Gepubliceerd op maandag 13 november 2023
IEF 21768
Rechtbank Den Haag ||
8 nov 2023
Rechtbank Den Haag 8 nov 2023, IEF 21768; ECLI:NL:RBDHA:2023:16624 (IHC tegen Huisman c.s.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/vernietiging-van-octrooien-op-marien-pijplijnlegsysteem

Vernietiging van octrooien op marien pijplijnlegsysteem

Rechtbank Den Haag 8 november 2023, IEF 21768; ECLI:NL:RBDHA:2023:16624 (IHC tegen Huisman c.s.) Huisman is een werkmaatschappij die zich onder meer toelegt op het vervaardigen van producten voor de energiebranche. Itrec houdt de intellectuele eigendomsrechten. Itrec en Huisman behoren tot het Huismanconcern (hierna: Huisman c.s.). IHC is een werkmaatschappij die zich onder meer richt op het ontwikkelen van schepen. Itrec is houdster van de Europese octrooien EP 050 en EP 070. Dit zijn octrooien op een marien pijpleiding installatie systeem. Een dergelijk systeem is door IHC gebouwd op een van haar schepen. Huisman c.s. heeft vervolgens conservatoir derdenbeslag gelegd op de bankrekeningen van IHC.

Er worden drie zaken behandeld, namelijk een nietigheidszaak, een inbreukzaak en een schadevergoedingszaak. In de nietigheidszaak vordert IHC vernietiging van het Nederlandse deel van de octrooien van Itrec. Zij voert hiertoe aan dat conclusie 1 van EP 050 na gedeeltelijke afstand toegevoegde materie bevat, althans dat alle conclusies nieuwheid dan wel inventiviteit ontberen. Daarnaast is EP 070 volgens IHC niet nieuw en inventief. De rechtbank stelt vast dat de afstand door Itrec rechtsgeldig is geschied en er daarom wordt uitgegaan van de tekst van het octrooi (EP 050) na afstand. De rechtbank oordeelt dat de opgenomen beperking na afstand niet duidelijk en ondubbelzinnig in de octrooiaanvrage is geopenbaard. Dit leidt ertoe dat conclusie 1 van het Nederlandse deel van EP 050 zoals die luidt na afstand, nietig is. De overige, van conclusie 1 afhankelijke, conclusies zijn hiermee ook nietig. Naar het oordeel van de rechtbank is EP 070 ook nietig. Alle technisch relevante kenmerken van conclusie 1 van EP 070 zijn al in US 742 geopenbaard, dus deze conclusie is niet nieuw. Ook de overige conclusies worden nietig bevonden door de rechtbank.

De vorderingen van IHC in de nietigheidszaak worden volledig toegewezen. Dit betekent ook dat de vorderingen van Huisman c.s. in de inbreukzaak, voor zover gestoeld op de octrooien, worden afgewezen. In de schadevergoedingszaak wordt geoordeeld dat de vorderingen in conventie worden afgewezen, omdat uitsluitend inbreuk of onrechtmatig handelen aan deze vorderingen ten grondslag ligt. In reconventie wordt de door IHC gevorderde verklaring voor recht, dat het beslag door Huisman c.s. ten onrechte is gelegd, toegewezen. Daarnaast wordt Huisman c.s. veroordeeld tot vergoeding aan IHC van de door IHC ten gevolge van het onrechtmatige beslag geleden schade, nader op te maken bij staat.

4.53. Die betekenis is, naar het oordeel van de rechtbank, anders in de tekst zoals die luidt na afstand. In kenmerk 1.5.2, waarin ‘om een verticale as’ is ingevoegd vóór ‘ten opzichte van de toren’, verwijst ‘ten opzichte van de toren’ grammaticaal niet meer naar de beweging (‘verplaatsing’/’draaien’) maar naar de ‘verticale as’. De tekst na afstand bevat daardoor niet langer de beperking dat de verplaatsing of draaiing ten opzichte van de toren (oftewel, zie hiervoor: naar de (poten van de) toren toe) plaats moet vinden. Nu de draaiing om een verticale as van de pijpspanners (in [0069]) slechts is geopenbaard in combinatie met die beperking en een structureel verband bestaat tussen de draaiing en de verplaatsing naar (de poten van de) toren toe, is met de weglating van het verband tussen de verplaatsing (tussen een actieve en teruggetrokken positie) en de richting (ten opzichte van de toren) sprake van toevoeging van materie (want een intermediate generalisation). Immers vallen door die weglating ook draaiingen waarbij geen sprake is van een verplaatsing/terugtrekking van het pijpspannersframe vanuit de actieve positie naar de (poten van de) toren toe, mits maar wordt gedraaid om een verticale as ten opzichte van de toren, onder de bescherming. Dit leidt ertoe dat conclusie 1 van EP 050 NL zoals die luidt na afstand, nietig is, nog daargelaten of de samenstelling ‘een verticale as ten opzichte van de toren’ een zinnige betekenis kan hebben voor de vakpersoon (IHC betwist dat dat het geval is, zodat de tekst na afstand daarom (ook) niet zou voldoen aan het duidelijkheidsvereiste van art. 84 EOV).