieel programma dezelfde titel te geven als bijvoorbeeld een tijdschrift. Tot op heden was deze zogeheten titelsponsoring in strijd met het sluikreclameverbod. Op grond van de nieuwe beleidsregels kan onder voorwaarden ontheffing worden verleend van dit verbod. De naam en het logo van een tijdschrift of ander product mogen worden gebruikt in de titel en leader van het programma, maar er mogen geen producten of diensten van de sponsor getoond worden in het programma. Ook moet de omroep aantonen dat er op basis van een programmastatuut wordt gewerkt waarbij de scheiding tussen redactie en commercie gewaarborgd blijft."

Lees hier meer.

IEF 3327

Oneerlijk

2k.bmpKamerstukken 30928, nr. 1 t/m 4. 2e Kamer 2006-2007. Aanpassing van de Boeken 3 en 6 van het Burgerlijk Wetboek en andere wetten aan de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt.

De implementatie waar professor Kabel de IE-gemeenschap al geruime tijd op heeft voorbereid: “Die consument gaat door het leven als “de gemiddelde, normaal geïnformeerde, omzichtig handelende en oplettende consument.” In mei van dit jaar is die consument verwerkt in de Europese Richtlijn oneerlijke handelspraktijken die in ons land zal moeten worden geïmplementeerd. De beoordeling van misleiding zal daardoor, zo wordt gevreesd, soepeler moeten worden. Die consument is volgens een andere uitspraak van het Hof zo door de wol geverfd, dat hij weet dat in aardbeienjam met de aanduiding NATUURZUIVER altijd een beetje lood, cadmium en wat pesticiden zitten, omdat die tegenwoordig overal in zitten. De Europese Commissie wil inderdaad die kant op.” (oratie 2005).

Lees de Koninklijke Boodschap hier,
het Voorstel van Wet hier
de Memorie van Toelichting hier,
het Advies en Nader Rapport hier
en de oratie van Kabel hier.

IEF 3260

Tweederde

Adformatie bericht dat “Tweederde van de reclames en prospectussen van kredietverstrekkers voldoet niet aan de nieuwe verscherpte regelgeving. Dat blijkt uit een steekproef van de AFM (Autoriteit Financiële Markten). (…) SP-Kamerlid Ewout Irrgang wil nu dat de wens van de Tweede Kamer om tv-reclames voor persoonlijke leningen te verbieden, wordt uitgevoerd. (…) Zalm wil nu eerst een 'brede evaluatie' afwachten en stelt dat Europese verdragen en de vrijheid van meningsuiting zich mogelijk tegen een verbod verzetten.

Lees hier meer.

IEF 2961

Speltip

Eerste Kamer, Kamerstuk 30362, Wijziging van de Wet op de kansspelen houdende tijdelijke bepalingen met betrekking tot kansspelen via internet. Voorlopig verslag van de vaste commissie voor Justitie.

"Deze leden willen niet verhelen dat zij desondanks toch nog wel enkele voor hen belangrijke vragen houden met betrekking tot dit concrete wetsvoorstel waarin – uniek in Europa misschien – een experiment met legaal gokken op internet is gelegen."

In het verslag komen aan bod de monopoliepositie van Holland Casino, Europese aspecten, evaluatie van het wetsvoorstel, belangenverstrengeling, het tegengaan van kansspelverslaving, consumentenbescherming, handhaving als alternatief en ten slotte, het kansspelaanbod vanuit de Nederlandse Antillen en Aruba.

Lees het verslag hier.

 

IEF 2956

Werkafspraken

Tweede kamer, Kamerstuk 30482, nr 5 en twee bijlagen: Vijfentwintig medicijnen tegen te grote macht van de farmaceutische industrie; Brief minister ter aanbieding document met werkafspraken tussen de IGZ en den CGR.

Tussen de inspectie voor de Gezondheidszorg en de Stichting Code Geneesmiddelenreclame zijn werkafspraken gemaakt. Het doel is om te bewerkstelligen dat de regelegeving voor geneesmiddelenreclame zich op heldere en praktisch toepasbare wijze ontwikkelt en voor het veld kenbaar is, en dat de handhaving van zowel wettelijke regels als zelfregulering op het gebied van geneesmiddelenreclame effectief en efficient plaats vindt. Onderwerpen uit de werkafspraken betreffen normontwikkeling, omzetting in beleidsregels, voorlichting en educatie, monitoring en opsporing, melding bij/constateringen dor de inspectie, klachten bij CGR, informatie uitwisseling en afstemming en ten slotte de duur van de afspraken.

Lees hier de brief van de minister, hier de werkspraken en hier de toelichting.

IEF 2912

Handhavend optreden

ca.gifDe Eerste Kamer heeft op 7 november de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc) aangenomen. Op basis van deze wet krijgt de Consumentenautoriteit bevoegdheden om haar taak met betrekking tot consumentenbescherming uit te voeren. 

