Gepubliceerd op woensdag 23 januari 2019
IEF 18196
Rechtbank Den Haag ||
19 dec 2018
Rechtbank Den Haag 19 dec 2018, IEF 18196; ECLI:NL:RBDHA:2018:15034 (ASSIA tegen KPN en Nokia), https://www.ie-forum.nl/artikelen/voeging-nokia-bij-kpn-in-zaak-tegen-assia-toegewezen

Voeging Nokia bij KPN in zaak tegen ASSIA toegewezen

Rechtbank Den Haag 19 december 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:15034 (ASSIA tegen KPN en Nokia). Procesrecht. Voegingsincident. Nokia vordert dat haar wordt toegestaan zich in de hoofdzaak aan de zijde van KPN c.s. te voegen, met veroordeling van ASSIA in de daadwerkelijke kosten van dit incident. Nokia heeft ter onderbouwing van haar vordering gesteld dat zij, als leverancier van de door ASSIA aangevallen producten van KPN c.s., een (groot) belang heeft bij de uitkomst van de hoofdzaak, omdat deze rechtens en feitelijk gevolgen voor haar kan hebben. ASSIA voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering in het incident, met veroordeling van Nokia in de kosten van dit incident. ASSIA heeft daartoe aangevoerd - verkort weergegeven - dat Nokia geen voldoende concreet belang heeft gesteld bij haar vordering tot voeging. Daarnaast brengt toewijzing van de vordering tot voeging twee keer zo hoge kosten met zich, creëert de voeging een procedurele ongelijkheid en werkt de voeging onnodig vertragend. De incidentele vordering komt voor toewijzing in aanmerking.

3.3. De vordering is tijdig ingesteld en Nokia heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een belang heeft om zich te voegen in de hoofdzaak. Nokia kan, in haar hoedanigheid van leverancier van KPN c.s., immers aansprakelijk worden gehouden voor door KPN c.s. te lijden schade als gevolg van een eventueel inbreukverbod. Anders dan ASSIA betoogt, is niet vereist dat op dit moment al duidelijk is dat dit ook daadwerkelijk zal gebeuren.

3.4. Aan het verweer van ASSIA dat toewijzing van de vordering leidt tot een toename van de kosten van de procedure en tot procedurele ongelijkheid, wordt voorbijgegaan. Dat de kosten van ASSIA hoger uitvallen doordat zij extra werkzaamheden zal moeten verrichten en mogelijk ook doordat zij bij afwijzing van haar vorderingen in de hoofdzaak in de kosten van de voegende partij kan worden veroordeeld, kan niet aan toewijzing in de weg staan. Van procedurele ongelijkheid is geen sprake omdat het eigen aan voeging is dat de gevoegde partij haar zienswijze ten aanzien van de vorderingen in de hoofdzaak kenbaar mag maken. Dat betekent ook dat het Nokia zal zijn toegestaan producties in het geding te brengen. De rechtbank zal ter zake beslissen als na te melden. Nu daarbij wordt aangesloten bij de voor de hoofdzaak, op grond van het Versneld Regime in Octrooizaken (hierna: VRO), bij beschikking van 5 oktober 2018 vastgestelde termijnen zijn de bezwaren tegen voeging in verband met onredelijke vertraging van de VRO-procedure weggenomen. Het verweer ten slotte dat de voeging leidt tot een verdubbeling van de pleittijd, gaat niet op nu in verband met de voeging in beginsel geen extra pleittijd zal worden toegestaan.