De Consumentenautoriteit kan handhavend optreden tegen overtredingen.Organisaties als bijvoorbeeld de Stichting Reclame Code spelen een belangrijke rol bij het beschermen van consumenten. Uitgangspunt is dat de Consumentenautoriteit wordt gebouwd op dit ‘private fundament’. Dit betekent dat de Consumentenautoriteit geen taken of bevoegdheden van bestaande organisaties overneemt. Zo zal de Consumentenautoriteit bijvoorbeeld met de Stichting Reclame Code afspreken dat inbreuken op de regels van misleidende reclame in beginsel door de SRC zullen worden behandeld. Als een aanbieder zich onttrekt aan de reclamecode of een oordeel van de SRC in de wind slaat, kan de Consumentenautoriteit optreden. Kort gezegd geldt: waar mogelijk werkt het toezicht door de Consumentenautoriteit aanvullend op de activiteiten van de genoemde organisaties, waar nodig versterkend

Behalve de Consumentenautoriteit worden in de Whc ook de Autoriteit Financiële Markten, het Commissariaat voor de Media, de Inspectie Verkeer & Waterstaat, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Voedsel en Warenautoriteit aangewezen als bevoegde autoriteit om op te treden tegen grensoverschrijdende inbreuken voorzover die betrekking hebben op hun werkterrein.

Lees hier en hier meer. 

IEF 2906

Zelfs het tappen van een glas bier

vvrr.bmpPersbericht Vereniging voor Reclamerecht (VvRr): Definitie Alcoholreclame in de Drank-en Horeca- wet gaat te ver.

Binnenkort zal de ministerraad zich buigen over een wetsvoorstel voor wijziging van de Drank-en Horecawet. In dit wetsvoorstel is een zeer ruime definitie van alcoholreclame opgenomen, die is afgekeken van de definitie van reclame in de Tabakswet. Gelet op de grote praktische en juridische problemen die de Tabakswet heeft veroorzaakt, heeft de VvRr een studiecommissie ingesteld om over de definitie van alcoholreclame in de Drank- en Horecawet te adviseren.

Het advies, dat door de VvRr vorige week dinsdag met haar leden is besproken, is op 3 november aan de Ministerraad gestuurd. De conclusie van het advies is dat de voorgestelde definitie niet helder en onnodig ruim is. Toepassing van de definitie in de toekomst door de Minister van VWS zal al snel leiden tot strijd met de vrijheid van meningsuiting.

Een parallel met de Tabakswet is er bovendien niet, nu de overheid beoogt alle gebruik van tabak tegen te gaan, terwijl in het geval van alcohol het overheidsbeleid alleen gericht is op het bestrijden van misbruik, maar niet van verantwoord gebruik . Voor alcohol wordt daarom ook niet zoals bij tabak gedacht aan een totaal- verbod voor reclame. Dat moet gevolgen hebben voor de manier waarop reclame wordt gedefinieerd.

Suzanne Poelmann-Teijgeler, voorzitter van de studiecommissie licht toe: “Volgens de nieuwe Drank- en Horecawet is straks alles alcoholreclame. Zelfs het tappen van een glas bier door de barman in een café valt eronder. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Het geeft veel gedoe en het is net als bij de Tabakswet straks de rechter die het probleem mag gaan oplossen. Dat kost alle betrokkenen, waaronder de overheid, veel tijd en geld. Het zou beter zijn een heldere definitie te formuleren waarmee je dat soort problemen op voorhand voorkomt. Wij hebben daartoe een voorstel gedaan, op basis van andere definities van reclame die in de praktijk hun waarde hebben bewezen”.

De Studiecommissie staat onder leiding van Suzanne Poelmann-Teijgeler (advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek teAmsterdam) en bestaat verder uit Janna van Olst (advocaat bij Stibbe teAmsterdam), Kees Schillemans (advocaat bij Freshfields Bruckhaus Deringer teAmsterdam), SimoneWesseling (lid VvRr) en Willem Leppink, secretaris van deVvRr. Om belangenconflicten te voorkomen heeft het bestuur in de studiecommissie geen bedrijfsjuristen van de drank industrie laten plaatsnemen.

Lees het advies hier.

IEF 2732

Televisielandschap

tvl.bmpKamerstuk 29692, nr. 15. 2e Kamer. Politiek en media; Brief minister Van der Hoeven (OCW) met reactie op rapporten reclameontwikkelingen.

De kabinetsreactie (…)  geeft een integrale  visie op het mediabeleid. In de kabinetsreactie is  melding gemaakt van een aantal onderzoeken die inmiddels zijn afgerond.

- Het rapport De toekomst van reclame in een digitaal televisielandschap  uitgebracht door TNO. Dit rapport geeft inzicht in de  gevolgen van de technologische veranderingen in de audiovisuele  mediasector voor de reclame-inkomsten voor de commerciële en  publieke omroep in Nederland.

- Het rapport Regulering Nederlandse commerciële televisiemarkt uitgebracht  door het Commissariaat voor de Media.   Beoogd wordt om een gelijk  speelveld tussen commerciële omroepen die actief zijn op de Nederlandse  markt te creëren, ongeacht het land van waaruit zij uitzenden.5  Het Commissariaat doet concrete aanbevelingen voor een gelijk speelveld  voor de commerciële partijen.

- Het rapport Quickscan crossmediale publiek-private samenwerking  publieke omroepinstellingen en uitgevers uitgebracht door het  Centrum voor Intellectueel Eigendomsrecht (CIER). In dit rapport  staan de uitkomsten van onderzoek naar samenwerkingsmogelijkheden  van publieke en commerciële omroepen met andere private  partijen.

Lees de brief hier.

IEF 2717

Internationale Reclame Code

“This is the eighth revision of the ICC International Code of Advertising Practice, which was first issued in 1937. The new consolidated Code extends the scope from advertising to marketing communications and brings together guidelines for a range of marketing practices from advertising on the Internet and via SMS to the do's and don'ts of communicating with children.”

Lees hier meer (International Chamber of Commerce).